Overdenking uit de Heilige Schrift
Gericht en genade
..Komt dan. en laat ons samen richten, zegt de Heere: al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol." (Jesa/a 1:18)
Welk een hartelijke nodiging bevat dit tekstwoord!
„Komt dan..." En die nodiging is gericht tot een volk, dat het zwaar verzondigd heeft.
Als ge Jesaja 1 doorleest, dan verneemt ge daar, dat de zonde van het bondsvolk Israël hemelhoog was gestegen!
Van het hoofd tot de voeten niets geheels meer, maar wonden en striemen en etterbuilen (vers 6).
De leidslieden worden genoemd: oversten van Sodom!
En het volk: gij volk van Gomorra. In boosheid en gruwelen evenaart het Sodom en Gomorra. Sodom en Gomorra, dat de rijkdom van
Sodom en Gomorra, dat de rijkdom van Gods verdraagzaamheid en goedertierenheid heeft veracht, en door het vuur van Gods verbolgenheid in één ogenblik werd verslonden.
God noemt de zonde bij haar naam. Kent ezel en os, toch niet zulke verstandige dieren, nog zijn meester en bezitter... het bondsvolk is minder dan deze dieren... het heeft geen kennis, zegt de Heere (vers 3).
Zelfs klaagt Hij: „waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken .. (vers 5).
Het is alsof God het volk meer aan zichzelf wil overlaten. Het heeft ook niet anders verdiend... het heeft verdiend voor eeuwig te worden verstoten. En dan komt daar dat ontroerende 18de
En dan komt daar dat ontroerende 18de vers, hierboven afgedrukt: „Komt dan en laat ons samen richten..."
Welk een genade! De profeet roept de gehele natuur op om te horen wat de Heere zijn volk te zeggen heeft.
Dat hemel, aard' en zee en berg en dal, vol verwondering aanschouwen de genade en goedertierenheid van God. Hoe Israël ook waardig is te worden verworpen... de Heere wil Zich over dat volk ontfermen.
„Komt toch", zo roept Hij hen toe, „laat ons samen richten."
* * *
„Laat ons samen richten."
Hoor ik dat goed? Roept de Heere op tot het gericht?
Maar wordt dan de glans en schoonheid van de nodiging niet verduisterd? Moet dan niet alle hoop vervliegen? Is dan het gericht... genade? Als God dat zondige volk... als God u en
Als God dat zondige volk... als God u en mij met Zich in het gericht betrekt... wat dan? In het gericht van God: daar klinken de
In het gericht van God: daar klinken de felle aanklachten ons tegen, daar worden onze zonden blootgelegd, onze verborgen motieven aan de dag gebracht, alle bedekking weggerukt.
In het gericht van God: daar staan we schuldig aan alle kant, daar wordt de schuldbrief ons uitgereikt. En wie zal de rekening vereffenen?
In het gericht van God: daar wordt het verstaan:
En toch„. het kan niet anders! Er is alleen genade door het gericht heen. Sion wordt verlost, ja, maar door recht! Er moet recht gedaan worden. De mens moet zijn schuld leren inzien, moet zondaar voor God worden gemaakt. Eerst moet de donkere weg door het oordeel heen worden bewandeld, moet de mens het schuldig leren uitspreken over zichzelf
Daartoe roept God zijn volk in dit woord op.
Dat volk moet komen lot God met al die wonden en builen en striemen. Komt zoals ge zijt!
Erkent, dat de zonde afschuwelijk en hemeltergend is, dat ze de verdoemenis afdwingt.
Erkent dit met een verbroken hart. Meer vraagt God niet. Maar met minder is God niet tevreden. Als wij, ontdekt door Woord en Geest,
Als wij, ontdekt door Woord en Geest, zo eens tot het gericht mochten komen, met de erkenning, dat zonde schuld is voor een heilig God.
Wat zou het dan meevallen! Wat zou dan die bange ure van het gericht ook een zalige ure zijn. Een ure, waarin we onze Rechter om genade leerden smeken om dan te ervaren, dat de dood een deur tot het leven blijkt te zijn.
Hoor het uit het vervolg: „Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol."
God wil de diepe en felrode kleuren van het scharlaken en karmozijn, kleuren die onuitdelgbaar zijn en zelfs met de hulpmiddelen van de moderne wetenschap niet uit te wissen, wit maken, ja, zó wit, dat van het rood mets meer overblijft.„ Hij wil ze wit maken als sneeuw en als witte wol.
Hij wil de overtredingen vergeven, volkomen vergeven, zodat die mens met het rode kleed van de zonde, voor Hem komt te staan in reine, witte kleren. * :1s *
Met zulk een God zijn wij in rechtsgeding.
Een God, Die, schoon zwaar getergd, lankmoedig is en weldadig en groot van goedertierenheid.
En dat kan God doen omdat Hij GOD is. Hij heeft daartoe Zijn eigen Zoon gegeven. Die is in het gericht geweest. In het gericht van God kwam alles op Hem neer.
Daar bracht God het offer v^n zijn Zoon. Daar droeg de Zoon het oordeel... in het gericht Gods werd Hij verdoemd, opdat een zondaar in het gericht van God zou worden vrijgesproken. Welk een genade, als in het gericht alle
Welk een genade, als in het gericht alle hoop ontvalt. Hij onze hoop mag zijn. Als dan een volkomen Zaligmaker wordt geschonken en een volkomen zaligheid wordt toegepast in de ervaring dat „het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden."
Doch nooit krijgt iemand aan die genade deel of., hij moet komen tot dit gericht!
Daar de vuilheid van zijn zonde erkennen met een verbroken hart en voor zijn God belijden.
Er is geen andere weg dan... KOMEN. En er is alleen genade door het gericht heen. „Komt dan en laat ons samen richten",
„Komt dan en laat ons samen richten", zegt de Heere. Komt dan, zoals ge zijt en... het zal eeuwig meevallen. B. H. H.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1991
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 1991
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's