Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Biologische Bestrijding Van Plagen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Biologische Bestrijding Van Plagen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs is de eerste, in Engeland ontwikkelde, vorm van commerciële BIO­ LOGISCHE GEWASBESCHERMING op de markt gebracht. Het gaat om een schimmel, Trichoderma genaamd, die beter dan andere bestrydingsmethoden de zUverblad-ziekte kan aanpakken. Deze ziekte, die o.a. appel-, pere- en pruimebomen aantast, wordt veroorzaakt door 'een andere schimmel die luistert naar de naam Chondrostereum.

Laatstgenoemde kruipt door wondjes in de bast een fruitboom binnen, en produceert dan bepaalde stoffen in het sap van de boom. Wanneer deze stoffen in de bladeren terecht komen, laat hierdoor de buitenste laag (euidermis) van het blad los van de onderliggende cellen; zo ontstaat de zilverkleur die de ziekte haar naam geeft. Trichoderma, die in de bodem en in het weefsel van planten een onschuldig leven leidt, is echter een dodelijke vijand van de veroorzaker van de zilverblad-ziekte. Spuit men Trichoderma in het boom

Spuit men Trichoderma in het boomsap, zo'n twee dagen vóór de ziekte is opgetreden, dan bestaat er een flinke kans dat de ziekte helemaal niet zal optreden. Onderzoekers in het Engelse Long Ashton hebben ook enkele honderden fruitbomen behandeld, die al door de ziekte aangetast waren; het resultaat was dat 56''/o van de bomen herstelden, wat meer is dan bij toepassing van andere bestrijdingswijzen. ^

Een Engelse firma heeft nu kleine houten pennen op de markt gebracht, waarin de schimmel zich bevindt. Ter behandeling moeten deze pennen in de bomen worden geslagen. In Engeland kost deze behandeling ongeveer 23 gulden per boom.

Er zijn ook andere vormen van biologische bestrijding bekend. In Nederland kennen we bijvoorbeeld een vorm, die al langer als commercieel produkt in de handel is, en in kassen wordt toegepast:

Biologische bestrijding van kasspintm^jt en witte vUeg.

Spint en witte vlieg, twee plagen die iedere liefhebber van kamerplanten kent, zijn de schrik van tuinders die komkommers, tomaten, paprika's en dergelijke in warme kassen telen. Sinds een jaar of tien kunnen ze met succes bestreden worden met een roof mijt (tegen kasspint) en een sluipwespje (tegen witte vlieg).

De roof mijt is in de zestiger jaren toevallig met orchideeënknoUen uit Peru ingevoerd. Hij wordt vermenigvuldigd in kassen met boneplanten waar opzettelijk spintnrüjnen op worden gekweekt. Als de planten voldoende onder het spint zitten, wordt de roofmljn in de kas losgelaten.

Deze breidt zich snel uit; als er een groot aantal roofmijten op de bone-planten aanwezig is, worden de blaadjes ervan geplukt en met de roofmijten aan tuinders verkocht. De tuinder legt de blaadjes uit op de planten in zijn kas, als zich daarop de eerste spintmijten gevestigd hebben. De roofmijten zoeken de spintmijten op, priklten er een gaatje in en zuigen ze leeg. Zo zorgen ze ervoor dat de kas spintvrij gehouden wordt.

Voor de bestrijding van de witte vlieg (een foute naam: het is een soort luis) geldt iets dergelijks. Alleen is de leefwijze van het sluipwespje dat hiervoor wordt gebruikt heel anders dan van de roofnüjt. Het sluipwespje legt een ei in de larve van de witte vlieg; uit dat sluipwespeëi komt een sluipwesplarve, die de pop van de witte vlieg vreet, voordat deze volwassen kan worden. Het „bestrijdingsmiddel" sluipwesp is niet alleen dodelijk voor de witte vlieg, maar het vermeerdert zich en heeft daardoor een langdurig effekt.

Voor de planten en voor alle andere dieren dan de spintmijten en witte vliegen zijn de roofmijt en het sluipwespje onschadelijk. De roofmijt in de kas leidt tot uitroeiing van de prooi. Dit systeem is dus maar tijdelijk.

Een ander voorbeeld vinden we in de boomgaard. In onbespoten boomgaarden houden roofmijten de fruitspintmijt kort. Maar waar roofmijten door bespuitingen met chemische middelen zijn verdwenen, vermenigvuldigen de spintmijten zich jaarlijks tot een plaag. Worden roofmijten opnieuw in de boomgaard ingevoerd — en niet door bespuitingen gedood — dan herstelt zich geleidelijk het oude evenwicht tussen het aantal roofdieren en hun prooi. Met dit herstel kunnen enkele jaren gemoeid zijn. Het resultaat is een stabiele fruitspintmijtbevolking die ver beneden het schadelijke niveau blijft. Bovendien wordt, de spintmijt niet uitgeroeid, zodat dit systeem in stand blijft. Biologische bestrijding werkt tegen

Biologische bestrijding werkt tegen sommige plagen voortreffelijk, tegen andere onvoldoende of niet. De dikwijls geuitte opvatting dat het effekt van deze methode altijd op zich laat wachten tot de schade is geschied berust op onkunde. Biologisch bestrijding moet tenslotte

Biologisch bestrijding moet tenslotte niet verward worden met biologische of alternatieve landbouw; het laatste kent vaak een „bovennatuurlijk" aspelrt, terwijl het eerste volledig op natuunvetenschappelijke leest is geschoeid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 september 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Biologische Bestrijding Van Plagen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 september 1980

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's