Zr. Stolk stopt met wijkverpleging
* Afscheid zonder franje *
Even rustig en gedecideerd als ze haar werk heeft gedaan praat mevrouw A. H. Zoon-Stolk over haar afscheid van de wijkverpleging in Dirksland. „Voor mij alsjeblieft geen toeters en bellen omdat ik gewoon m'n werk heb gedaan. En dan: er is zo veel leed op de wereld, waarom zou ik een feestje krijgen? Ik zie dat geld liever aan een ander doel besteed". „
üe zuster
Het liefst was 'de zuster' onopgemerkt uit de verpleging gestapt. Node gaat ze akkoord met het idee van de Kruisvereniging Dirksland om in elk geval via een interview iets publiekelijks bij haar afscheid te doen.
afscheid te doen. ,Als je me maar niet te veel ophemelt" waarschuwt ze meteen, „dat zou ik vreselijk vinden".
Hoewel we uit ervaring weten dat ze niet alleen maar 'gewoon' haar werk gedaan heeft maar meer dan dat, krijgt ze de verzekering dat we het nuchter houden.
Het heet wijkverpleegkundige tegenwoordig maar voor ons is en blijft zuster Stolk 'de zuster', bij wie jong en oud in goede handen was. Ze deelde lief en leed met de mensen waar ze kwam in 27 jaar wijkverpleging, een uitputtend beroep waarin het kontakt met de mensen voor haar van de grootste waarde was.
„Verder vond ik het prettig dat het een solistisch beroep was, voor mezelf, maar ook voor de patiënt. De zuster was een vast punt voor de zieke thuis".
Het solistisch karakter van de wijkverpleging wordt in de toekomst veel minder. Er is een reorganisatie aan de gang, er komen wisselende diensten. Die reorganisatie brengt ook met zich mee dat oudere medewerksters er nu vroeger uit kunnen.
„Daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Als ik nog door had moeten gaan had ik dat gekund en gedaan. Nu ik de kans krijg om te stoppen ben ik daar blij mee, zeker omdat ik vorig jaar september mijn hiel heb gebroken en daar nog hinder van heb".
Op de fiets door Dirksland
Haast 40 jaar is zuster Stolk verpleegkundige. Ze kwam in de wijkverpleging in 1964 en begon in Rozenburg. In 1968 kwam ze naar Dirksland. Geboren in Melissant vond ze het leuk om naar Goeree-Overflakkee terug te gaan: ,Als je daar vandaan komt dan trekt dat toch".
Wijkverpleegster in Dirksland: het betekende dag en nacht beschikbaar en bereikbaar zijn, heel dikwijls 's nachts er uit om naar een patiënt toe te gaan. „Dat was ik gewend want ik was operatiezuster geweest in Dirksland en in het Zuiderziekenhuis in Rotterdam".
De zuster had wel een auto, omdat ze die nodig had voor de weekenddiensten in andere plaatsen, maar in Dirksland deed ze haast alles op de fiets.
„Ik vond het erg gemakkelijk, want je kon tot aan de voordeur fietsen, tot aan het bed bij wijze van spreken. Geen verkeers- of parkeerproblemen. Ik was er meestal vlugger met de fiets dan met de auto. Je nam de kortste weg, ik ken ieder paadje en steegje. En onderweg kon ik van de natuur genieten.
„Altijd vroeg op stap" gaat zuster Stolk verder, „en het werd ook wel eens laat.
Bij een ziek mens kom je nooit te vroeg, want de nacht duurt altijd te lang". De heer Zoon, de man van zuster Stolk
De heer Zoon, de man van zuster Stolk zegt: „De mensen hoefden niet uit te staan kijken" waar blijft ze?, maar ik wel. Ze zat altijd fluitend op de fiets en deed het werk met hart en ziel. Wat zeg ik? Met hart en twee zielen, want ze schakelde mij ook nog in".
Officieel verliet zuster Stolk de Kruisvereniging per 1 mei 1991 maar in de praktijk was ze al niet meer aan het werk. Vorig jaar rolde ze in Vroonlande van de trap. „Met de collega's heb ik altijd prettig
„Met de collega's heb ik altijd prettig gewerkt en ik werd na m'n val voorbeeldig opgevangen, maar ik was wel voor een tijd uitgerangeerd".
Afgelopen
Opeens zat zuster Stolk thuis, met veel pijn en met de nodige overpeinzingen. „Na die val heb ik veel getobt, ook over de patiënten. Peet belde de mensen op dat ik niet kon komen of hij ging er met een briefje naar toe.
Je gaat alles voor jezelf op een rijtje zetten; wat wil je, wat kun je, wat is mogelijk, wat is verstandig?
Ik ben noodgedwongen aan de situatie van het niet werken gaan wennen. Ik kan nog niet zo goed afkicken van het werk om het zo maar eens te noemen. Ik heb nog altijd het idee: het werk roept, je kunt niet zo maar een paar uren gaan zitten. Vroeger was ik altijd gehaast, altijd op een strak schema en dat werkt nog door. Ik ben nog bezig een nieuw evenwicht te vinden. Ik vind het fijn thuis en ik kan het werk wel loslaten, dat valt me alles mee, maar ik moet de rust nog zien te vinden".
Tijd Yoor ontspanning
Uiterlijk is zuster Stolk een rustig persoon, die ook rust bracht in een situatie en direkt regelend optrad naar bevind van zaken. De bedrevenheid die haar beroepsuitoefening kenmerkte is ze echter nog niet helemaal kwijt. Ze moet er nog 'aan wennen dat ze thuis mag zijn.
Werkzaamheden heeft ze genoeg. Ze houdt van thuis de boel doen, vooral in de tuin werken vindt ze fijn.
„Planten en dipi-i^n vind ik boeiend. In de tuin hebben we overal vogelhuisjes, dat is toch zo leuk. Geraniums kweken bijvoorbeeld, daar ben ik graag mee bezig. Wat ik ook kostelijk vind: zo maar even weg, eens een rondje rijden in de omgeving".
De omgeving ligt het echtpaar Zoon na aan het hart en op kleine schaal werken ze ook aan het milieu. „Alles op straat gooien, daar ergeren we ons aan. Is er iets in de omgeving van milieuverontreiniging dan maak ik daar werk van bij de betreffende instanties. Rechtstreeks aan de bel trekken, niet er over lopen mopperen of klagen. Nee, aan de bel trekken en volhouden. Dan ontmoet je toch waardering bij de verantwoordelijke instanties.
We zijn geïnteresseerd in het gemeentegebeuren in de streek. We hebben ons altijd in de streekplannen verdiept, ook toen ik het nog druk had. We gaan ook graag naar een raadsvergadering".
Veelzijdig werk Relativerend kijkt de zuster terug op een
Relativerend kijkt de zuster terug op een funktie die mooi was door het komplete van het werk, de veelzijdigheid. „Het werk wordt in de toekomst eenzijdiger.
doordat er straks gekozen gaat worden voor óf ouder- en kindzorg óf thuiszorg. Vroeger had je én het een én het ander. Het komplete van het werk vond ik mooi en het solistische werk lag me erg. Dat is met alle wijkverpleegkundigen zo, die zijn gewend hun eigen werk te regelen. De voldoening van het werk ligt voor mij in het kontakt met de mensen. Je hebt een heel ander kontakt dan in een ziekenhuis. Je maakt de mensen mee in hun eigen omgeving, ook de familie. Je krijgt meer inzicht in de hele situatie van de patiënt, meer begrip". Wat doet de zuster in de thuiszorg?
Wat doet de zuster in de thuiszorg?
„Je verpleegt en je kunt adviezen geven, maar verder laat je de mensen in hun waarde. Hoe ze leven moeten ze immers zelf weten.
Je adviseert in zichtbare dingen zoals bij een te laag aanrecht, een vochtig huis, moeilijke trappen. Je stelt aanpassingen voor. Het ligt altijd gevoelig, vaak kan men niet meteen beslissen. Als er dan beslist is moet je het nog gerealiseerd zien te krijgen. Dan moet het langs alle instanties terwijl de mensen dan juist zouden willen dat het morgen klaar is. Er zijn ook onzichtbare problemen. Als ik ergens binnen kom voel ik in zo'n geval iets aan, ik proef iets. Soms kan ik het niet onder woorden brengen maar het komt meestal wel uit dat er iets hapert. Je komt overal en je komt van alles tegen".
Ernstig zieken
Het accent van de wijkverpleging ligt vaak op het einde van de levensweg van de patiënt. „Als het niet meer gaat, als men het niet meer aan kan, dan kom ik er aan te pas.
Mensen die graag thuis willen sterven, jonge mensen met alle tragiek van dien. Oude mensen, misschien minder tragisch, maar het blijft droevig. Je ziet veel verdriet, dat went nooit, maar daar leer je mee omgaan. Anders kun je het niet volhouden".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 28 mei 1991
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's