329.000 Huisvrouwen hebben bet met mij aangedurfd.. zegt Jac. Hermans
Praten met een man als Jac. Hermans is een boeiende aangelegenheid. Aan zijn jongensachtig gezicht zie je nauwelijks zijn tweeënzestig jaar af. En helemaal niet meer als hij vol enthousiasme over zijn klanten, de konsumenten, begint te praten. Hij voelt zich volledig in hun dienst. Wat dat betreft kunnen we ons goed voorstellen waar het sukses van de kleinzoon Albert Heijn in moet hebben geschuild. Jac. Hermans is eigenlijk net zo'n figuur als Albert. Alleen moest hij het in één generatie zien te rooien.
studiereis!
Veertig jaar terug was Jac. Hermans een eenvoudig kruideniertje in een gezellige volksbuurt in Amsterdam. Op zijn vijftigste had hij het in aller ogen Goed gedaan. Hij had toen een stuk of wat van die zaakjes. Tóch moest het grote werk voor hem nog beginnen. Een studiereis naar Amerika had hem geleerd hoe de zaken groot aan te pakken. Kleine zelfbedieningswinkeltjes waren te kostbaar geworden om ze goed draaiende te houden.
„Als je dat wUt", zegt Jac. Hermans, „moet je het winkeltje op de hoek worden, voor even-tussen-de-middag, of voor de vijf-vóór-zes boodschappen!"
Hermans riep zijn beste medewerkers bij elkaar en sprak: „Jongens, van nu af aan gaan •we het ietsie anders aanpakken."
De geschiedenis vertelt niet meer wat zijn jongens zich daarbij voorstelden. Feit is, dat er nu ruim zeventig Supers door heel het land staan. In Bovenkerk, in Hoogerheide, in Hoevelaken, Tilburg, Sommelsdijk en nog vele andere plaatsen. En dat alles in twaalf jaar'tijd.
Z'n medewerkers kijken nog wel eens verschrikt op als Jac. Hermans weer op reis is. Want je weet maar nooit of dat weer een studiereis is.
Duizend dubbeltjes of honderd kwartjes
Door het hoofd van Jac. Hermans spoken voortdurend ideeën over nóg betere spullen voor een nog uitgekiendere prijs, ledere dag opnieuw.
Lage prijzen, grote omzetten luidt de wapenspreuk van Jac. Hermans. Om ons meteen, ontwapenend, toe te vertrouwen dat het hele geheim 'm eigenlijk alleen maar zit in: ,.Liever duizendmaal een dubbeltje, dan honderdmaal een kwartje winst" Wij proberen het snel na "te rekenen, maar Hermans is ons al weer voor. Ditmaal met een Amsterdamse s:
„Maar voor die duisend dubbeltjes moet je wel bereid zijn duisendmaal wat te doen!" Zijn enthousiasme is niet te stuiten.
Niks foto
Jac. Hermans houdt zijn zaken sober ingericht. Terwijl zijn medewerkers zowel die winkels als hun karakter opgeruimd proberen te houden. Inmiddels zijn de letters van de naam Jac. Hermans wat kleiner geworden. Om plaats te maken voor de grotere letters van: PRIJS-SLAG. De huidige naam van de keten.
Wij vragen mijnheer Hermans om een foto van hem bij dit artikel te mogen plaatsen. „Nee! Niks foto!", luidt zijn resolute
„Nee! Niks foto!", luidt zijn resolute antwoord. Wij kijken verschrikt op. Maar zijn gezicht is onmiddellijk weer vriendelijk als hij vervolgt:
„Zet er asjeblieft een foto van de bedrijfsleider bij. Die man doet het werk! Mijn hoofd is niet interessant "
329.741 hulsvrouwen
Het vervolg van het verhaal is eigenlijk veel interessanter. Want laten we eerlijk zijn. Het Prijs-slag verhaal kunt u, geachte lezer, iedere week in deze krant, tussen de advertenties gewaar worden.
Nee, het interessante deel van dit verhaal gaat niet over Prijsslagen maar over Hermans eigen „vrije" produkten. Zijn huismerk. Wat heeft hij gedaan?
Een vijftigtal goede produkten zoals goede margarine, goede koffie, thee, jam, snelkookrijst, chocolade, ontbijtkoek, sinaasapelsap en nog vele andere verpakt in zijn eigen verpakking. Sobere witte pakken. Met oranje blokken erop. Een verpakking die zoveel mogelijk afwijkt van die van bestaande merkartikelen. Wie met Hermans over zijn eigen huismerk praat raakt niet makkelijk meer van hem af.
„Kijk...", zegt hij, „per week komen er zo'n 329.000 huisvrouwen in mijn zaken "
We vallen hem in de rede en vragen hem hoe hij dat zo precies weet. „Kijk", zegt hij, „per week komen er zo'n 329.741 huisvrouwen in mijn zaken " De kwajongen in Hermans begint nu hardop te schateren en zegt: „Ach flauwekul, maar reken erop dat ik mijn klanten precies turf "
We rekenen erop.
„Die driehonderdnegenentwintig duizend huisvrouwen", vervolgt Hermans, „die mensen bhjven bij mij komen, omdat ze mij vertrouwen. Dat moet ik zo zien te houden. Op een gegeven moment dacht ik: Weet je wat? Ik ga eens met een stel goeie fabrikanten praten. Vraag ze gewoon of ze hun produkten in mijn verpakking willen stoppen "
„Deden die fabrikanten dat?" wUden wij meteen weten. Want de chocolade van een bekend fabrikant in het pak van Jac. Hermans, daar doet die fabrikant toch zichzelf konkurrentie mee aan? „Klopt!" zegt Jac. Hermans. Maar begint er meteen een beetje geheimzinnig bij te lachen. Zijn ogen flonkeren.
„Ja", geeft hij uiteindelijk toe. „Maar het zit tóch een beetje anders".
„Het goeie produkt van een goeie fabrikant in mijn verpakking verdringt een konkurrent. Bovendien ben ik nog lager in prijs ook! Snap je?"
Wij snappen het.
Hermans heeft natuurlijk een goede relatie met de hem leverende fabrikanten opgebouwd. Anders zouden ze niet met hem in zee gaan. Hij bewijst hen op zijn beurt goede diensten door ze als gevestigd merk meestal te blijven voeren.
De mensen hoeven het maar één keer met mij te proberen . . .
„Een gevestigd merk blijft bij mij, in principe, altijd welkom. Alleen zal ik mij verzetten tegen een te hoge prijs."
„De prijs dat is iets dat uiteindelijk altijd do&r de konsument-zelf bepaald wordt! Als je je daar niet aan houdt komt ze op een gegeven moment gewoon niet meer bij je. Uiteindelijk blijf ik een aanbieder en zal ik met mijn eigen huismerk geen fabrikant worden. En weet je wat het leuke is van een aanbieder?"
Voorlopig geven we te kennen het niet te weten.
„Nou eh, een aanbieder staat gewoon dichter bij de konsument!"
Wij vragen Jac. Hermans of zijn witte pakken met de oranje blokken goed lopen.
„Nou en of!" springt hij er meteen weer in. Weet je dat die 329.000 huisvrouwen bij mij per week anderhalf miljoen van die witte pakken komen weghalen? Alleen " en nu klinkt zijn stem een beetje spijtig alleen mijn vaste klanten ontdekken die witte pakken. Nieuwe komen er niet speciaal op af. Zal ik u eens wat zeggen?" (Ondeugende blik) „ik weet precies wat er in mijn witte pakken zit. De mensen zouden het eigenlijk één keer met mij moeten proberen. Weten zij het ook "
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 december 1980
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 december 1980
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's