De dorpsschool van Middelharnis
Inleiding Van oudsher was de school gelegen naast het raadhuis. De straat die tegenwoordig wordt aangeduid met Raadhuisstraat heette vroeger dan ook Schoolstraat. In 1825 werd op deze plaats een schoolgebouw opgericht. Deze school werd in 1840 aanmerkelijk uitgebreid. In 1885 nam men een nieuwe school aan het Beneden Zandpad in gebruik. De oude school kreeg hierdoor een andere bestemming. Inmiddels is ook de uit 1885 daterende school als zodanig niet meer in gebruik. De oude schoolgebouwen werden echter niet gesloopt en zijn ondanks vele verbouwingen nog redelijk tot goed in tact gebleven. In het nu volgende wil ik de historie van de schoolgebouwen beschrijven zonder al te diep op, vaak technische, details in te gaan.
Bouw nieuwe school in 1825
In 1822 lezen we in een verslag betreffende de toestand in de gemeente, dat het schoollokaal zeer slecht was ingericht en in een bouwvallige toestand verkeerde. Er werd een berekening gemaakt van de verbouwing en inrichting van een huis aan de westzijde van de Voorstraat tot een dorpsschool, hetgeen /2.300- moest gaan kosten. Hiervan zag men echter af en al snel daarna werd er een nieuw bouwplan ontwikkeld. Op 9 februari van datzelfde jaar werd aan de Koning een ontwerp-plan, tekeningen en een memorie van de begroting der kosten voorgelegd teneinde een bedrag ad ƒ 4.000,- uit "s Rijkskas te mogen ontvangen voor het stichten van een nieuwe school op de plaats van de oude school. Indien dit niet mogelijk was verzocht het gemeentebestuur om een renteloos voorschot van ƒ 4.000.- toe te kennen, dat jaarlijks met ƒ 500.- uit de gemeentekas kon worden afbetaald. De begrootte kosten kwamen op ƒ4.144,30. Bij brief van 11 augustus 1822 werd door het Rijk een subsidie van /'1.000,- toegezegd. De overige gelden moesten van derden komen. Op een gegeven moment had men blijkbaar de financiering rond, want op 2 juli 1825 vond de aanbesteding plaatsi Laagste inschrijver was Cornells Moijses jr. uit Goedereede, die voor f 4.300.- het oude schoolgebouw met aan de westzijde de schoolwoning moest afbreken om aldaar een nieuw schoolgebouw te stichten. Op 15 oktober 1825 was de bouw van de school al dusdanig gevorderd, dat men er onderwijs in kon geven. Er was ruimte voor 400 leerlingen.
Verbouwing school in 1840
Eerst in 1840 achtte men het noodzakelijk het schoolgebouw met een lokaal uit te breiden. De schoolwoning was reeds in 1839 opgeknapt. Op 1 april vond de aanbesteding plaats en als laagste kwam de Sommelsdijkse timmerman J. Mosterdijk uit de bus. Voor/4.300,- belastte hij zich met de aanzienlijke uitbreiding van de school, die hierna onderdak moest bieden aan zon 600 leerlingen. Het geheel was onderverdeeld in vier grote vertrekken, welke door houten wanden met glazen ramen en deuren van elkaar waren gescheiden. Door simpelweg de ramen te verschuiven was het mogelijk om een grote ruimte te creëren. In het 'Reglement der school te Middelharnis' uit 1842 vin
In het 'Reglement der school te Middelharnis' uit 1842 vinden we de volgende twee artikelen omtrent het schoollokaal. Artikel 43: „De onderwijzer zal de noodige zorg dragen voor de zindelijkheid en luchtigheid van het schoollokaal, en hetzelve, zoo dikwijls als dit zal noodig zijn, naar behooren ten zijnen koste doen schoon maken: ook zal hij voor de behoorlijke verwarming van hetzelve zorgen, waartoe de benoodigde brandstoffen en kagchels voor rekening van het schoolfonds zullen worden geleverd." en artikel 44: „Aan den onderwijzer zal voor den onderhoud en reparatie aan de lampen en voor de benoodigde olie. kousjes, enz. tot verlichting der avondschool op het einde van ieder jaar uit het schoolfonds worden uitbetaald eene som van zeven guldens voor elke lamp. welke tot behoorlijke verlichting der avondschool zal hebben gebrand. De benodigde lampen zullen voor de eerste maal, voor rekening van het schoolfonds worden aangeschaft." Door'het bestaan van het in 1838 opgerichte Schoolfonds
ontvingen alle kinderen kosteloos onderwijs. Er was een hoofdonderwijzer en er waren vijf hulponderwijzers aan de school verbonden.
In het begin van de jaren vijftig van de vorige eeuw werd de zondagsschool door steeds minder kinderen bezocht. In 1853 moest de zondagsschool verenigd worden met de avondschool. In 1855 werd de zondagsschool afgeschaft daar er bijna geen gebruik meer van werd gemaakt. Ook de zondagsschool huisde in de dorpsschool.
Verbouw oude school tot bewaarschool
Na het gereedkomen van de nieuwe scholen aan het Beneden Zandpad kwam het oude schoolgebouw leeg te staan. De oude school werd gedeeltelijk geamoveerd tot een bewaarschool met onderwijzereswoning.
In 1846 stond op de Oostdijk een bewaarschool. Deze school was in particulier bezit. Reeds in 1853 verkeerde deze school in bloeiende toestand en was het lokaal te klein. De bewaarschool (Poppeschole) was de voorloper van de latere kleuterschool. Het achterste gedeelte van de oude school werd ingericht tot bewaarschool. De architect van deze verbouwing was W. van Leeuwen. Het werk werd aangenomen door de heren Frans Willem van der Houwen uit Ouddorp en Aart van der Houwen en Kors Oosterlee uit Rozenburg voor een bedrag van ƒ4.989,-. Verbouw oude school tot postkantoor
Het gedeelte van de oude school met onderwij zerswoning gelegen aan de Schoolstraat (nu Raadhuisstraat) werd verbouwd tot Post- en Telegraafkantoor. Dit kantoor was daarvoor gevestigd in een gewoon huis op de Zandpad tegenover het nieuwe scholencomplex. Hierna is dit pand weer in gebruik genomen als woning. Naar een ontwerp van de uit Hellevoetsluis afkomstige
Naar een ontwerp van de uit Hellevoetsluis afkomstige architect W. van Leeuwen werden de werkzaamheden uitgevoerd door aannemer Cornells Maliepaard uit Sommelsdijk. Totale kosten ƒ 3.279,72. De voorgevel kreeg een geheel nieuw uiterlijk. In het rechtse gedeelte (nr. 5) werden i.p.v. twee nu drie ramen aangebracht gelijk aan de andere vier ramen in nr. 3. De twee deuren werden voorzien van hoge, getogode bovenlichten. Aan de rechterzijde werd er voor de postbestellers een bergplaats voor de pakketkarren gecreëerd.
In 1912 verhuisde het Post- en Telegraafkantoor naar een nieuw onderkomen aan de Ring 40-42.
Van school tot raadhuis
Nadat de postbeambten de panden aan de Raadhuisstraat hadden verlaten was de nieuwe bestemming van deze panden nog enige tijd onbekend. In 1952 werd op de zolder boven Raadhuisstraat 3 een drietal kantoorruimten en een secretariskamer gerealiseerd. In 1954 gevolgt door een omvangrijke interne verbouwing, waarbij o.a. Raadhuisstraat 5 werd ingericht tot kantoor van de dienst Gemeentewerken. In 1964 was de restauratie volbracht van het pand Voorstraat 4, het v.m. Burgerlijk Weeshuis van Middelharnis, dit werd het nieuwe onderkomen voor de dienst Gemeentewerken. De vrijgekomen ruimte aan de Raadhuissti-aat kon goed worden gebruikt voor het, i.v.m. de gemeentelijke herindeling, uitgebreide ambtenarenapparaat. De woning van mevrouw Driesse, eigenlijk deel uitmakende van de v.m. bewaarschool, werd bij de gemeentesecretarie getrokken en omgebouwd tot archiefbewaarplaats.
In 1957 besloot de gemeenteraad tot verbouw van de v.m. bewaarschool in een noodgymnastiekzaal. De zaal werd 8.52 m breed. 17.55 m lang en 4.36 m hoog. In de jaren zeventig werd ook dit gymnastieklokaal bij de gemeentesecretarie gevoegd.
Door het gestaag groeiende ambtenarenkorps werden de panden aan de Raadhuisstraat te klein en moest gezocht worden naar een oplossing voor dit huisvestingsprobleem. Er werden plannen ontwikkeld om alle opstallen, met uitzondering van het historische raadhuis, te slopen om aldaar nieuwbouw te kunnen verwezenlijken. Dit leverde te veel bezwaren op en er werd gekozen voor nieuwbouw elders in Middelharnis. In december 1986 opende het nieuwe gemeentehuis haar deuren en werd besloten tot verkoop over te gaan van de panden Raadhuisstraat 3-5 aan de notarissen Ter Braak & Schuring.
Laatstgenoemden richtten de panden in als notariaat. De bovenverdieping werd echter niet benut. Toen in begin 1989 tekenaar/illustrator Rien Poortvliet een onderkomen zocht voor zijn werken en zijn oog liet vallen op het fraaie raadhuis van Middelharnis. dat al enige tijd leeg stond, werd ook de gedachte geopperd om de bovenverdieping van het notariaat er bij te betrekken. Zo hebben de panden Raadhuisstraat 3 en 5 door de jaren heen de meest uiteenlopende funkties vervuld. Van lagere school, woning(en). bewaarschool, post- en telegraafkantoor. gemeentesecretarie, belastingkantoor, brandweerkazerne, gymnastiekzaal. kantoor Gemeentewerken, notariaat tot museum.
De nieuwe school aan het Beneden Zandpad
Rond 1880 werd het duidelijk, dat het schoolgebouw veel te klein was om aan het snel toenemende aantal schoolkinderen onderdak te kunnen bieden. Uitbreiding op de bestaande lokatie was om verschillende redenen niet gewenst en zo rees de idee om twee scholen kompleet met twee onderwijzerswoningen te bouwen op de vroegere 'Wei'. Op deze wei werd in 1870 èn op 5 en 6 juni 1878 nog een tentoonstelling gehouden van landbouwwerktuigen en van paarden, vee en pluimgedierte, uitgaande van de Afdeling Overflakkee en Goedereede van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw.
Op 3 juli 1883 werd door de Utrechtse architect P. J. Houtzagers het bestek opgemaakt; drie weken later gevolgd door de aanbesteding. Laagste inschrijvers waren A. de Neef uit Brielle en W. van Leeuwen uit Hellevoetsluis voor / 56.884,-(dit is dus voor de scholen en de twee woningen!).
Waarom praat ik nu steeds over twee scholen? Er was namelijk in die tijd een jongens- en een meisjesschool. 6 November 1884 werden de gebouwen door het gemeentebestuur, architect, opzichter en aannemers geïnspekteerd en goedgekeurd. Op 11 december d.a.v. keurde ook de District-Schoolopziener de gebouwen goed. Vanaf die datum werd er iemand belast met het toezicht op en het luchten van de nieuwe gebouwen tot 1 mei 1885. Betreffende persoon kreeg hiervoor een beloning van / 3.- per week. Op 13 maart 1885 richtte het schoolhoofd M. de Jong een brief aan het college van B & W dat de tijd vordert, dat hij naar de nieuwe onderwijzerswoning zal moeten verhuizen en vraagt aan het gemeentebestuur nog enige kleine bezwaren, die aan de nieuwe woning kleven, weg te nemen.
Het was de bedoeling de gebouwen op 1 mei 1885 in gebruik te nemen, maar dit kon niet doorgaan i.v.m. ernstige ziekte van het hoofd en werd dus een maand uitgesteld. Aan het waarnemend schoolhoofd Jurjen Snijder werd op 10 juni medegedeeld, dat de nieuwe school voor jongens a.s. maandag zal worden betrokken (dit is maandag 15 juni 1885). Op donderdag 18 juni 1885 tegen 11.00 uur werden de scholen in bijzijn van de leden der Schoolcommissie officieel in gebruik genomen. De schoolkinderen waren intussen tijdelijk gehuisvest in de Kerkekamer.
Een ingrijpende aanpassing van het schoolgebouw vormde het vermaken van ramen in 14 lichtkozijnen. Deze schuiframen werden naar buiten toe draaibaar gemaakt geheel naar de eisen des tijds. Het verf- en glaswerk werd gegund aan Hendrik van der Wende voor f 109.50 en het timmer- en smidswerk aan Kornelis Kroos voor /' 325.-. De architectonische schoonheid van het schoolgebouw werd hierbij gelukkig niet aangetast.
In 1922 stelde het college van B & W voorschriften vast betreffende het schoonhouden van schoolgebouwen en -terreinen. We lezen het volgende: ..1. Alle lokalen worden eenmaal per week geveeegd. en eenmaal per week geschrobd. Schoolbanken, borden, kasten, richels. enz. worden eenmaal per week nat afgenomen De wanden der lokalen worden, zoo dikwijls dat nodig is. afgestoft. Hinderlijke verontreinigingen worden onmiddellijk weggeruimd. Het veegsel mag niet op de speelplaats worden gestort, doch wordt onmiddellijk in de daartoe bestemde vuilnisbakken geborgen. 2. De trappen en gangen worden eenmaal per week geveegd, en eenmaal per week geschrobd. 3. De privaten en urinoirs worden voortdurend zindelijk gehouden, zorgvuldig doorgespoeld, en eenmaal per week met creoline- of carboloplossing behandeld. Tweemaal per week worden de privaatemmers gereed gezet op de daarvoor aangewezen plaats en. na door den aschman geledigd te zijn. gereinigd met een 2% creoHneoplossing. 4. De waschfonteintjes worden geregeld gereinigd en gevuld. 5. De ruiten, zoowel van binnen- als buitenwerk, worden voortdurend helder en vrij van vuil gehouden. 6. Eenmaal per jaar wordt de geheele school grondig gereinigd. 7. De speelplaats en het schoolterrein worden vlak. goed afwaterend. onderhouden."
Op 2 juli 1930 werd in de gemeenteraad gesproken over de aansluiting van de school op de riolering. Het een en ander zou / 2.000.- gaan kosten. Een der aanwezige raadsleden
stelde daarop voor 'de uitvoering van dit werk uit te stellen, daar de bestaande toestand toch reeds 45 jaar had geduurd en ook voldaan." Het voorstel om toch over te gaan tot aansluiting werd daarop met een meerderheid van stemmen aanvaard.
In 1939 werd er door timmerman Dirk Mans voor een bedrag van ƒ 1.487,- verspijkerd aan de woning van de hoofdonderwijzer. Het betrof hier hoofdzakelijk het verbouwen van de voorkamer, het verbouwen van de bijkeuken tot keuken en het vergroten van een slaapkamer op zolder. In 1946 werd in de westelijke vleugel van de school een gymnastieklokaal, kleedlokaal en wasruimte gerealiseerd.' Hierbij kwamen drie leslokalen en twee gangen te vervallen De werkzaamheden werden uitgevoerd door plaatselijke ambachtslieden: timmerwerk C. Kroos / 2.600,-; glas- en schilderwerk de schilders Visser, de Koning, van der Sluis en Jongejan / 1.707.50; metsel- en betonwerk A. Mans J 3.800.-.
Achter het schoolgebouw werden kort na de bouw van de school een drietal straatjes met arbeiderswoningen aangelegd; de zogenaamde Weistraatjes. In april 1971 begon de Fa Pulleman uit Oude Tonge met de afbraak van deze woninkjes om ruimte te scheppen voor de uitbreiding van LTS. De gemeente had de huisjes opgekocht voor ƒ 225 000.-. Alleen een klein gedeelte van de Derde Weistraat is nog aanwezig.
Het 75-jarig bestaan van de school
Het gebouw verkeerde in 1959 konstruktief nog in goede staat. De indeling voldeed echter in genen dele aan de eisen des tijds. Teneinde een voldoende verbetering te verkrijgen werd er een renovatieplan ontworpen. Voor deze interne verbouwing werd door de gemeenteraad een krediet van ƒ33.000.- beschikbaar gesteld. Aansluitend op de verbouwing moesten er aan het gebouw verschillende voorzieningen getroffen worden. Het betrof hier vernieuwen van de plafonds, binnenschilderwerk. vervangen van de buitendeuren, het creëren van een berging op zolder en het vernieuwen van een vloer in een van de lokalen. Totale kosten ƒ 7.500.-. Naast het treffen van enige voorzieningen aan het gebouw was het voorts noodzakelijk de beschikking te hebben over een krediet voor aanschaffing meubilair, etc. De gemeenteraad stelde daartoe een bedrag van ƒ 9.200.- beschikbaar.
Op 17 juni 1960 werd het 75-jarig bestaan van de zojuist gerenoveerde openbare lagere school uitbundig gevierd, 's Morgens gingen de kinderen in een optocht door het doi-p, waarna zij omstreeks 10.00 uur naar het Meijer Theater gingen om daar het kinderprogramma mee te maken. Om 15.00 uur was er een bijeenkomst in het gymnastieklokaal van ouders en belangstellenden. Hierbij de gelegenheid tot bezichtiging van de geheel verbouwde school, "s Avonds was er voor genodigden een feestavond in de aula van de RHBS georganiseerd.
De schoolbrand van 1965
Maandagmiddag 21 juni 1965 vernietigde een uitslaande brand zes lokalen van de school aan het Beneden Zandpad. De brand brak omstreeks 12.00 uur uit, een kwartier nadat de 270 leerlingen de school hadden verlaten. Waarschijnlijk is de brand uitgebroken op de zolder van de oostelijke vleugel, waar enkele tonnen oud papier lagen opgeslagen. Daar kraaide de rode haan bovendien het hevigst en deze vleugel brandde dan ook geheel uit. De gevel werd later op de middag gestut.
De brandweerkorpsen van Middelharnis. Sommelsdijk en Stad aan 't Haringvliet spanden zich in om het vuur te beperken, maar over dee zolder zocht het zich een weg naar het midden-gedeelte van de school. Behulpzame burgers vormden in de verstikkende rook een aaneengesloten ketting waariangs leesboeken, stoelen, banken en andere schoolspulletjes uit de bedreigde lokalen naar het Zandpad werden gebracht.
Wagens van de EMGO, Binnenhof en gemeente reden af en aan om het geredde naar de Veiling aan de Kon. Julianaweg te brengen. De brand breidde zich snel uit. Toch kon een groot gedeelte van de school worden behouden. De naast de school staande onderwijzerswoningen bleven ongedeerd. De gemeenteraad besloot nog diezelfde dag in een ingelaste raadsvergadering, dat zo spoedig mogelijk tot herbouw diende worden over te gaan en het college van B & W te machtigen over een bedrag van /" 200.000.- te beschikken. In juli was men reeds volop bezig met het in oude toestand
In juli was men reeds volop bezig met het in oude toestand terugbrengen van het middengedeelte van de school. De indeling van de oostvleugel werd gewijzigd. In de plaats van het vroegere handwerklokaal, het muzieklokaal en de gang realiseerde men een toilettenpartij en een zaaltje, waarin men kleine schoolbijeenkomsten en overige aktiviteiten kon organiseren. In de raadsvergadering van 28 juli 1965 besloot men niet alleen om tot vorenstaande verbouwing over te gaan. maar werd tevens besloten om het schoolgebouw te voorzien van een automatische centrale verwarmingsinstallade met oliestook. De verwarming geschiedde voordien met oliekachels (In het begin met kolenkachels). Met de verzekeringsmaatschappij werd in juli een akkoord bereikt over de te verienen schadeloosstelling. Men vergoedde voor het gebouw een bedrag van / 161.828.- en voor inventaris/leermiddelen f 49.670.-.
De brand viel ongelukkigerwijs precies in de feestweek ter gelegenheid van het 500-jarig bestaan van Middelharnis. De burgemeester deelde mede. dat de feestelijkheden zouden zijn afgelast, wanneer er slachtoffers te betreuren waren geweest. Nu werd er alles aan gedaan om de festiviteiten door te laten gaan. De muziekvereniging Sempre Crescendo leed ook aanzienlijke verliezen, daar een groot deel van haar instrumentarium in de vlammenzee verioren ging. De nieuwe school 'D'n Tuun'
In het begin van de jaren tachtig achtte men het noodzakelijk dat de school aan het Beneden Zandpad als zodanig werd afgeschreven. Men vatte het plan op om aan de Pr. Marijkestraat een nieuw schoolgebouw te stichten. Een deel van de Gemeentetuin werd opgeofferd en in het najaar van 1983 kon men met de grondwerkzaamheden ter plaatse beginnen. Januari 1984 startte men met de bouw van het nieuwe schoolgebouw met in april de eerste steenlegging. Op 28 augustus 1984 gingen de deuren aan de Pr. Marijkestraat open en aan het Beneden Zandpad, na bijna een eeuw. dicht. De oude school werd het nieuwe onderkomen van de St. Sociaal Cultureel Werk 'Het Diekhuus'. Middelharnis Jan Both
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's