Weest niet bezorgd !
De Heere is nabij. Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken met dankzegging bekend worden bij '^od- (FÜ 4 4b, 5)
Wanneer twee mensen hetzelfde zeggen, dan heeft dit niet altijd ook dezelfde betekenis. Van allerlei kanten wordt ons ook tegenwoordig dikwijls toegeroepen om niet bezorgd te zijn. Wanneer je verzekeringspapieren maar in orde zijn, dan kun je heel rustig met vakantie gaan. Is dit waar? Nee, de nieuwsbladen spreken bijna dagelijks van mensen, die juist tijdens hun vakantie het leven lieten!
Er kunnen zich ook énderne problemen voordoen, waar we minder uitvoerig over ingelicht worden. Misschien hebt ook u wel eens iets opgevangen over mensen, die innerlijk geheel gebroken van vakantie terugkeren. Ik bedoel de man en de vrouw, die al eerder moeilijkheden hadden met elkaar. In plaats van een onbezorgde vakantie is nu letterlijk alles misgegaan. Direkt na hun terugkeer worden er echtscheidingspapieren ingevuld...
Ja, zo gaat dat heel eenvoudig. Bevalt het niet meer, dan stop je er gewoon mee. De man of de vrouw, die alleen achterblijft, moet nu verder maar voor zichzelf zorgen. Je hebt geen boodschap meer aan de man of vrouw, aan wie je trouw beloofd hebt. En nu probeer je verder te gaan alsof er niets bijzonders gebeurd is. Geen zorgen voor morgen!
Hier hebt u typisch de houding van de zorgeloosheid van veel mensen. Welnu, is dit ook de betekenis van de woorden, die we in Pil. 4 tegenkwamen? De apostel Paulus, die iedereen zou willen toeroepen: „Weest in geen ding bezorgd?"
Alvorens hierop een antwoord te geven, beste lezers, zou ik u willen wijzen op het verband van Paulus' woorden. Het zal u niet ontgaan zijn, dat de apostel éérst gezegd heeft: „De Heere is nabij!" En hiermee brengt hij een zaak ter sprake, wat voor hem een zaak van geloot geweest is. En hij zou wel wensen dat dit bij méér mensen voorop zou staan. Dus de Heere, die de eerste plaats inneemt in ons leven, zodat wij ook inderdaad gebruik maken van het adres waar wij met onze zorgen terecht kunnen!
Ziet u? De apostel bedoelt te zeggen, dat er ook door óverbezorgdheid zoveel kan misgaan in ons leven Daar kunnen allerlei verhoudingen eveneens ernstig door verstoord worden. Eerder heeft Jezus dit ook al ter sprake gebracht in de bergrede. De telkens terugkerende vragen: „Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?" Maar Jezus heeft daar heel eenvoudig tegenover gesteld: „Maar wie van u kan met bezorgd te zijn één el tot zijn lengte toedoen?" Hier hebt u wat ook de latere apostelen
Hier hebt u wat ook de latere apostelen telkens weer gezegd hebben. Petrus, die gedurig zo gesproken heeft. En nu doet Paulus dit eveneens' „Weest in geen ding bezorgd!" Nee, er zal in de stad Filippi geen gebrek aan voedsel en kleding geweest zijn. Dit zal de reden geweest zijn waarom de apostel deze woorden veel breder bedoeld heeft. We noemen slechts een paar dingen Het kan ook in óns leven niet allemaal gaan, zoals wij ons voorgesteld hebben Een stuk spanning in het huwelijk. Eén van de kinderen, die gedung ziek is. Kortom, een heel erg zwaar kruis, dat ons naar beneden drukt. Ja, u vindt misschien dat Paulus ons
eigenlijk een ander advies had moeten geven. Kijk, lezers, ik denk dat u zich vergist. Want Paulus geeft ons niet een vrijblijvend advies.
Het is een woord in de gebiedende wijs' „Weest in geen ding bezorgd!" Dal is heel anders Dat is een bevel!
Een vreemd bevel'' Nee, dit heeft alles te maken met wat wij in het vervolg van onze tekst gelezen hebben. Veelzeggend is het woordje 'maar' in deze tekst: „Maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken met dankzegging bekend worden bij God". Dit alles heeft met een tegenstelling te maken. Wanneer voor ons vaststaat dat de Heere nabij is, dan mag ons leven niet langer door óverbezorgdheid beheerst worden. Niet meer de kramp dat wij onszelf moeten waarmaken. Maar veel meer dat wij door bidden en smeken de Heere verwachten
Dit bidden is niet een zeuren. Er is telkens ook zoveel om de Heere te danken. Of meent u, lezers, dat het anders is'' Me dunkt, dat Paulus ook in het vervolg met heel sterke argumenten naar voren komt om u en mij te overtuigen dat wij met een goede God te maken hebben. De God, die ons door Zijn Zoon laat weten: „Mijn vrede geef Ik u. Mijn vrede laat Ik u".
Weet u. deze Zoon is voornemens ons nog méér nabij te komen als de Bruidegom, die Zijn gemeente laat delen in de volle verlossing die Hij voor haar verworven heeft.
Is dit aan ons merkbaar? Dan hebben wij inderdaad iets van een bruid, die in geen ding bezorgd is. Op dit moment zijn er uiteraard nog heel wat dingen, die moeite en aanvechting geven En toch IS er alle reden om hoopvol gestemd te zijn, alle reden om ook gedurig Hem aan te roepen met de goede belijdenis: „En nu, wat verwacht ik, o Heere; mijn hoop is op U!" D. A. K.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1991
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1991
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's