Ooltgensplaats echtpaar Kreeft-van Dam 60 jaar - gelukkig - getrouwd
Geen van beiden zijn ze ooit verwend geweest, Dries Kreeft niet, als oudste van de 14 en Teuntje van Dam niet, als een van de zeven, maar denli niet dat ze daar lang bij stil hebben gestaan. Gisteren waren ze 60 jaar getrouwd, vormden ze het diamanten paar en dat hebben ze samen op heel hoge waarde geschat, 't Is daarom met tevredenheid dat ze terug zien op wat hen in 't verleden gegeven is. Niet altijd gezondheid nee, maar wel een stralend humeur en sinds vier jaar een onbezorgde oude dag in 'Ebbe en Vloed', al zou dat - vinden ze - in de Plaat moeten staan. 'Plaetje boven...!' zo huldigt het echtpaar zijn geboortedorp waar hun beider leven begon en waar ze graag hadden willen blijven, lang en gelukkig.
Daar liggen beider herinneringen en daar. Prins Hendrikstraat 10, .staat nog hun huisje met het oude naamplaatje dat gehandhaafd bleef toen kleinzoon Andries Kreeft er z'n intrek nam. Ze zijn er nog maar zelden teruggeweest, in de Plaet al zijn ze er altijd welkom. Dhr. Kreeft heeft er wat afgesjouwd, in Gemeentedienst en samen hebben ze er 't gezin met 4 kinderen groot gebracht. Gelukkig heeft dat geen problemen meegebracht, zelfs niet de geboorte van de jongste in het Friese Minderscha waar ze door de Duitse bezetter heen waren gestuurd. Er was, toen 't gebeurde zo gauw geen dokter voorhanden en dhr. Kreeft heeft toen maar zelf de handen uit de mouwen gestoken. Een vaardig verloskundige heeft hij zich getoond, maar ach, hij had in z'n leven al zovéél gedaan... Ze dachten trouwens in Duitsland te zijn beland toen ze
Ze dachten trouwens in Duitsland te zijn beland toen ze de eerste Friezen hoorden praten...
Achtendertig jaar werkte hij in gemeentedienst, maar eigenlijk veel langer omdat'ie op z'n twaalfde al z'n vader hielp die ook bij de gemeente was. „Een dun sigaartje" was na die jaren z'n beloning, een afscheidswoordje van de burgemeester in de raadzaal, maar daar is mevr. Kreeft niet eens aan te pas gekomen en ze had er zich al zo netjes voor gekleed. Geen bloemetje schoot er over, in dat jaar '71 toen dhr. Kreeft het voor gezien hield. Jarenlang was hij 's morgens om vier uur z'n ronde begonnen om de plee-emmers op te halen. Dat hoorde bij de gemeentereiniging en ontelbaar zijn de vuilemmers die hij heeft leeggeschud. Ontelbaar ook de vlooien die hij meebracht waarom hij thuis, staand in een teil met water, z'n kleren uittrok om ze buiten de deur te houden en meestal lukte dat.
Ooit heeft hij geprobeerd het gemeente-voertuig te besturen, 't Is, in Achthuizen een eindje goed gegaan maar toen z'n maat riep dat er géén gas meer bij moest heeft dhr. Kreeft dat juist wél gedaan, wist hij veel, met als gevolg dat de gemeentelijke vuilniswagen een reeks bomen omver reed. Zorgvuldig hebben ze die nog gespalkt maar 't is de bomen toch fataal geworden. De pastoor was trouwens helemaal ontsteld, die heeft zich alleen maar afstaan vragen wat er toch gebeurd zou zijn als de school nog niet begonnen was, maar dat was'ie gelukkig wel. 't Is gelukkig stil gebleven, maar nu, na zoveel jaren vindt dhr. Kreeft het wel een mooi verhaal waarachter hij laat volgen dat 't tot een rijbewijs nooit gekomen is.
Mevrouw Kreeft tobt met de ogen, halfblind is ze, laat ze weten en dat geeft z'n probleempjes al weten ze die samen op te lossen. Lezen, breien en haken, 't gaat niet meer, maar gelukkig kan ze praten als de beste en hoeft dhr. Kreeft de conversatie niet op gang te houden. Dat doet ze trouwens ook 's morgens wanneer ze naar de 'opvang' gaat, ook daar houdt ze de anderen wel bezig en we hebben haar toegewenst dat dat nog lang zo blijven zal, want 't was best gezellig, op kamer 222 van waaruit het geluid tot op de gang weet door te klinken. Over die kamer zijn ze heel tevreden, tweehoog en met een onbelemmerd uitzicht richdng dorp en parkeerterrein waar ze de kinderen zien komen wanneer die hen bezoeken.
Gelukkig zijn ze, en gerust, ze zijn het leven niet alleen gegaan. Soms was er vrees, „maar de Heere heeft me steeds gered", betuigt dhr. Kreeft over de dieptepunten in z'n leven die er ook zijn geweest. Oorlog, ramp en ziekte, 't is hen niet bespaard gebleven waarom 't hen verwondert zo lang samen te mogen zijn. „M'n moeder werd maar 42", vergelijkt mevr. Kreeft die al als 9-jarig meisje onder de hoede van een pleegmoeder kwam en nooit zou dat een echte moeder zijn. Mopperen, nee dat deden ze heel sporadisch al had mevr. Kreeft in haar leven wel'es graag een bloemetje gehad. Misschien helpt 't als we hun kamernummer nog'es zeggen: 222 in 'Ebbe en Vloed'.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1991
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's