De val van Bergen
Historisch verhaal uit het Jaar 1572 önmr
JAAP DE KORTE Den Hertog'a Uitgevery — Utrecht
— 57 — De ontstuimige geus spreekt deze woorden vol geestdrift. Hij gelooft zeker in een betere toekomst voor zijn vaderland en vol hoop gaat hij de onbekende toekomst tegemoet. „Ik geloof zeker dat je gelijk hebt Geert", zegt Lena. „Ons volk vecht voor een rechtvaardige zaak en daarom zal zij het zeker winnen al moet het misschien ook honderden mensenlevens kosten". „Dat is flinke taal, Lena", antwoordt
„Dat is flinke taal, Lena", antwoordt Geert lachend. Maar dan wordt hij plotseling ernstig. „Het zal zeker veel mensenlevens
„Het zal zeker veel mensenlevens kosten voor het zovi r is", meenr hij. ,.Eergen heeft zich hardnekkig verzet en ik ben bang dat het de burgers duur te staan zal komen. Alva zal zijn wiaak op de burgers koelen, ooi al heeft hi) boloofd dat er aan niemand enig leed zal geschieden. Ik ben daar altijd al bang voor geweest en het zal spoedig genoeg blijken". „Niet zo somber jongen, het kan nog best meevallen". „Ik hoop het Lena, maar... ik vrees het ergste!"
HOOFDSTUK XVI
BESLUIT
, Want het is een dag van beroering en van vertreding en van verwarring..." Ditzelfde kunnen de burgers van Bergen zeggen. Reeds drie dagen nadat de stad is overgebleven trekt de beruchte Spaanse bevelhebber Noircarmes de 1'oort binnen en richt een vreselijk bloedbad aan. In de stad wordt allereerst een bloedraad opgericht. Bijna oen jaar lang wordt er niets anders gedaan dan gemoord, gehangen en geworgd. Honderden mensen, rooms of niel-rooms, worden op de gruwelijkste Vv'ijze om het leven gebracht. Alva stoort zich niet aan de beloften die hij gedaan.
„Als voorbeeld voor de volgende steden moeten de burgers zwaar gestraft worden", zo zegt hij. Noircarmes \oldoe., maar al te graag aan dit bevel. Op de allergruwelijkste wijze laat de onmens de arme burgers om het leven brengen. Geheel onschuldig worden zij vermoord. Hun goedoren worden verbeurd verklaard. Zo wordt bijna een vol jaar in de stad huisgehouden. Het is te begrijpen dat de eens zo bloeiende hoofdstad van Henegouwen in een arme plaats verandert. Veel meer mensen verliezen het leven na de overgave dan tijdens de belegering. De straf voor de burgers is bitter
De straf voor de burgers is bitter zwaar om fe dragen. Rijk en arm, mannen, vrouwen, zowel als kinderen, niets wordt ontzien. De gevangenissen in Bergen zitten overvol. Nauwelijks wordt een aantal mensen ter dood gebracht of hun plaats wordt door anderen weer ingenomen. Gods oordeel rust zwaar op de stad en de burgers van Bergen moeten het gewaar worden dat Hij een rechtvaardig God is. Die doet met de inwoners der aarde naar Zijn wil. Maar niet alleen Bergen, ook andere
Maar niet alleen Bergen, ook andere steden worden door de Spanjaarden geplunderd en uitgemoord. Mechelen, Zutphen en Naarden worden op niet minder gruwelijke wijze geplunderd. Als woeste duivels vallsn de Spaanse soldaten de steden Pinnen. Niets wordt door hen ontzien. Zelfs meisjes, vrouwen en kinderen vallen in hun handen en wee degene die zich durft verzetten! Hot angstgeschrei der hulpelozen baat niet, maar wekt temeer de moordlust der soldaten op. Zij kennen geen medelijden maar volgen de stem van hun bloeddorstig hart.
Schreiende zuigelingen, smekende kinderen, zij worden op ruwe wijze meegesleept naar de gevangenissen of anders te pletter geslagen tegen de straat!
Meisjes en vrouwen worden op laaghartige wijze geschonden en daarna vermoord. Het zijn ontzettende taferelen die zich afspelen. Deze moordtonelen hebben niet alleen nadelige gevolgen voor de steden zelf, maar ook voor het gehele land! Verschillende sleden die door prins Willem zijn ingenomen zenden bericht aan Alva dat men wenst terug te keren naar de dienst van koning Filips. De magstraten beven van angst en zenden daarom brieven aan Alva dat men bereid is zich aan het Spaanse gezag te noderwerpen.
De sluwe hertog heeft hiermee zijn doel bereikt! Dat wil zeggen... met sommige steden. God zal hem echter tegenkomen en nog veel andere ^teden zullen in de toekomst op manhaftige wijze het hoofd bieden aan de bloeddorstige tiran.
Het is meer dan drie jaar later. Op de stille landweg die van Leiden naar Bode graven leidt loopt een forsgebouwde jongeman. Zijn handen heeft hij diep in zijn broekzakken gestoken terwijl hij de grote kraag van zijn wambuis omhoog heeft geslagen. Diep voorover gebogen schuilt zijn hoofd er bijna geheel achter v/eg.
Naarmate de wandelaar zijn doel nadert, versnelt hij zijn pas. Hij beeft daarvoor ook een goede reden want het is bitter koud. Een ijzige noord-oosten wind jaagt over de lage landen rondom de stad Leiden en doet het water in sloten en plassen stollen. Geen wonder dus dat de jongeman zich snel voortspoedt om toch maar zo vlug mogelijk op de plaats van bestemming te zijn. Wie deze jongeman is die zich hier geheel alleen op deze eenzame weg voortspoed? Aan zijn lange, forse gestalte herkennen we dadelijk Geert Lammers, de bosgeus uit Hermigny.
Veel is er veranderd sinds die droevige dag waarop de Stad Bergen zich meest overgeven in handen van de vijand.
Geert en Klaas hebben zich nog diezelfde dag naar het iiuisje van San en Lena begeven. De vreugde van de beide meisjes is bijzonder groot geweest, maar dit was slechts van korte duur. Klaas is diezelfde avond nog naar zijn ouders gegaan en heeft zijn oude arbeid weer ter hand genomen. De wakkere geus blijfc echter voortdurend in verbinding met Ripperda en nog enig keer heeft het troepje bosgeuzen zich verdienstelijK gemaakt. Geert is bij San en Lena gebleven en trachtte evenals voorheen zijn brood te verdienen met de voor hem zo aantrekkelijke jacnt. Slechts een enkele maal bracht .hij een bezoek aan „Schele Hein", maar deze bezoeken werden steeds zeldzamer.
De Spaanse patrouilles die door Her- migny kruisten werden steeds talrijker en Geert moest de uiterste voorzichtigheid in acht nemen. Zijn signalement is ook verspreid onder de Spaanse beeztting van Bergen en de wakkere geus is slim genoeg om zich zo weinig mogelijk te laten zien.
Gedurende enige maanden is het goed gegaan en het scheen wel of alles door de Spanjaarden vergeten was.
Toen kwam echter de narigheid. Pieter Barendsz. zette nog steeds zijn gemeen verraderswerk vroort en heeft, zodra hij de nieuwe verblijfplaats van Geert ontdekt heeft, de verleiding niet kunnen weerstaan zijn aartsvijand aan do Spanjaarden te verraden. De gevolgen zijn niet uitgebleven. Nog diezelfde dag stormde een Spaanse patrouille het huisje van Geert binnen. In hun gezelschap bevond zich e enpater en naast de geestelijke liep triomfantelijk de vuit Ie verrader. Alles hebben de schurken overhoop gehaald, maar de vogel vras gevlogen.
Bij zijn thuiskomst heeft Geert alles in grote wanorde aangetroffen. San en Lena lagen gebonden op de grond. De soldaten hadden de meisjes het schreeuw enbelet door een vuile zakdoek in hun mond te stoppen.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 oktober 1980
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 oktober 1980
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's