Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Boerin Van �Vredenhof�

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Boerin Van �Vredenhof�

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

- 14 - Vrouw Jansen kijkt onthutst op. Haar man is zeer opvliegend en staat bekend als een hooghartige en rijke boer. Zijn hoeve 'Wilgenoord' is de grootste, vijf uur in de omtrek, maar zijn hart verheft er zich op, dat is zijn fout".

Dat lijkt op wat boer Van der Zande vertelde, denkt Neel, terwijl haar ogen langs de regels vliegen.

„Dirk Dijkers een gluiper?" vraagt de boerin, als baas Jansen heeft uitgewoed, „ik houd hem voor een flinke kerel, die goed zijn plicht kent, durft te zeggen, zoals hij het meent en bovenal een degelijk christen is".

„Een christen zijn is heel mooi vrouw, dat spreekt, maar ondertussen de naaste oplichten is minder mooi. Mij dunkt, een degelijk christen moest dat nalaten", antwoordt Jansen, terwijl hij op zijn dampende koffie blaast, die de vrouw hem heeft ingeschonken.

„Maar vertel mij eens", zegt de boerin, „hoe kom je er nu toch bij, om zo uit te pakken over Dirk Dijkers en dat zo vroeg in de morgen, 't Is pas zeven uur en nu heb je al een hoofd zo rood als een gekookte kreeft".

De boer drinkt met enkele teugen de warme koffie en vertelt dan, waarom hij zo boos is op Dirk Dijkers.

„'t Is al enkele keren gebeurd", zegt hij, „dat ik 's morgens in de boomgaard onder sommige bomen bladeren en takjes zag liggen, die er blijkbaar afgerukt waren. De bomen waren flink geplunderd. Dadelijk had ik vermoeden op Dirk. Hoe het komt, weet ik niet, maar ik heb hem nooit goed kunnen uitstaan. Ik kon echter nierts bewijzen en daarom zweeg ik. Men moet tegenwoordig zo oppassen met die arbeiders. Ik hield dus mijn mond, maar ik dacht, vandaag of morgen loop jij vanzelf in de val. En jawel, da's nu eindelijk gebeurd. Vanmorgen kom ik weer in de boomgaard en daar had je 't weer gaande Tal van bomen waren weer geplunderd en onder een van de bomen vond ik een paar klompen. Nu weet ik wie de dief is. Dirk Dijkers is gewoon, met een gloeiende pook in al zijn klompen D.D. te branden. Hij heeft vannacht stellig een verdacht gerucht vernomen, terwijl hij in de boom zat; is er toen haastig van doorgegaan. Nu dacht ik, hij zal vanmorgen toch wel wat bedaard zijn, als hij mij ziet, maar geen denken aan. Hij doet precies alsof er niets gebeurd is, zo'n schurk. Maar de vrouw is het niet eens met haar man.

„Jan", zegt ze, „jongen je moet zo voorzichtig zijn met je beweringen. Er zijn mensen, die het er op toeleggen, hun naaste in 't verderf te storten en mogelijk is zo'n iemand hier ook in 't spel". „Heb jij dan vermoeden op iemand?" vraagt Jan

„Heb jij dan vermoeden op iemand?" vraagt Jansen belangstellend.

„Nee, dat juist niet, ik zou niet weten, wie het op Dirk gemunt moet hebben, want hij is, om zo te zeggen, iemand die geen kind kwaad doet". En dan begint vrouw Jansen brood te snijden, want het is hoog tijd. Vrouw Jansen legt het broodmes neer en ze zegt: „Jan, ik wil je eens een goed middel aan de hand doen, waardoor je spoedig te weten kunt komen, of Dirk de diefstal gepleegd heeft of niet"".

De baas van Wilgenoord kijkt zijn vrouw met een ongelovig gezicht aan.

„Als straks de appels rijp zijn aan de boom. waar Dirk van zou hebben gestolen"", zegt ze, „dan pluk je een zak vol van die vmchten en die laatje door Hans Kampen in de hut van Dirk brengen, met de boodschap erbij, dat dit appels zijn uit de boomgaard van de baas van Wilgenoord. Je zult zien, dat Dirk dadelijk de zak appels zal terugbrengen en alles eerlijk bekennen. Zo handel je volgens de Schrift, want je hoopt dan vurige kolen op zijn hoofd"". De boer heeft met aandacht geluisterd. ,."t Is een heel mooi plan", zegt hij, „maar tenslotte zal het blijken dat je er niets mee opschiet. De schelm heeft me nu al herhaaldelijk bestolen en als ik hem nu tot afscheid nog een zak mooie appels thuis laat brengen, zal hij denken, dat de baas niet wel bij 't hoofd is".

Hans Kampen, een arbeider van boer Jansen, heeft dit gehele gesprek afgeluisterd. Hij was op de deel, die slechts door een houten wand van het woonvertrek is gescheiden.

„Ik geloof, dat de vrouw niet goed bij 't hoofd is", zegt hij, „maar Hans zal wel weten, waar hij met de zak appels moet blijven, als 't zover komt". Hans Kampen is de gezworen vijand van Dirk

Hans Kampen is de gezworen vijand van Dirk Dijkers. Ook omdat Dirk een christen is, maar meer nog omdat hij de eigenlijke knecht op Wilgenoord is, terwijl Hans slechts dienst doet als 'los arbeider'. Dit laatste vooral is Hans een doorn in het oog. Hij wil knecht zijn, dan heeft hij vast werk, en dus ook vast loon en bovendien nog nu en dan een meevallertje De boer heeft met hem gesproken over de herhaalde stroperijen van Dirk en hem gezegd, dat hij Dirk zal wegjagen, zodra hij weer iets mist en dan kan Hans knecht worden.

„Als de boer nu maar spoedig weer iets mist", zegt Hans Kampen in zichzelf, terwijl hij een paard voor de wagen spant, waarmee de boer moet gaan rijden. Intussen peinst hij zijn hersens moe. om Dirk een poets te bakken. Eindelijk is Hans klaar met zijn werk en de boer rijdt weg. Aan het eind van de oprijlaan ziet de boer zijn zoontje Arie, een jongen van negen jaar, in de boomgaard lopen.

„Arie!", roept hij, „Arie! rijd je mee?" Vlug komt de Benjamin van de baas van Wilgenoord aanlopen en klimt op de wagen. De wagen draait nu de grintweg op in de richting van het dorp.

Hans Kampen gaat intussen vergenoegd de schuur in. Eindelijk heeft hij iets gevonden en op zijn tijd zal hij er wel mee voor de dag komen.

„Kijk vader", zegt Arie, nadat ze een poosje hebben gereden, „kijk daar loopt Dirk Dijkers". De boer wordt een tint bleker nu hij die naam hoort. Hij had Dirk nog niet opgemerkt. Dirk komt van het land met een zak aardappelen op de rug Hij heeft ze aan de onderwijzer van het dorp verkocht. De baas van Wilgenoord verhuurt elk jaar een groot stuk bouwland aan verschillende arbeiders van het dorp en Dirk Dijkers huurt er altijd een flink stuk van.

Baas Jansen schuift intussen ietwat onrustig heen en weer. Als hij vlak bij Dirk Dijkers is. geeft hij de klepper een tik met de zweep en rijdt de knecht snel voorbij, terwijl hij ogenschijnlijk al zijn aandacht wijdt aan een stuk haver, dat aan de andere zijde van de weg ligt. Hij is blij, dat hij Dirk voorbij is en maakt zichzelf wijs, dat hij zich flink gehouden heeft.

„Vader!", zegt Arie, na enige ogenblikken, terwijl hij nog eens omkijkt, „vader, waarom mocht Dirk niet met u meerijden'' Hij is toch onze knecht en hij droeg zo'n zware zak".

„Je zult niet te vaak bij Dirk komen, Arie", luidt het ontwijkend antwoord van de boer, „hij steelt de appels uit onze boomgaard, hij is een slecht mens, en als jij vaak bij hem komt, word jij even slecht als hij". (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

De Boerin Van �Vredenhof�

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's