�Nederland moet niet bij de pakken neer gaan zitten!"

Voorzitter K. v. K. in Nieuwjaarsrede:

Spr. wekte daarom op tot een strijd tegen een geest van gelatenheid; er is nu eenmaal sprake van een hardnekkige conjuncturele stagnatie waartegen de strijd zal moeten worden aangebonden. „Voor het eerst worden de meesten van ons met deze teruggang geconfronteerd en realiseren wij ons als individu dat de bomen niet tot de hemel reiken, zoals de meesten van ons tot diep in de jaren zeventig dachten en hoopten, de één bewust en de ander onbeviaist", aldus Ing. Kraaijeveld: „Zoals altijd — zo vervolgde hij — wordt naar de schuldigen gezocht nu deze droom voorbij is en elke belangengroep zal de fout bij een ander trachten te zoeken zonder zichzelf diepgaand te bekijken en te analyseren". '

Ing. Kraaijeveld vond weliswaar dat de — wereldwijde — terugloop van de economie niet aan de ondernemers verweten kan worden, maar aangezien de onderneming de bron van onze welvaart en ons weJvr^ is betekent het wel dat de ondernemers een ontzaglijke verantwoordelijkheid hebben, want van hen wordt verwacht te zoeken naar nieuwe wegen en met meer inspanning nog dan vroeger, nu de tijden moeilijker zijn geworden.

„Het meest fatale — aldus Ing. Kraaijeveld — is mee te doen met het zogenaamde „doemdenken". „Wij zullen zelfvertrouwen ten toon moeten spreiden en ook de hoop op een goede toekomst behouden. Het betekent als ondernemer te geloven in je eigen capaciteit, je product, je marktbenadering, je overlevingskansen en bovendien uiting geven aan je flexibiliteit die je heden ten dage nodig hebt om in te spelen op snel wisselende maatschappelijke, economische en politieke omstandigheden; alleen dan kunnen wij onze omgeving motiveren", zo markeerde dhr. Kraaijeveld. Van de Regering mag z.i. verwacht worden dat die een klimaat creëert waarin de onderneming zich thuis kan voelen.

Prov. herindeling.

Met zijn wetsontwerp over de Prov. herindeUng heeft de Min. van Binnenlandse Zaken ook in de Kamer van Koophandel een knuppel geworpen. Wettelijk is vastgelegd dat het gebied van een Kamer van Koophandel niet het grondgebied van meer dan één Provincie kan omvatten. Wanneer Goeree Overflakkee aan Zeeland zou worden toegevoegd en ook elders wijzigingen worden aangebracht zal dat kunnen betekenenof dat de huidige Dordtse K. van K. bij de nieuwe Prov. Rijnmond wordt gevoegd, óf dat het district van de Kamer aanzienlijk verkleind zal v/orden. Dat laatste zou — aldus dhr. Kraaijeveld — betekenen dat aan de meer dan 50 jaar bestaande ervaring ^an de Kamer met het wel en wee van het bedrijfsleven in de randgebieden van het huidige district afbreuk wordt gedaan".

Spr. stelde vast dat de organisatie van de Kamer is afgestemd op het gehele district, zonder een bepaald gebied te benadrukken of te veronachtzamen: „Ik mog ^ stellen — zo zei hij —• dat wij er in geslaagd zijn de afstand tussen het kantoor van de Kamer en het bedrijfsleven in de omstreken zo klein mogelijk te hebben gehouden. De thans voorgestelde splitsmg van Zuid Holland, met als een van de uitganspunten schaalverkleining, zal voor het bedrijfsleven in het district van onze Kamer een averechtse uitwerking hebben. Dit is een probleem dat de Kamer direct raakt en de duidelijkheid op dit punt dient dan ook op zeer korte termijn uit den Haag te komen", vond dhr. Kraaijeveld.

Voorts signaleerde dhr. Kraaijeveld — spr' kend over het levensbelang van exportbevordering — dat „den Haag" te vc" "^ ..jderd is van het dagelijks gebeuren in het midden- en kleinbedrijf en dat het midden- en kleinbedrijf de weg naar den Haag niet altijd weet te vinden terwijl die weg wel bekend is aan de grote bedrijven tengevolge waarvan teveel van de beschikbare gelden in de richting van de grote bedrijven wordt gestuurd.

Spr. wilde er bij de Regering op aandringen de Kamers van Koophandel meer officieel in het streven naar exportbevordering in te schakelen omdat de Kamers de beste Inzichten hebben in de regionale activiteit. Spr. is van mening dat export een nationale zaak is en dat de grote internationale bedrijven hui „kleine zusters" kunnen en moeten helpen; de grote maatschappijen zouden — zo dacht dhr. Kraaijeveld — hun know-how voor de exportbevordering voor overzeese markten ter beschikking moeten stellen aan een niet concurrerend kleiner bedrijf, in de vorm van een commissariaat of adviseurschap van een van de directie leden van zo'n grootbedrijf in een kleiner.

Nadat spr. nog een aantal zaken had genoemd die de aandacht vragen — waarin ook de locale overheid een belangrijke taak heeft bood hij ook in het nieuwe jaar de hulp van de Kamer aan: „De Kamer kan en wil hier catalysator zijn, zijn diensten aanbieden en zijn mogelijkheden benadrukken", aldus dhr. Kraaijeveld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen