De landverhuizing 1846/47
ZEEUWSE WANDELINGEN
n
Er is nog zoveel te vertellen over deze landverhuizing, vooral ook vanuit Zeeland, dat ik met één artikel niet klaar gekomen ben.
Ds. Comelis van der Meulen Behalve Jannis van de Luyster was een andere bekende Zeeuw uit deze tijd ds. Van der Meulen, een man die groot gezag had in Zeeland. In 1800 werd hij te Middelharnis geboren en na een werelds leven kwam hij tot kennis van de waarheid. Eerst was hij een tegenstander van de emigratie, vooral van bemiddelden, die zodoende de armen aan hun lot zouden overlaten. Nu waren de meesten arme mensen, een paar uitgezonderd, zoals boer Van de Luyster. Maar deze Uet Integendeel de armen niet aan hun lot over, hij betaalde zelfs de overtocht van bijna honderd mensea Het gebed van ds. Van der Meulen was: „Dat de Heere zijn kinderen beware om het land hunner geboorte te verlaten en naar vreemde gewesten heengaan uit werelds gezindheid om ruimer bestaan te vinden, onder voorwendsel: we kunnen daar met eerbaarheid door handenarbeid ons brood verdienen en dat kunnen we in ons vaderland niet meer. Dat de Heere vooral zijn kinderen beware voor moedeloosheid om alzo zulke stappen te doen. Dat de Heere ziJn oprechte kinderen meer in het geloof versterke en doen zien op de belofte Gods".
Later is hij tot andere gedachten gekomen, vooral door de invloed van zijn leermeester ds. Scholte, die ook emigreerde. Toen hy bekeerd was ging hij uit preken. Hij voelde echter een gemis aan theologische scholing en daarom heeft hij een jaar te Utrecht onder leiding van ds. Scholte gestuudeerd. Deze bevestigde hem ook in 1839 tot predikant in zijn geboorteplaats. Twee jaar later werd hij door de Afgescheiden gemeenten in Zeeland beroepen. Dat waren er 12, maar zo klein dat ze hem gezamenlijk als hun predikant kozen. Hij ging in Goes wonen, maar preekte iedere zondag en ook verschillende keren in de week in een van zijn gemeentetjes. Ook in Borssele, waar hij Van de Luyster leerde kennen. In 1847 op dezelfde tijd als ds. Scholte
In 1847 op dezelfde tijd als ds. Scholte vertrok ook hij naar Amerika. Daar voegde hij zich bij ds. Van Raalte in Michigan. Van daar schreef hij: „Mijn gronden waarom ik Nederland verlaten heb, zijn niet geweest om groot en rijk te worden in Amerika, neen, maar omdat het mij duidelijk toescheen, dat kerk en burgerstaat ten val neigden en God in zijn voorzienigheid een weg opende ter ontkoming". De reis
De reis
De meeste schepen vertrokken van Rotterdam (de Zeeuwse vooral) en ook enkele vanuit Amsterdam. De drukste aanvoerhavens in Amerika waren New- York, waar in 1847 3017 landverhuizers uit Nederland aankwamen, en Baltimore waar er 1346 aan wal stapten.
De reis ging in die tijd nog met zeilschepen, gemiddeld ruim 500 ton en primitief ingericht. Ieder schip had gemiddeld 130 passagiers aan boord en 20 bemanningsleden. Soms nam men er veel meer mee, dat was voordeliger voor de rederij, die de overtocht regelde. De emigranten waren gewoonlijk tussendek-passagiers, de laagste klasse, waar van comfort zo goed als geen sprake was. Fatsoenlijke zitplaatsen waren er niet, de slaapplaatsen bestonden uit een paar planken, twee boven elkaar. De lucht in de verschillende appartementen was vunzxg en vies. De overtocht was geen plezierreis en duurde meestal langer dan een maand. Op de meeste buitenlandse emigrantenschepen was de toestand nog veel erger.
Door sommige thuisblijvers werden ze uitgescholden als onvaderlandslievend, materialistisch en egoïstisch. Ze waren schuldig aan het verlies van volkskracht. Het was tegen Gods wil om van nationaliteit te veranderen. Sommigen hadden evenals de vroegere kruisvaarders nogal geroepen: God wü het! Het was een verbreken van het drievoudig snoer: God, Nederland en Oranje. Amerika was geen nieuw luilekker
Amerika was geen nieuw luilekkerland, wat sommige avonturiers ervan verwachtten. Het was wel een nieuw land van beloften, de hoop der mensheid, het land vam de onbegrensde mogelijkheden. Er was geen discriminatie wat de godsdienstige gezmdheid betreft, zoals dat het geval was in ons land. Alle godsdiensten waren er vrij. Je kreeg er een goed loon, maar je moest er ook voor werken, heel hard soms. Maar op een dagloner werd met neergezien als op een hond. De verschillende clubjes en groepjes van meer of minder stand bestonden in Amerika niet of heel weinig, het land gmg prat op zijn democratie. Armen behoefden er ook niet te zijn, ieder die werken wilde, kon werk vinden. Brieven uit Amerika gingen in ons
Brieven uit Amerika gingen in ons land van hand tot hand. Er waren maar weinig mensen die er spiJt van hadden die schreven: ik wou dat ik nooit gegaan was. Voor de meesten gold deze zin uit een brief: „Dit land is een van God gezegend land, in het natuurlijke, burgerlijke en geestelijke". Maar — er waren ook gemene lui,
Maar — er waren ook gemene lui, bedriegers en afzetters, zoals die er overal in de wereld zijn. Dat ondervonden soms de landverhuizers als ze in New-York aankwamen. Dan moesten ze verder het land in, meestal per boot Het is gebeurd dat ze veel te hoge vrachtkosten moesten betalen. Vooral als ze geen Engels verstonden werden ze beetgenomen. Ze hebben veel steun ontvangen van de Reformed Church, de Amerikaanse predikant van Hollandse afkomst ds Wijckhoff heeft ze goed geholpen.
De Zeeuwse spreiik „Luctor et emergo" hebben de Amerikaanse Zeeuwen daadwerkelijk beleefd. Ze hebben geworsteld om de wouden tot cultuurgrond te vervormen, de moerassen droog te leggen, bruggen te slaan, huizen, scholen en kerken te bouwen. Het was pionierswerk, maar het is gelukt. Uit de golven van ontbering en gebrek zijn ze als de leeuw uit het wapen als overwinnaar opgedoken. Middelburg L. van Wallenburg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's