Zeker weten: minder eten!
.JDe mensen zijn zich de laatste jaren steeds meer bewust geworden van het belang van een gezond gewicht. Daar is door de media op ingehaakt en ik geloof, dat de interesse voor het gewicht zal blijven. Langzamerhand wint de mening veld, dat de gezondheidszorg niet alleen aarvdacht dient te hebben voor de vooruitgang van de techniek. Het gedrag van het individu, dat is van enorm belang".
De GVO, letters die staan voor gezondiieidsvoorlichting en -opvoeding, is een onderdeel van de gezondheidszorg dat zicli (specifiek) beziglioudt met het verband tussen het gedrag van de mens en gezondheid. Mevrouw Westmaas noem.t dit facet in de gezondheidszorg van groot belang, vooral ook voor de toekomst. Zij zegt: „Het maken van wettelijke voorschriften en (ziekenhuis)- voorzieningen heeft niet tot gevolg, dat de mens er gezonder op wordt. De leeftijdsverwachting is de laatste jaren zelfs gedaald. Een goede voorlichting en opvoeding zal mee kunnen werken aan het verbeteren van het eigen gedrag van de mensen ten aanzien van hun gezondheid".
Heeft mevrouw Westmaas een idee hoe deze gedachte uitgewerkt zou kunnen worden? Zij: „Je moet in het onderwijs beginnen. Eigenlijk al eerder, namelijk op het zmgelingen- en kleuterbureau. Op deze bureau's wordt overigens al vrij veel aan voorlichting gedaan, maar er zou nog veel meer kunnen gebeuren. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat men voorzichtig moet zijn met het gebruik van zout en men probeert het idee te bestrijden, dat een gezonde baby een dikke baby zou zijn. Die gedachte was vrij algemeen, hoor. Er zijn nu zeUs nog mensen die het zeggen".
Overgewicht komt veel voor, ook bij kinderen. „Je wordt vrijwel altijd dik door je eet- en leefpatroon", zegt mevrouw Westmaas. „Als je opgroeit üi een omgeving waar stevig wordt gegeten, dan neem je die gewoonten waarschijnlijk mee. Vaak is het duidelijk een gezinsproblematiek. Zeker is wel dat we het een welvaartsziekte kunnen noemen. We zijn meer gaan eten. We nemen wat vaker iets tussendoor. Vooral het gebruik van suikers (enkelvoudige koolhydraten) is sterk toegenomen. Koek banket en snoep bijvoorbeeld. Die geven een minder sterk verzadigingsgevoel dan bijvoorbeeld brood, aardappelen of peulvruchten (meervoudige koolhydraten). En dat is nu juist het vervelende: die enkelvoudige vullen niet, maar geven wel calorieën — of zoals we tegenwoordig zeggen — Joules. Neem je een maaltijd met peulvruchten dan heb je lang niet zo snel weer trek. Meer mogelijkheden, meer geld en een veel groter assortiment, die factoren hebben ons eetpatroon sterk veranderd".
Elk pondje komt door het mondje, zo heette het vroeger. Daar is men wat voorzichtiger mee geworden, zegt mevr. Westmaas. „Er zijn enorme verschillen onderling. Als twee mensen precies hetzelfde eten dan kan het zijn dat de één er wel van groeit en de ander niet. Tegen te dikke mensen zul je wel moeten bLijven zeggen dat minder eten geboden is. Mmder eten en meer bewegen. Het is verder zo, dat trimmen alleen effect heeft als je het elke dag doet. Zo nu en dan wat lichaamsbeweging heeft geen zm, als je wat van je gewicht af wilt halen".
„Vroeger waren dit soort dingen voor mensen geen probleem. Alleen bij feestdagen kreeg je toen een glaasje limonade. Frisdrank is nu normaal geworden. Dat geldt ook voor gebak. Vooral voor kinderen is,het uitgangspunt dus veel moeilijker geworden. Suiker, om maar een voorbeeld te noemen, went snel. Voor je het weet ga je voor de bijl. Je wilt een blokje chocolade nemen, maar even later kun je de verleiding met meer weerstaan en neem je een tweede. Vaak gaat de hele reep dan op. Gelukkig is het wel zo, dat je terug kunt. Je kunt eetgewoonten veranderen (en bijvoorbeeld het gebruik van suiker terugbrengen). Maar waarom zou je het je kinderen zo moeilijk maken? Wen ze niet teveel aan snoep, dan hoeven ze later ook niet te ont-wennen".
Een gelukkig aspect bij overgewicht zigheid van positieve tegenkrachten, noemt mevrouw Westmaas de aanwe- Het positieve van slank-zijn krijgt veel nadruk in de maatschappij. „Ten opzichte van roken is het uitgangspunt niet ongunstig", aldus mevr. Westmaas. „Roken is stoer, zo zegt de reclame. Dik zijn is geen zaak om reclame voor te maken. Dus pakken ze het op andere manieren aan. Als je een week lang de televisiereclame bijhoudt, dan zie je pas hoeveel reclame er wordt gemaakt voor produkten die je eigenlijk helemaal niet nodig hebt. Snoep bijvoorbeeld heb je niet nodig. Je wordt niet ziek, als je geen snoep krijgt".
WEEGSCHAAL De voortdurende druk van overge
De voortdurende druk van overgewicht heeft bij sommige mensen een angst voor de weegschaal ontwikkeld. Dr. Herman Tarnower uit het Amerikaanse Scarsdale benadrukt in zijn boek „The Complete Scarsdale Medical Diet" (in het Nederlands uitgegeven door Bosch en Keuning in Baarn) het belang om elke dag op de weegschaal te gaan staan, om op die manier tijdig het sein op rood te kunnen zetten als het gewicht opeens sterk is gestegen. Mevrouw Westmaas: „Het feit dat je elke dag met je gewicht geconfronteerd wordt is van belang. Over het algemeen blijkt individueel vermageren een hele zware opgave. Veel mensen belanden na een poosje weer in hun oude eetpatronen. Gaan dan weer op dieet, verslappen weer wat en moeten opnieuw beginnen. Een vicieuze cirkel, die erg moeilijk te doorbreken is. Voor sommige mensen is het dan ook beter om in een groep te gaan. Samen vermageren". „In het algemeen helpt een groep voor die aspecten van eetgewoonten die sociaal bepaald zijn. Hoe zie je eruit, welke jurk past niet meer en dat soort zaken. De vraag is of je ook op langere termijn het effect van zo'n vermageringsgroep kunt constateren".
Vooral weekbladen blijken telkens weer met nieuwe diëten op de proppen te kunnen komen, die meestal snel gewichtverlies beloven. Mevr. Westmaas: „Ik moet er altijd een beetje om lachen. Je slaat zo'n blad open en ziet de meest geweldige recepten. Vier bladzijden verderop staan dan de vermageringsdiëten. Elk jaar weer komen er nieuwe methoden bij. Daaruit alleen zou je kunnen concluderen, dat ze niet of weinig helpen".
Ieder voor zich zal eerst het belang van een gezond gewicht moeten onderkennen en dan zijn gedrag daaraan moeten aanpassen. Het voorlichtingsen opvoedingsbeleid zal op een juiste ontwikkeling van een goed eetgedrag gericht moeten zijn. Pas dan, zo meent mevrouw Westmaas, is sprake van een fundamentele aanpak van het probleem dat overgewicht heet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's