VERLOREN STRUD
23 - Dankbaarheid? Adriaan lacht bitter. Daar zijn helaas niet de minste blijken van te zien.
Dit alles werpt voor de jonge boer een donkere schaduw op deze in meer dan één opzicht mooie augustusdag.
Langzaam loopt Adriaan naar de bijkeuken om een mand te halen. Hij heeft vergeten de eieren uit het kippenhok te halen. Dat kan misschien nog net voordat de visite komt. Kees had er eigenlijk ook wel eens aan mogen denken, maar die is de laatste tijd ook zo gemakkelijk. Waar hij op het ogenblik is, Adriaan weet het niet; hij is in geen velden of wegen te zien.
Als hij even later het deurtje van het grote kippenhok opent, stuiven de kippen verschrikt uit elkaar en maken een leven van jewelste. De oogst valt mee, de kippen leggen best tegenwoordig. Tientallen eieren liggen reeds in de leghokjes te wachten. Voorzichtig legt Adriaan de eieren in de mand.
Tjonge wat zijn er veel vanmorgen.
Dan hoort hij het ratelen van wielen en getrappel van paarden. Daar zijn ze! Vlug legt Adriaan nu de laatste eieren in de mand en haast zich naar het erf Eerst brengt hij de mand met eieren naar de bijkeuken en helpt dan met het uitspannen van de paarden van de gasten.
Hartelijk worden de gasten verwelkomd en er klinken opgewekte stemmen op het erf van de hofstee. Het is een drukte van belang.
Boer Van der Zande kijkt met bewondering naar het prachtige bruine paard, dat een van zijn schoonzoons een tijd geleden heeft gekocht. Ook de anderen steken hun bewondering niet onder stoelen of banken. Het is een zeldzaam mooi dier.
Nog even blijven de mannen met elkaar praten, dan volgen zij het vrouwvolk, dat reeds in de mooie kamer een plaats heeft gevonden.
Het is elf uur.
De gehele familie Van der Zande zit in de ruime voorkamer. Er heerst een opgewekte blijde stemming.
Tante Marie wil alle gasten direkt met koffie en koek voorzien, maar op een wenk van de boer blijft ze op haar stoel zitten.
Eerst moet er nog iets anders gebeuren. Dan vraagt de boer om stilte.
Dan vraagt de boer om stilte. „Mensen", zegt hij, „het is vandaag een dag om te
„Mensen", zegt hij, „het is vandaag een dag om te gedenken. Daarom heb ikjullie allemaal uitgenodigd om hier te willen zijn. Maar laten we toch vooral niet vergeten, dat het de Heere is, Die mij nog heeft willen'sparen. Hem komt er alleen de eer van toe. Laten we er eens van zingen uit Psalm 103. Adriaan wil jij op het orgel spelen?
Adriaan loopt naar het orgel en begint te spelen. Hij kan deze Psalm wel uit zijn hoofd spelen. Na een kort voorspel zet hij het koraal in en allen zingen mee:
Looft Hem. Die u al wat gij hebt misdreven. Hoeveel het zij. genadig wil vergeven. Uw krankheên kent en liefderijk geneest: Die van 't verderf uw leven wil verschonen Met goedheid en bannhartigheèn u kronen Die in den nood uw Redder is geweest.
De ogen van boer Van der Zande zijn vochtig geworden. Dat psalmversje is geheel op hem van toepassing. Hij heeft het bevindelijk ervaren, niet omdat er iets in hem was, dat voor God verdienstelijk was, maar alleen en enkel door genade.
Wat een weg heeft de Heere met hem gehouden, niet tot zijn ondergang, maar tol behoud. Het blijft een ogenblik stil in de kamer, maar dan
Het blijft een ogenblik stil in de kamer, maar dan beginnen de gesprekken weer op gang te komen. Zij hebben er eigenlijk niets van begrepen, dat bewijst wel het geroezemoes dat in de kamer wordt gehoord. Het weer, het vee en het land voeren de boventoon in de gesprekken.
Een minuut of vijf na het zingen van het psalmvers, wordt er gerucht gehoord in de keuken en tante Marie, die gaat kijken wie er is, komt tot grote verwondering van het gezelschap, maar zeker van Adriaan, met Teun Stam, zijn vrouw en Tonia binnen.
Adriaan weet niet hoe hij het heeft.
Neen, dat bestaat niet, dat is onmogelijk! Het lijkt wel een droom.
Het lijkt wel een droom.
Daar staat Tonia met haar vader en moeder in de kamer. En dat is iets wat hij niet voor mogelijk had gehouden. Tijdens de ziekte van zijn vader was er wel hoop in zijn hart gekomen, dat het met I oma en hem nu wel in orde zou komen, maar zeker de laatste dagen was die hoop weer in rook vervlogen. Daarom was hij zelfs vanmorgen zo somber geweest. En nu dit!
De jonge boer kijkt naar zijn vader als wil hij om opheldering vragen. Deze doet echter alsof hij de vragende blik van zijn zoon niet ziet. Adriaan heeft echter geen tijd om er verder over
Adriaan heeft echter geen tijd om er verder over na te denken en dat hoeft ook niet. Het voornaamste, het allervoornaamste voor hem op dit ogenblik is, dat Tonia, zijn Tonia in de kamer is. Door het gehele gezelschap worden de onver
' wachte gasten hartelijk ontvangen. Zij vinden het allemaal wel wat vreemd en tante Marie kijkt met grote ogen naar de drie mensen, die in vroeger dagen zo schandelijk door haar broer zijn behandeld.
De nieuwe gasten krijgen een plaats in de kring.
Tante Marie en het dienstmeisje verdwijnen in de keuken en komen weldra ieder met een blad met dampende koppen koffie terug. Grote stukken gemberkoek kompleteren de zaak.
Onder het koffie drinken praat men uitvoerig over alles wat er is geberud. Alleen Adriaan is opmerkelijk stil.
Tonia staat in het middelpunt van de belangstelling en zij moet, eigenlijk tegen haar zin in, precies vertellen hoe het allemaal is gegaan en of zij er zelf nog nadelige gevolgen van heeft gehad. (wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 augustus 1991
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 augustus 1991
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's