Ds. Lam deed intrede als geest, verzorger van �de Samaritaan" en �de Goede Ree"
Sommelsdïjk:
Het Verzorgingshuis „de Goede Ree" en het Verpleeghuis „de Samaritaan", samen schuilend onder de parapluie van de Hervormd Diaconale Gezondheidszorg hebben een nieuwe eigen geestelijlt verzorger in de persoon van ds. H. J. Lam. Na zondagmorgen door zijn vader bevestigd te zijn deed ds. Lam zondagmiddag intrede als „prediliant voor bijzondere werkzaamheden", daartoe geroepen door de Herv. Gem. van Sommelsdijlt. Zou een „gewone" gemeente niet minder bezwarend xyn geweest voor een beginnend predikant die in januari a.s. pas 25 wordt ?
Ds. Lam ervaart zijn jeugdigheid allerminst als een beletsel tot een goed contact met de veelal oudere bewoners van de beide instellingen. De praktijk heeft hem dat trouwens al geleerd; waar zijn levenservaring tekort schiet neemt hij een luist'rende houding aan en dat blijkt heel effectief te zijn. Immers — vindt hij — wordt er te weinig naar de ouden geluisterd: „ik ben een van de weinigen die geacht mag worden tijd te hebben voor de mensen; ze mogen beslag op mij en mijn tijd leggen en dat geeft een basis van vertrouwen", heeft ds. Lam ervaren in het anderhalve jaar dat hij al in „de Samaritaan" heeft gewerkt.
Overigens vinds ds. Lam het nauwelijks relevant wat hij te zeggen heeft, veel meer gaat het erom wat het Woord te zeggen heeft, ook en juist in die situaties waarin de bewoners van „de Goede Ree" en „de Samaritaan" verkeren. Opgenomen in een vrij jong team van verzorgenden die elk op hun terrein hun therapieën toepassen heeft ds. Lam daarin zeker óók een inbreng met het hen voorleggen van de meest blijde boodschap, zoals hij dat ook zondagmiddag in de intrede-dienst deed; de komst van Jezus Christus in het vlees en de daardoor mogelijk geworden redding van zondaren. Ds. deed dat sprekend uit 1 Joh. 4 vers 14 en 15:
„En wij hebben het aanschouwd en getuigen, dat de Vader Zyn Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker der wereld. Zo wie beleden zal hebben dat Jezus de Zoon van God is ,God blqft in hem en Hij in God".
Tot het in de tekst genoemde belijden, werd door ds. Lam in de prediking krachtig opgeroepen omdat de belofte van de tekst immers slechts hen geldt die tot die belijdenis gekomen zijn dat Jezus de Zoon van God is. „Hoe zouden we zonder die belofte het leven en straks het sterven aandurven; hoe anders door rouw en aanvechting heenkomen?" vroeg ds. ieder af, erop wijzend dat in de verzekerdheid van de belofte — „God blijft in hem en hij in God" — geen angst meer hoeft te bestaan voor het naderen van de levensgrens.
God en de mens gaan dan weer samen in een band die nooit verbroken zal worden: „Laat U dan nooit van de Heere Jezus vandaan houden of -halen", riep ds. op zijn prediking laten uitmondend in een: „dank zij de Vader Die de Zoon zond, dankzij Christus Die Zaligmaker werd en dank zij de Heilige Geest die leert te belijden: „Jezus mijn Heiland, groot is Uw liefde; U kwam op de wereld om haar van zonden eeuwig te bevrijden.
In zijn prediking had ds. gemaand zichzelf als „de wereld" te herkennen, een bekentenis die onder de prediking wordt aangezegd en kan worden geleerd „In de prediking worden we met onszelf geconfronteerd — als haters en tegenspelers — en met onszelf in conflict gebracht", aldus ds. die met zijn prediking evenzeer had laten weten dat er desniettemin eerl belofte geldt voor die „wereld", de zondaar die de Zaligmaker aanschouwt — niet afstandeüjk — en door de Heilige Geest, letter voor letter geleerd, van Hem getuigt en zich heeft laten overtuigen.
Toespraken.
Na de prediking heeft ds. Lam zich in een korte toespraak tot meerderen van de aanwezigen gericht. Allereerst deed hij dat tot zijn vader en moeder; zijn vader dankend voor de bevestiging in het ambt en zijn beide ouders dankend voor de ervaren zorgen en begeleiding bij de studie. Voorts richtte hij zich tot de collega predikanten die aan de handoplegging hadden deelgenomen; de kerkeraad van Sommelsdijk en het bestuur en de HDG Stichtingsraad, hen dankend voor de ontvangen benoeming waaruit een vertrouwen spreekt dat ds. van harte hoopt waar te maken.
Na zie hte hebben gewend tot het College van B en W, de kerkeraden uit de gemeente en van het eiland, de collega Ring-predikanten en de afgevaardigden van de Classis besloot ds. met een warm welkomstwoord tot de bewoners door hen — direct of via de huisomroep — zich nu eindelijk als „dominee" te presenteren waarmee voor veel van de bewoners nu duidelijkheid is gekomen; 't is voortaan niet meer menheer, maar „dominee". „Maar", zegde ds. Lam hen graag toe: „een dominee mag allerminst een „mijnheer" zijn, hij moet een dienaar zijn", zich aldus graag aan de bewoners aanbevelend.
Ds. vroeg om een voortdurend gebed voor hem en hen die in het ambt staan om te besluiten met een liefdevol woord tot zijn vrouw, haar vragend hem steeds tot steun te willen zijn.
Ds. Beens, predikant van de Herv. Gem. van Sommelsdijk sprak namens de Classis, de Ring en de Herv. Gem. van Sommelsdijk, ds. in deze verbanden welkom hetend. Ds. Beens wenste zijn jonge collega de beste wensen toe op zijn ambtelijke weg waarin hij de jeugdigheid varp ds. Lam eerder als een voor- . dan als een nadeel aanmerkte: „zo hebt U nog alle kans U te laten vormen op een wijze die Hem weibehaaglijk is", aldus ds. Beens.
De zwaarte van het werk van ds. Lam vermoedend wenste spr. hem daarbij veel sterkte toe, en een blijvende bereidheid de ganse Heilige Schrift te laten spreken. „Moge God Uw arbeid zegenen zodat de helende kracht van Christus gezien-, ervaren en geloofd worde."
Ds. "J. T. Cazander, predikant-voorz. van de Stichting HDG en geestelijk verzorger van „het Oudeland" sprak ds. Lam vervolgens toe. Zinspelend op ds. Lams' benoeming tot predikant „voor bijzondere werkzaamheden" wees hij erop dat niettemin het bijzondere van hgt ambt is dat het zo gewoon is; in de liefde de hartelijkheid en in geloof te staan dichtbij de ander, soms met- en soms zonder woorden". Ds. Cazander kon zijn jonge collega nu al voorzeggen dat ook hij te maken zal krijgen — en dat herhaaldelijk — met de moeilijkheden van het ambt waarin hij de moed en het geloof zal verliezen, „maar", zo sprak ds. Cazander een Schots oud-prediker na: „Preek dan totdat je gelooft en als je gelooft preek dan omdat je gelooft".
Het werk van ds. Lam toespitsend op de „bijzondere werlczaamheden" in de Stichting wees ds. Cazander erop dat onze tijd wordt gekenmerkt door bedreigingen in de grenssituaties van het leven, zowel bij het begin als bij het eind daarvan. Temidden daarvan viril de HDG zijn als een eiland in de zee van de secularisatie van de naam van Christus, gestalte gevend aan Zijn barmhartigheid. Dat is een uitdaging, een opdracht en een bijzondere roeping. Ds Cazander verzocht de aanwezigen die nieuwe predikant wie dat werk wacht toe te zingen Ps. 134 : 3.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 december 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 december 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's