RAAD MIDDELHARNIS: HEMA koopt grond t.b.v. vestiging van magazijn te Middelharnis
Middelharnis' gemeenteraad heeft in de gisteravond gehouden raadsvergadering besloten tot verkoop van grond op het industrieterrein ten behoeve van de bouw daarop van een magazijn voor de HEMA. Alhoewel in de toelichting van het College duidelijk was aangekondigd dat het ten dezent de bouw van een magazijn betrof stipuleerde de raad met nadruk dat het bedrijven van detailhandel op het industrieterrein door het stellen van voorwaarden in de koop-overeenkomst uitgesloten dient te worden. Opname van deze voorwaarde werd door het College toegezegd.
Overigens was de raad het er al bij eerdere verkopen over eens geworden dat het bedrijven van de detailhandel op het industrieterrein moet worden uitgesloten, zodat aan zgn. „witte winkels" of „weide-winkels" door het stellen van voorwaarden vooraf de kans ontnomen wordt zich op relatief goedkope industriegrond te vestigen. Overigens kon de raadsvoorzitter burg van Weisems verklaren dat de HEMA dergelijke plannen allerminst koestert en bij het overwegen van een vestiging toch een plaats temidden van de middenstand zou willen.
De raad bleek toch wat geschrokken en meerderen bedongen dat bij volgende verkopen tevoren duidelijk zal worden gemaakt dat aan het bedrijven van detailhandel niet te denken valt. Dat bleek het gevoelen van de gehele raad zodat raad en middenstand geen zorgen meer behoeven te hebben dat het industrieterrein ooit een witte winkel zal bergen. Daartoe zal ook het bestemmingsplan — waarin dat nog niet verboden wordt — worden gewijzigd omdat er tevoren enkele verkopen hebben plaatsgevonden waarin bovenbedoelde voorwaarden nog niet werden vastgelegd
De haven van Stad
Een bedrag van ƒ 100.000 werd gevoteerd voor de verlenging van de oostelijke havendam van de haven van Stad aan 't Haringvliet tot de lengte van de westelijke dam. De verlenging zal moeten voorkomen dat de haventoegang steeds volshbt zoals thans het geval, zeer ten ongerieve van de beroeps- en pleziervaart. De Watersportver. „Waterstad" heeft het gemeentebestuur bij herhaling op de ondervonden moeilijkheden gewezen waarom thans werd besloten tot de grondige aanpak die weliswaar een ton zal kosten maar alle kans biedt op een definitieve oplossing. Overigens mag er van de Overheid geen cent terug worden verwacht omdat niet kan worden aangetoond dat de verzanding een gevolg is van de afsluiting van het Haringvliet, al lijkt dat dan ook erg waarschijnlijk.
Stadtenaar dhr T. Arensman dacht van wel: „Vroeger werd er om de 4 of 5 jaar eens gebaggerd en dat was voldoende, maar nu zou er jaarlijks twee keer gebaggerd moeten worden, waarin zou dat anders zitten dan in de sifsluiting?" vroeg hij de raad af. Dhr P. Tiggelman, eveneens Stadtenaar dacht evenwel in een andere richting. Volgens hem wordt de verzanding in de hand gewerkt doordat de haven niet meer zo intensief bevaren wordt als vroeger het gevaL Toen woelden de vrachtschepen de bodem los waardoor het zand weer wegspoelde. Overigens was dhr Tiggelman helemaal akkoord, ook al zal de gemeente het zelf moeten betalen.
„Een verkeersdrempel in de haven
zie ik niet zo zitten", gaf ook dhr Hoogzand te kennen.
De raadsvoorzitter wees er tenslotte nog op dat de verlenging in wezen een herstel van de vroegere situatie is omdat de dam vroeger aanzienlijk langer was dan nu. Door de jaren heen is een gedeelte echter steeds verder weggezakt.
Geen grote antennes op de daken
De raad oordeelde dat B en W terecht vergunning hebben geweigerd — aan de Woningbouwver. Middelharnis die dat t.b.v. een aantal huurders had gevraagd — voor de plaatsing van meer dan 3 meter lange antennes op de daken. Voor dat formaat antennes is n.1. bouwvergunning nodig. B en W hadden in hun weigering gewezen op de mogelijkheid tot plaatsing van een antenne in de achtertuin, ook minder fraai maar minder storend voor de omgeving dan wanneer de pieken op de daken prijken.
Overigens vond een deel van de raad dat zo kwalijk niet, zeker niet wanneer, zoals in een van de gevallen de antenne al vele jaren op het dak heeft gestaan. Het was dhr. Jacobs die meende dat er in die lange tijd een bepaald recht is gegroeid waaraan naar het hem leek nu niet meer getornd moet worden. Dhr. Jacobs dacht dat de betrokkene in hoger beroep een goede kans zou maken zijn antenne te mogen handhaven. Ook dhr. Hoogzand had niet zoveel bezwaar al gal hij toe dat een kastanjeboom oneindig veel mooier is dan een sprieterige antenne. „Ze zijn niet mooi, maar in de achtertuin vind ik ze net zo lelijk als op de daken", stelde dhr. Hoogzand vast. Van hem dan ook geen bezwaar tegen plaatsing op de daken als er tenminste geen storing voor de omgeving optreedt en er maar deugdelijk materiaal wordt gebruikt.
Burg. van Welsenis was overigens weinig geïmponeerd door de gedemonstreerde toegevendheid. Hij riep de raad op zich te houden aan wat in de bouwverordening wordt bepaald. Wanneer daarmee niet zo serieus meer zou worden genomen zou dat een stuk rechtsongelijkheid betekenen jegens hen die zich tot dusver wel aan de bepalingen hebben gehouden. Gevraagd naar de mogelijkheid tot invoering van een centraal-antennesysteem herinnerde de voorz. aan het onderzoek dat in opdracht van de Emgo heeft plaats gevonden. De resultaten waren weinig opwekkend omdat een van de Duitse zenders door een Belgische zender wordt weggedrukt.
De heren Kersbergen, Jacobs en Hoogzand verklaarden zich tenslotte tegen de gevraagde gegrondverklaring van de weigering. „Niemand van de betrokkenen zal geweten hebben dat voor het oprichten van een antenne een bouwvergunning nodig was", veronderstelde dhr. Jacobs, door de voorz. nog eens duidelijk gemaakt dat vergunning alleen nodig is wanneer de antenne een hoogte van 3 meter overschrijdt.
Situatie in Nieuwe Tonge
Aan het verzoek van het bestuur van de Ver. voor Prot. Chr. basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag tot het verlenen van medewerking tot vervanging van de cv. ketel van de Oranje Nassauschool, werd geen gevolg gegeven. Geargumenteerd werd dat de kosten van vervanging van de ketel behoren tot de kosten van de instandhouding van de school waarvoor immers jaarlijks een exploitatievergoeding ex. art 101 van de Lager Onderwijswet wordt verstrekt. Bij inwüliging van het verzoek zou — aldus het College — een dubbele vergoeding worden verstrekt waarmee de normen zouden worden overschreden.
De raad bleek het geheel met deze lezing eens. Dhr. van Alphen was de enige die enig commentaar leverde, al was de strekking daarvan naar 's voorzitters constatering nauwelijks aan de orde:
„... er is iets mis op deze school waar na de vacantie 62 leerlingen zich hebben afgemeld", constateerde dhr. van Alphen. Het zijn volgens hem niet alleen gevolgen van financiële aard die zich zullen laten gelden maar ook laat die scheiding diepe sporen na in de menselijke betrekkingen in Nieuwe Tonge. „Er zijn bovendien verontrustende geluiden over financiële tekorten, al behoort dg controle op de uitgaven niet [ot de competentie van de raad of van het College", begreep dhr. van Alphen.
„U bent wal buiten de orde of op het randje daarvan, maar dat neemt niet weg dat u voor een deel zeer ware woorden hebt gesproken", zo volstond de voorz.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1980
Eilanden-Nieuws | 1 Pagina's