Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De val van Bergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De val van Bergen

VERVOLGVERHAAL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Historisch verhaal uit het jaar 1572.

Hij begeeft zich naar het vertrek waar de soldaten nog steeds ijverig zoeken. Nu krijgt de kast een beurt waaronder Foppesz. en San verborgen zitten. De potten en pannen worden dooreen geschopt, wat een geweldig lawaai veroorzaakt. Geert, die zijn oren goed open heeft, hoort het. Zijn hart bonst van inspanning. Nu krijgt de kast een beurt, weet hij. „Als de speurhonden het luik maar niet ontdekken", denkt hij.

Het schijnt wel of een van zijn bewakers Geert's gedachten raad. „Je bent niet erg op je gemak vriendje", hoont hij smalend. „Toch niet bang dat ze je vriend vinden? Het zou anders jammer zijn om beiden te moeten hangen". Hij lacht schamper.

Geert zegt niets. Hij merkt wel dat de Spanjaard met hem spot, maar verstaat maar half wat deze zegt. De Hollandse taal schijnt hem niet vlot af te gaan. Hij radbraakt tenminste het Hollands en zijn eigen landstaal erbarmelijk dooreen. „Naar de schuur mannen!" Het is de luitenant die dit bevel geeft.

Het is de luitenant die dit bevel geeft. Zelf gaat hij zijn mannen voor naar de aangrenzende schuur. Met grote stappen ijsbeert hij heen en weer. Het gaat hem niet naar de zin. De beste luim, waarin hij zoeven nog verkeerde, wordt er nu weer niet beter op.

„Die ketter moet hier toch zitten", gromt hij verbeten. Het is alsof de boze zelf die kerels helpt. Hij begrijpt er niets van. Onrustig loopt hij naar buiten en kijkt naar de lucht. „We krijgen slecht weer", bromt hij. „Het is ook al laat geworden, we moeten voortmaken."

Zijn mannen doorzoeken inmidels de schuur. Niets worden overgeslagen, maar er wordt niets gevonden. Alles is zonder resultaat. Plotseling klinkt er een schot. Daarna een doffe dreun. De luitenant snelt naar binnen, menend dat er onraad is. Er gebeurt echter niets bijzonders. Een soldaat is Geert's koe te dicht genaderd. Door de ongewone drukte die er in de stal heerst, is 't beest onrustig geworden en heeft de soldaat een trap in zijn maag gegeven .Deze ligt kreunend op de grond. Zijn makker grijpt zijn musket en schiet het dier dood.

Geert begrijpt direkt wat er gebeurt. Zijn tanden knarsen van machteloze woede. „O, was hij maar niet gebonden. hij zou ze, de moordenaars!" Hij balt zijn vuisten in zover dit moeglijk is.

De luitenant geeft nu het bevel voor de af mars. Hij is slecht gehumeurd! „Jij wijst ons de kortste weg naar Bergen!" bijt hij Geert toe. „En wee, als je ons tracht te misleiden! Het zou je beste beurt niet zijn", voegt hij er dreigend aan toe.

Geert zegt niets. De woorden van de luitenant laten hem koud. Hij is allang blij dat de Spanjaarden zijn zuster en Foppesz. niet hebben ontdekt. Hij staat op en slaat de weg naar Bergen in. Allerlei gedachten vervullen zijn brein.

„Gevangen, gevangen", hamert het in zijn hoofd. „Is er dan helemaal geen kans om te ontvluchten? Maar nee, dat gaat niet". De touwen om zijn polsen schijnen

De touwen om zijn polsen schijnen steeds vaster te snoeren. „Die ellendige spekken toch", denkt Geert. ,,Het is alles hun schuld! O, als hij de kans nog eens krijgt zal hij het hun betaald zetten!"

Voorlopig is daarvoor echter weinig hoop. Hij is in de macht van de vijand en het is onmogelijk om zich daaruit te bevrijden. Achter hem lopen twee soldaten, hun musketten gereedhoudend om bij de eerste de beste poging lot vluchten, te schieten. De luitenant loopt schuin achter de gevangene. Zijn gelaat is lelijk gezwollen. Af en toe trekt hij een pijnlijk gezicht. De slag die Geert hem heeft toegediend is lelijk aangeko-

Het begint inmiddels te regenen. Een koude wind waait de mannen in het gelaat. Vloekend en scheldend op het „ellendige kikkerland" vervolgen zij hun weg. Na ongeveer een uur te hebben gelopen, bereiken zij Bergen. De poor* is reeds gesloten. De wacht meldt ziel bij de luitenant.

„Laat ons naar binnen!" gelast deze. De schildwacht gehoorzaamt en laat de traep naar binnen.

„Zeker weer zo'n gevaarlijke ketter", mompelt hij terwijl hij de poort zorgvuldig toesluit. „Er schijnt anders wel gevochten te zijn. De luitenant heeft een opgezwollen gezicht en Pedro en Juan zien er uit alsof zij zojuist van het slachtveld komen. Hu!" hij huivert. Gelukkig dat ik de wacht heb. Dat is toch maar beter dan ketters vangen. Er zijn er bij die vechten als een leeuw. En sinderen geven zich zonder slag of stoot over". De schildwacht schudt zijn hoofd.

„Raar volkje", momjelt hij, „ik begrijp er niets van".

Intussen zijn de mannen het wachtlokaal genadret. Er zit een viertal soldaten te dobbelen. Als de luitenant binnentreedt staken zij hun spel, staan op en groeten beleefd.

„Berg deze kerel goed op!" kommandeert de luitenant. „Zorg dat hij niet ontsnapt! Hij is zeer gevaarlijk". Hij draait zich om en vertrekt. De coldaten nemen Geert in hun inidden en brengen hem naar een smalle gang die zich achter het wachtlokaal bevindt. Aan beide zijden bevinden zich deuren.

Geert begrijpt dat dit de cellen zijn. Een ogenblik denkt hij aan vluchten, maar spoedig laat hij die gedachten weer varen. Het zou dwaasheid zijn, weet Geert. „Het zou me het leven kosten", denkt hij. Achter hem lopen nog steeds de twee musketiers, hun wapen in de aanslag.

„Ik kan nergens heen", zucht Geert", maar afwachten wat er verder gaat gebeuren". Een der soldaten opent de celdeur en de ander duwt hem ruw naar binnen.

„Zo vriendje, daar zit je voorlopig veilig", spot hij. Knarsend gaat het sloi dicht. Geert zit gevangen... Nauwlettend bekijkt hij zijn cel. Door een klein getralied venster valt een enkele lichtstraal naar binnen. „Daarlangs ontkom ik in geen geval", zucht Geert. Nu onderwerpt hij de deur aan een grondig onderzoek. Deze is echter van een zwaar slot voorzien e" rondom met ijzer beslagen.

„Geen ontkomen aan", mompelt d gevangene.

Wanhopig zet hij zich neer op een bank die in een hoek van de cel staat. Aan de andere zijde ligt een vuile strozak. Geert stut zijn hoofd in zijn handen en staart moedeloos voor zich uit. „Gevangen", mompelt hij. „O, die ellendige spekken, het is om razend te worden." Wanhopig rukt hij aan het touw dat om zijn polsen knelt. Het helpt niets. Hoe meer hij dukt, hoe meer pijn het doet. Zijn handen beginnen reeds op te zwellen. Hij laat zich wanhopig op de strozak vallen. Zijn gedachten gaan naar San en de hageprediker.

„Wisten zij maar dat ik hier gevangen zit", woelt het door zijn brein. „Zouden zij ook iets gemerkt hebben van het gevecht? Het kan bijna niet anders! De soldaten hebben tenminste lawaai genoeg gemaakt. Wat zouden ze met hem wiUen doen? Waarschijnlijk wordt hij ter dood veroordeeld, net als vader. Hij rilt. Vader kon sterven, maar hij? En wat staat hem naders te wachten dan de strop?" Deze, en allerlei andere gedachten vervullen zijn brein.

Onrustig woelt Geert op zijn strozak. Hij kan de slaap niet vatten. Zijn gedachten zijn vervuld met woede en wraak tegen de Spanjaarden. En als hij moest sterven, wat dan...?

Dan knielt hij neer en tracht te bidden.

Eindelijk slaapt hij in.

HOOFDSTUK V

GERED

De hageprediker en San zitten nog steeds in de kelder. Nauwelijks zijn de soldaten met Geert vertrokken of Foppesz. opent het luik.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 mei 1980

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

De val van Bergen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 mei 1980

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's