Flakkee ziet de kleine kernen problematiek niet zo zitten

De thema-avond was helaas weinig boeiend, ondanks de aanwezigheid van twee sprekers, de heren G. A. van der Veen van de Landelijke Vereniging voor kleine kernen en dhr. Atzema van de Prov. Planologische Dienst die elk vanuit hun gezichtshoek hun visie gaven.

Het meeste nieuws bevatte nog de inleiding van dhr. Atzema waarin hij een blik vooruit wierp op de teneur van het voorontwerp van het nieuwe streekplan welk ontwerp over enkele maanden ter visie zal worden gelegd.

De grote opzet in het komende streekplan is de sub-urbanisatie (de trek van de stad naar het platteland) verder terug te dringen. Dat impliceert dat de plattelandskernen mogen ontwikkelen „volgens het equivalent van de natuurlijke aanwas". Het beleid van GS zal er dan versterkt op gericht zijn per kern een goede afstemming van wonen, werken en voorzieningen te bereiken. Daartoe huisvest iedere kern zijn

Daartoe huisvest iedere kern zijn eigen bevolking en de sociaal-economisch gebondenen en moet de achterstanden in de welzijnsvoorzieningen worden ingelopen. Om een goede onderlinge structuur van kernen tot stand te brengen wordt gedacht aan een versterking van de verzorgingsfunctie van Ouddorp en Oude Tonge en stimulering van de werkgelegenheid in Middelhamis en evt. Oude Tonge en/of Stellendam.

De consequentie van het Prov. beleid zal zijn dat de bevolking van Goeree Overflakkee in de komende 10 jaar met nauwelijks meer dan 1500 mensen zal groeien.

Overigens verklaarden de heren dat de Kleine-kernen problematiek niet bestaat, maar dat elke kern haar eigen specifieke problemen kan hebben. Kan 'hebben, voor alle duidelijkheid, want meerdere kernen gaan niet gebukt on- ' der hun beperkingen. Zo dreigt op Flakkee niet het gevaar dat elders wel actueel is dat scholen binnen niet al te lange tijd gesloten zullen moeten worden doordat het leerlingental drastisch afneemt en dhr. v. d. Veen getroostte zich tevergeefs de moeite om aan te wijzen dat een lege school beter een multifunctioneel gebruik kan worden gegeven dan dat de beuk erin gaat.

Het leek dhr. v. d. Veen overigens wel toe dat de scholen van verschillende signatuur naar elkaar toe zullen moeten groeien terwille van het behoud van de onderwijsmogelijkheid in de kleine kernen. Verlangens zijn: meer autonomie m.b.t. nieuwe bestemmingsplannen en een meer gedifferentieerd bouwbeleid.

Dhr. v. d. Veen beweerde stellig dat het nog mogelijk is voor ƒ 70.000,— een woning in de vrije sector te bouwen.

Problemen van b.v. het opheffen van een postagentschap door schaalvergroting kunnen door mobile voorzieningen worden opgelost maar nimmer is zo'n oplossing geheel afdoende. Dat maakte dhr. v. d. Veen duidelijk dat de zorg om het voortbestaan van kleine kernen verder dient te strekken dan de zorg om alleen maar de leefbaarheid.

Aan het begin van de thema-avond werd door burgemeester van Welsenls van Middelhamis de tentoonstelling over kleine kernen geopend. Die kan vandaag — vrijdag — voor het laatst worden bekeken van 7 tot 9 uur vanavond. Een aantal scholen op Goeree Overflakkee heeft die tentoonstelling gevuld met werkstukken en verhalen waarin de schooljeugd te kennen heeft gegeven hoe zij over het wonen in een dorp denkt...; veelal positief-, dat mag gezegd. Enkele interessante en ongekunstelde beschouwingen hebben we er voor U uitgelicht:

Een Stadse scholier dichtte: „overal wonen mensen,

„overal wonen mensen, niet overal naar wensen, maar u moet niet vragen hoe, in een wei loeit Betty de koe, in de stad is het weer kiele kiele het journaal zegt: er staat weer een file".

„In een stad kun je nooit eens slapen", schrijft een ander. „Altijd komen er auto's langs, in een dorp gaat het wel eens. Auto's komen er niet zoveel langs als in een stad".

„Je kunt er ook nooit rustig spelen, altijd komen er auto's langs. Maar er zijn een hoop leuke sporten b.v. voetbal, tennissen, hokië enz. en in een dorp heb je ook wel sporten, maar niet zoveel. Je kunt je dieren in een stad ook niet zo makkelijk uitlaten, het beste is dat de dieren het op de weg doen want op de stoep loopt iedereen er doorheen en dat is niet zo fris. In een dorp staan een hoop bosjes daar kunnen de honden het op de grond doen naast de bosjes. In de stad kun je wel leuk winkelen, in een dorp niet zo leuk. Dit is het verschil tussen een stad en een dorp".

Een jeugdige Herkenaar: „Er is ook maar één politie, maar daar heb je niet veel aan want die rijdt even over het dorp en hij gaat weer terug naar het politiebureau in Dirksland. Maar dat zal wel komen omdat er hier niets te arresteren valt.

Een ander Herkenaartje: „Geen dokter, het is eigenlijk wel een nadeel als je een gat in je hoofd valt of glas in je vingers hebt of iets anders overkomt".

De jeugdige Middelhamissers bleken wat radicaler. Zij stelden een verlanglijst samen waaraan het gemeentebestuur een hele kluif zou hebben: Ze zouden willen: een nieuw overdekt zwembad, een speeltuin, een skateboardbaan, een kunstijsbaan, een jeugdraad, een tafelteimisver., meer natuur, een crossveld voor brommers, een sprotver. voor gehandicapten, een rugb-club, verplichte hondentoiletten, een bibliotheek, een meisjesvoetbalclub enz. enz.

Maar dat het leven op het platteland ook zijn beperkingen kent blijkt uit het schrijfseltje uit Stellendam:

„...ik vind dat we niet meer mag voetballen van de buurvrouw en we hebben al twee keer stannetje gehad en dat vindt wg niet leuk ! "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen