Nieuwe boeken
Drs. C. J. Meeuse, De toekomstverwachting van de Nadere Reformatie in het licht van haar tijd. Uitgeverij De Groot Goudriaan te Kampen. Paperback. Ge'illustreerd. 103 pag. Prijs/29,50
„Het reformatorisch beginsel van vrijheid van exegese binnen het raam van de onfeilbaarheid van de Heilige Schrift laat ruimte voor een toekomstverwachting die uitziet naar de bekering van het Joodse volk en een bloeitijd voor Gods Kerk, zonder dat zij die deze verwachting koesteren zonder meer als 'chiliasten" bestempeld mogen worden." Dat is één van de konklusies van boven
Dat is één van de konklusies van bovengenoemd boek. Het werd geschreven door ds. Meeuse. die predikant is van de Gereformeerde Gemeente te Rotterdam-
Gereformeerde Gemeente te Rotterdam- Zuid; het boek verscheen in samenwerking met de Stichting Studie der Nadere Reformatie.
De vruchten \an studie uit de kring van die stichting blijken periodiek in het Documentatieblad en met name de laatste jaren daarnaast tevens in boekvorm.
Er is sindsdien al een aantal fraaie bundels verschenen. Onderwerp si steeds een facet van of een persoon behorend tot de beweging van de Nadere Reformatie; zoals u wellicht weet was dat een kerkelijke stroming in de zeventiende en achttiende eeuw die terugriep naar een (verdere) reformatie van leer en zeden. De ondertitel van dit boek. dat al een weidse titel meekreeg, telt nog eens 22 woorden. Ik zal ze u onthouden. Ds. Meeuse had zijn boek ook kunnen noemen: Was Jacobus Koelman een chiliast Vooral die vraag namelijk wordt in deze
Vooral die vraag namelijk wordt in deze boeiende studie (oorspronkelijk een doctoraal-scriptie) beantwoord - negatief beantwoord wel te verstaan. Koelman, een predikant die tot de genoemde beweging behoorde, was naar het oordeel van Meeuse géén chiliast, ook geen gematigd chiliast. Hoewel hij daarvoor door menigeen wel wordt gehouden. Ik noemde Je inhoud van dit hoek
Ik noemde Je inhoud van dit hoek boeiend. Dat is ze! Tegelijkertijd realiseer ik me dat dat vooral zal gelden voor wie affiniteit heeft met de Nadere Reformatie en zich wil verdiepen in de toekomstverwachting van haar vertegenwoordigers. Het boeiende van deze studie is dan dat Meeuse nogal wat gevestigde meningen daarover omver haalt. Zo beperkt hij het begrip 'chiliasme' meer dan tot dusver gebruikelijk is. naar mijn idee. Tevens relativeert hij een aantal onderscheidingen of acht ze niet toepasbaar op de zcvcntiende-eeuwse theologen. Dit alles wordt toegelicht aan de hand van wat Jacobus Koelman daarover heeft geschreven. Het onderwerp is het waard nog eens
wat verder te worden uitgediept. De algemene konklusies aan het eind van het boek hebben meer onderzoek nodig dan in dit boekje gebeurt, lijkt me. De schrijver vindt dat eigenlijk ook wel. Hij noemt zijn onderzoek namelijk 'een eerste aanzet tot een nieuwe benadering van de toekomstverwachting binnen de Nadere Reformatie".
— O — Ds. C. G. Vreugdenhil, Alles uit Hem. Over de orde des heils. Uitgeverij J. J. Groen & Zn., Leiden. Gebonden. 232 pag. Prijs/39,50.
Dit fraai uitgegeven boek ligt al enige tijd te wachten op bespreking. Het is niet vanwege de onbelangrijkheid van het aangesneden thema dat het even duurde voor ik ertoe kwam. Integendeel, ds. Vreugdenhil behandelt in zijn boek een hoogst gewichtig onderwerp. Met de heilsorde wordt immers bedoeld de weg waarlangs Christus de Zijnen door de Heilige Geest brengt tot de kennis van Hemzelf en tot de weldaden die Hij voor hen verworven heeft.
Ds. Vreugdenhil. die zijn jeugd op Flakkee doorbracht, is eveneens predikant binnen het verband van de Gereformeerde Gemeenten. Momenteel is hij verbonden aan de gemeente van Vlissingen. Dit boek is ontstaan op de wekelijkse gemeente-avonden aldaar. De lezingen die hij daar hield zijn nu. na enige bewerking, gebundeld. Aan elk hoofdstuk is tevens een aantal gespreksvragen toegevoegd. Dat geeft gelegenheid dit boek op zijn beurt weer ten nutte van andere bijbelkringen te maken.
"Alles uit Hem" is een stichtelijke verhandeling over een aantal elementaire onderwerpen uit de geloofsleer; die hoofdstukken namelijk die Calvijn in het derde boek van zijn Institutie behandelt, waar het gaat over 'de wijze waarop de genade van Christus verkregen wordt de vruchten die daaruit voortkomen en d werkingen die daaruit volgen'. Als de uigever in zijn presentatie zegt dat dit boek "de gehele geloofsleer" behandelt, dan is dat wel wat te ruim aangeduid. De toeeigening des heils valt niet samen met het geheel van de Christelijke religie, hoewel het wel een voornaam onderdeel daarvan is.
Achtereenvolgens komen in dit boek deze onderwerpen ter sprake: roeping, wedergeboorte, geloof, bekering, rechtvaardiging, aanneming tot kinderen, heiligmaking, volharding, sterven en opstanding, wederkomst. Het zijn als het ware de schalmen die samen de keten van de orde des heils vormen. De volgorde is niet willekeurig. Er is inderdaad sprake van een bepaalde 'orde" waarin het de heere behaagt Zijn werk in het leven van een zondaar te openbaren. De aanduiding 'orde des heils" is in de Gereformeerde theologie dan ook heel gebruikelijk. Wel is het de vraag of Calvijn in deze strikte zin een heilsorde heeft geleerd (anders dan Vreugdenhil in zijn boek suggereert), maar de elementen daarvan zijn onmiskenbaarook bij hem aanwezig.
Ik zou in het kort nog een aantal opmerkingen bij dit boek willen maken. De eerste is dat de schrijver zijn best doet deze niet-eenvoudige materie voor zijn lezers duidelijk te maken. Daarbij schrijft hij in de taal van onze tijd. zonder athreuk te doen aan de inhoud van de Bijbels begrippen. Vervolgens: terecht wijst ds. Vreugden
Vervolgens: terecht wijst ds. Vreugdenhil aan het begin van zijn boek op een tweetal gevaren in dit verband. We kunnen eenzijdig zijn door de gehele nadruk te leggen op de verwerving van het heil door Christus. Anderzijds kan er scheefgroei voorkomen wanneerde tóepassing alle accent krijgt, ten koste van Gods werk buiten en zonder de mens. De verkiezing als zodanig wordt in dit boek niet behandeld. Het is juist wanneer de schrijver erop wijst dat de verkiezing niet tot de orde des heils behoort.. Als er van één weldaad geldt dat ze geheel buiten de zondaar om gaat. dan is het wel het Goddelijk besluit van de verkiezing. Ze is immers van eeuwigheid. Wel wordt in een later hoofdstuk de verzekering van de verkiezing besproken: als zij door het geloof de vruchten van de verkiezing met een heilige blijdschap en een heilig vermaak in zichzelf waarnemen"".
Zelfs twee hoofdstukken wijdt de schnjver aan de roeping tot het heil. Allereerst behandelt hij de ernst van de roeping en in de tweede plaats de uitwerking, het effekt dat de roeping heeft. Dat is een goede, confessionele onderscheiding.
De HEERE roept ernstig en welgemeend; maar slechts daar waar Hij door Zijn Geest de roeping op het hart bindt, zal ze de bedoelde en gezegende uitwerking ontvangen. Daarom wordt ook wel enerzijds van een ernstige roeping en anderzijds van een krachtdadige (betereffektieve) roeping gesproken. In het spoor van veel gereformeerde vaderen spreekt Vreugdenhil dan van een uitwendige en een inwendige roeping. De bijbelse spanning tussen die beide redeneert hij echter niet weg. In de hoofdstukken 10 en 11 spreekt ds
In de hoofdstukken 10 en 11 spreekt ds Vreugdenhil over de bijzondere weldaad van de aanneming tot kinderen. Hij doet dat in navolging van vader Brakel in diens 'Redelijke Godsdienst". Ook de Westminster Confessie spreekt hierover uitvoerig. Zo niet echter onze eigen belijdenisgeschriften. Het is dan ook extra te waarderen dat in deze bundel daarover wel geschreven wordt. Aan het eind van zijn boek heeft Vreug
e Aan het eind van zijn boek heeft Vreugdenhil een bescheiden opsomming van literatuur opgenomen. Zelf maakte hij ook van de hier genoemde werken gebruik. Bovenaan staat ds. G. H. Kersten, gevolgd door dr. H. Bavinck. Johannes Calvijn en Wilhelmus ä Brakel. Een merkwaardige volgorde! Het viel me op dat kennelijk geen gebruik gemaakt is van de geschriften van Alexander Comrie en Thomas Boston; wel is met name de eerstgenoemde via de dogmatiek van ds. Kersten duidelijk aanwezig. Jammer dat de naam van dr. H. F. Kohlbrugge hier niet voorkomt
Slechts tot schade van onszelf kunen we hem onbestudeerd laten - zeker als het de orde van het heil betreft. Wanneer mede zijn gedachtengoed in dit boek was verwerkt, zou het op cruciale punten aan helderheid en belijndheid zeker hebben gewonnen. Tot slot wijs ik nog op de titel. Die luidt
Tot slot wijs ik nog op de titel. Die luidt Alles uit genade. De schrijver zal ermee willen aanduiden dat in de heilsorde alles genade is. Onze werken inklusiel onze geestelijke werkzaamheden hebben geen enkele verdienste bij de HEERE. Ik geef ds. Vreugdenhil in dit verband nog even het woord. De ware bevinding komt op uit het
De ware bevinding komt op uit het horen van het Woord waarin het voorwerp des geloofs wordt \oorgesteld. En het is de Heilige Geest Die de toepassing daarvan moet schenken in het hart Alles \loeit voort uit de gunst \an God: onze werken en bevinding zijn vrucht van Zijn ontferming. Bij het spreken over 'de orde des heils' komt het er dus op aan dat degenadewcidaden hun wortel hebben in de eeuwigheid, in Gods genadige verkiezing: in de t\\eede plaats dat zij in de tijd verworxen zijn door Jezus Christus in Zijn Middelaarsweik en m de derde plaats dat zij door de toepassende bediening van de Heilige Geest aan ons worden geschonken. Hij neemt het uit Christus en geeft het aan zondaren. Middelharnis J.M.J. Kieviet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 augustus 1991
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 augustus 1991
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's