uit de Heilige Schrift
Overdenking
DE GEEST DER WIJSHEID DIE UIT GOD IS ONDERSCHEIDT ONS VAN DE WERELD
Doch wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest Die uit God is
1 Kor. 2 :12 a
Wij vragen het wel eens aan onze kinderen — hijvoorbeeld wanneer er geen land met hen te bezeilen valt — : „Kind, wat zit er toch voor geest in je". Nu, die vraag mogen wij onszelf wel iedere dag stellen: wat zit er voor geest in mij?!
Deze vraag legt de apostel Paulus op positieve wijze voor aan de gemeente van Krinthe. Er is namelijk in die gemeente een verkeerde geest gekomen. Het gaat niet goed. Er is een geest gekomen van naijver en konkurentie.
Paulus heeft met zegen in Korinthe mogen arbeiden. Hij heeft velen tot Christus mogen leiden. Maar bij het koren is ook kaf. Bovendien zijn er andere predikers gekomen die meer het oogmerk hebben de mensen aan zichzelf te binden, dan aan het Woord. Volle kerken te hebben zegt hen meer dan de mensen te mogen volgieten met het Woord onder de heerlijke bearbeiding van de HeiUge Geest. En u voelt, dat brengt een andere geest mee.
En daarbij komt dan ook deze spanning: hoe dat nu van elkaar te onderscheiden! Hoe nu het onderscheid aan te geven tussen het ware geloof en het schijngeloof. Want o wat kunnen zij op elkaar lijken!
Ja, het is waar, het ongeloof gaat het om het eigen ik, uiteindelijk om de wereld, want het is uit de aarde aards. Maar het kan er aan de buitenkant toch zo echt uitzien. Er is ogenschijnlijk zoveel overeenstemming. En om nu het onderscheid aan te geven, de afwijking ter rechter- en ter linkerzijde. Kijk, dat is nu nodig. Daar verlangen de oprechten trouwens naar. Want die zijn vaak bevreesd dat zij iets voor geloof, voor leven zullen houden wat het niet is. Nu, die krijgen daar dan antwoord op in onze tekst. Paulus geeft op kernachtige wijze het onderscheid aan: Doch wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest Die uit God is. Daar hebt u het. En nu gaat het bij de
Daar hebt u het. En nu gaat het bij de geest der wereld nog niet eens zozeer om het zich uitleven in de tijdgeest, dat wij met de wereld overal op en in zitten. O néé, dan zou het wel duidelijk liggen. Het erge is juist dat het veel geraffineerder kan liggen.
Néé, met de geest der wereld bedoelt Paulus de denkgeest van de wereld. En dat niet in de zin van het leven op wallen in Amsterdam, maar de geest die vanaf de val de denkgeest is van de wereld, van ieder die niet uit God ge-g boren is. ^
Wat die denkgeest is? Dit: vanuit de^ aarde aards denken. Ook al hebben wij dat denken een godsdienstig jasje aangetrokken en met godsdienstige termen gespeend. Weet u wat het kenmerkende voor dat denken is? Dit: dat wij met al ons denken blijven die wij zijn. Dan kennen wij het nieuwe leven der genade niet. Dan redeneren wij, hetzij vanuit de verkiezing, hetzij vanuit het verbond. Dan kunnen wij het allemaal op een rijtje Jmjgen. Maar dan missen wij wel het geestelijk in zicht in het Woord. Er is geen werkelijk horen van het Woord. Geen verstaan van het Woord. Het Woord is voor ons hart dan ook geen wonder. Het brengt ons hart onder de prediking niet tot verwondering, niet tot aanbidding. Het Woord kan ons dan misschien wel eens ontzetten, maar het maakt ons niet biddend. Ja, dat is de vraag: maakt de prediking ons biddend? Is het onder dat onderwijs: Ach Heere, dat mis ik! Ach Heere, wat ken ik er nog maar weinig van! Wat leef, wat denk ik daar toch weinig uit! Lieve Heere, laat mijn denken er toch van doortrokken worden. Ja, dat is een van de vruchten van de Geest der gebeden. Maar de geest der wereld handhaaft zichzelf. Blijft zichzelf. Waarom? Omdat de wijsheid Gods niet gevonden wordt. Lees vers 8 maar.
Voelt u: met al dat geredeneer heeft men in Christus niets gezien. Hem niet aanbeden. Hem de Zoon nog nooit gekust (Psalm 2).
Wanneer dat uw denkgeest is, weet u niet wat het is om als een onbekeerde, als een goddeloze, als een vijand neer te vallen aan de voeten van Christus in het stof van de verootmoediging. Dat is nu de geest der wereld.
X X X
Maar waar het Pinksterfeest wordt of geworden is, daar wordt en is -het anders! Daar geldt het: w\j hebben ontvangen de Geest Die uit God is! Dat is wat! Als ik het u zo zou vra
Dat is wat! Als ik het u zo zou vragen of u wel de Geest hebt Die uit God is, dan zou u zonder nadenken waar- • schijnlijk zeggen: O néé, dat kan niet! Inderdaad, dat kan niet, want het is een Godswonder. Het is een ongelofelijk en onbeschrijfelijk Godswonder dat ik nietig mens zou ontvangen hebben de Geest Die uitgaat van de Vader en van de Zoon! Néé, die vraag zou u overrompelen. Daarom vraag ik wat anders, nl. Kent u er nu iets van wat dat uitwerkt? Wat dan? Dit: als wij de Geest ontvangen hebben zijn wij onderscheiden van de wereld. Dat mag niet vertaald worden in termen van beter zijn dan! Néé, hoogmoed is een heel slecht teken. Het van de wereld onderscheiden zijn moet verstaan worden als een niet meer mee kunnen met de wereld. Niet meer kunnen doen met de wereld binnen de kerk, noch met die van buiten de kerk. Het betekent dat wij het met die denkgeest niet meer kunnen doen. Wij kunnen dan niet meer redeneren vanuit onszelf naar God toe noch over God, maar wij gaan bidden vanuit de Heere naar onszelf. Die Geest is uit God. Wij krijgen een
Die Geest is uit God. Wij krijgen een •andere levensbron, een andere denk- ^bron. De Heere en Zijn openbaring krijigen de hoogste plaats in ons denken, in " ons leven. Is dat zo? Leeft het in ons hart:
Is dat zo? Leeft het in ons hart: Heere, dat weet U: ik kan niet meer zonder U, U bent mij meerder waard, dan 't fijnste goud op aard. Dat is door de Geest. Niemand kan zeggen dat Jezus de Christus is dan door de Heilige Geest!
En deze Geest Die uit God is maakt ons de goddelijke natuur deelachtig. De Geest Die uit God is stort Gods Uefde uit in het hart. Doet ons de Heere lief hebben boven alles en de naaste als onszelf. De Geest Die uit God is trekt ons naar God. Verbindt ons aan de Heere. Leert ons vragen: Heere, wat wüt U dat wij doen zullen. Dat raakt heel het leven.
En ons maatschappelijk leven èn ons huwehjksleven. En ons kerkelijk leven èn ons geestelijk leven. De komst van deze Geest betekent een keerpunt in ons leven. Die Geest maakt ons biddend. Drijft ons naar de troon der genade. Deze Geest maakt ons rechtvaardig ten aanzien van Gods openbaring en ten aanzien van onze naaste. Wij leren te leven zonder aanzien van de persoon! Deze Geest geeft ons verstand van God en van goddelijke zaken. Wij gaan geestelijk denken. Deze Geest der wijsheid maakt, wijs! Leert ons een andere wijsheid. Een wijsheid die niet geleerd en universitair is. Het is een wijsheid van de bovenste plank en tegelijk zo eenvoudig. Zo eenvoudig, dat wij ons niet kunnen voorstellen dat er ooit een tijd in ons leven geweest is, dat wij het niet gezien hebben dat Zijn dienst het heerlijkste op deze aarde is. Dat wij het niet gezien hebben dat alles van de Heere moet komen en kan komen! En ga maar door.
Ja, wie de leer der zaligheid ontvangt en verlicht wordt door de Geest gaat het onderwijs van de Schrift als goddelijk onderwijs ontvangen. Die ontdekt er ware wijsheid in. Die verwondert zich over de goddelijke wijsheid die daar als een gouden draad door hefel Gods openbaring heenloopt: Heere, wat is het waar en wat is het wonderUjk!
En dat werkt nu een heel andere levenswijsheid. Wij zoeken nu ook in ons leven het licht van de Geest. Dat onderscheid werkt dwars door alles heen. Wij worden steeds meer van de wereld onderscheiden. In onze politieke stellingname, in onze opvoeding, in onze verhouding tegenover onze werknemer, tegenover onze werkgever. Alles raakt doortrokken van het zuurdeeg van de Uefde en wijsheid Gods. Heel ons leven komt onder het beslag van de vraag: Heere, wat wilt U dat ik doen zal?!
Dat ziet de wereld: Zij zijn anders. Ons vermaak en onze vreugde liggen ergens anders. Onze gesprekken zijn anders. Onze belangstelling en ons meeleven zijn anders.
Daar hebben we nu het onderscheid tussen de geest der wereld en de Geest Die uit God is. Wat een zegen, wanneer die Geest ontvangen mag worden.
ZEIST Ds. R. van Kooten
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's