Nog een late stikstofbemesting op tarwe
LANDBOUW
De teelt van tarwe is, hoe kan het ook anders, gebonden aan richtlijnen. De boer moet zijn gewas goed kennen. Hij moet de belangrijkste graanziekten herkennen. Eerst dan weet hij wanneer en welke maatregelen moeten worden genomen. De stikstofbemesting is zo'n maatregel. Over het geheel genomen vragen de
Over het geheel genomen vragen de rassen veel stikstof. Eerst dan kan een hoge tarwe-opbrengst worden verwacht. Het gaat daarbij om twee zaken. De hoeveelheid stikstof en de verdeling van deze hoeveelheid over meerdere giften. Dat geeft minder kans op legering. De korrelkwaliteit wordt beter. Kortom; de oogstzekerheid is groter.
De N-behoef te hangt nauw samen met de rijkdom van de grond. De eerste en tweede gift worden hierop afgestemd. Maar vaak kan daarna een extra hoeveelheid stikstof nog voordeel bieden. Met zon' gift worden zowel de korrelopbrengst als het eiwitgehalte verhoogd.
Begin juni is daarvoor de goede tijd. De tarwe is dan in stadium 9 a 10. Zo'n late overbemesting heeft alleen zin wanneer het gewas nog te licht is. Dat zou, gezien het droge najaar, kunnen. Strooi dan 450-500 kg Kas per ha. Wel moet de tarwe gezond zijn. Bij een door graanziekte aangetast gewas heeft een late gift geen zin.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 juni 1980
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's