Waterschap Contra Exploit. Mij over beplanting langs sloot

De aangebrachte beplanting is strijdig met het bepaalde in art. 12 van de keur op de waterbeheersing van het Waterschap, krachtens welke het verboden is binnen een afstand van 3 meter van dergelijke sloten beplanting aan te brengen of te hebben. Mr. L. J. H. Vink die namens Rijnbouw Holland verweer voert wijst er op dat de gemeente Oostflakkee bij het verlenen van de vergunning (krachtens art. 19 van de wet R.O.) als voorwaarde heeft gesteld dat er een beplantingsstrook rondom het park zou komen. Mr. Vink meent dat het Waterschap zijn bevoegdheid voor een ander doel gebruikt dan dat, waarvoor deze is gegeven, aangezien de betreffende Keurbepalüig tot doel heeft een tijdige opschoning van watergangen te waarborgen, een waarborg die — zo meent mr. Vink — in voldoende mate aanwezig is en in de statuten van de Ver. van eigenaren is vastgelegd. Elk lid is verplicht aan alle relevante overheidsvoorschriften te voldoen.

Mr. Vink vindt de lastgeving van het Waterschap voorbarig en ondoelmatig en hij meent dat het rechtsbeginsel is geschonden aangezien er voor het Waterschap geen enkel materieel belang in het geding is. Het gaat — zo wordt geconstateerd — eerder om een greppel dan om een kavelsloot, wanneer de beplanting werkelijk zou moeten worden verwijderd dan zal dat de betrokkenen financieel en immaterieel schaden, zo voert mr. Vink aan.

Van de zijde van het Waterschap wordt aangevoerd dat de voorwaarde — beplantm.g op 3 meter van de kavelsloot — is gesteld om het gewone jaarlijkse — en het buitengewone zesjaarlijkse onderhoud te kunnen plegen. Daarbij moet ook gedacht worden aan de specieberging waarvoor ruimte beschikbaar moet zijn. De maatregel is ook genomen om verwaarlozing van dicht bij de sloot staande beplanting te voorkomen waardoor de taluds ondermijnd zouden kunnen worden terwijl ook — bij nalatigheid van de onderhoudsplichtige — de watergangen met machines bereikbaar moeten zijn teneinde het onderhoud machinaal te verrichten. Van de zijde van het Waterschap wordt er overigens op gewezen dat Rijnbouw Holland b.v. vroegtijdig van de voorwaarden van het Waterschap op de hoogte was maar desondanks beplanting in de verboden zone heeft aangebracht. Ook acht het Waterschap zich niet gebonden aan een privaatrechtelijke overeenkomst zoals die door de gemeente Oostflakkee met Rijnbouw Holland b.v. is getroffen.

De directeur Hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat aan wie advies is gevraagd meent dat het onderhoud een probleem is van de onderhoudsplichtigen. Weliswaar moet het Waterschap de gelegenheid hebben schouw te drijven maar genoamde Dir.-Hfdir. meent dat daarvoor een breedte van 1.50 mtr a 2 00 mtr uit de bovenkant van het sloottalud voldoende is. Hij meent dat de onderhavige besluiten van het waterschap dan ook voor vernietiging in aanmerking komen. Ook de particuliere bezitster van een bungalow op het park, mej. G. Kuipers te Utrecht is door het Waterschap gelast door haar aangebrachte beplanting te verwijderen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen