Hoorzitting bezwaarschrift reformatorische schoolvereniging

Verhage stelde in zijn uitvoerige pleitnota dat de gemeenteraad zich onvoldoende heeft beziggehouden met de rechtmatigheid van de aanvraag. Volgens Verhage krijgt de op te richten school een geheel andere signatuur dan de bestaande school. Dit valt onder meer af te lezen uit de nadere uitwerking van de statuten. Hij wees er bovendien op. dat ook uit het plan van scholen kan worden opgemaakt dat er van een geheel andere signatuur sprake is. De sekretaris van de VGS verwees in dit verband naar een Koninklijk Besluit van 1933, waarin, zo stelde hij. gesproken wordt over een afzonderlijke Gereformeerde Gemeente schoolvereniging. De bestaande schoolvereniging rekruteert haar bestuursleden uit verschillende kerken. De nieuwe schoolvereniging daarentegen kent alleen bestuursleden die behoren tot de Gereformeerde Gemeenten. Uitvoerig ging Verhage in op het bestuursbeleid van de Prins Mauritsschool. Hij stelde dat het beleid kan veranderen zonder dat de statuten gewijzigd worden. Het totale klimaat op een school is mede bepalend voor het onderwijs dat er gegeven wordt, zei hij. De nieuwe vereniging is van mening dat het klimaat op de bestaande Prins Mauritsschool niet (meer) reformatorisch genoemd kan worden.

Mr. S. Patijn, commissaris van de Koningin in Zuid-Holland en voorzitter van de beroepscommissie, achtte het argument over het klimaat op de school evenwel niet relevant voor de formele beoordeling van het beroepsschrift. Op zijn beurt verklaarde Verhage, dat de nood van de ouders, gezien hun doopbelofte, hen ertoe noodzaakt tot juist deze schoolkeuze te komen.

Wethouder Schouten voerde aan dat de bestaande school het predikaat 'reformatorisch' verdient, omdat het personeel nagenoeg geheel afkomstig is van de reformatorische pabo 'De Driestar" te Gouda. De kritiek op de inhoud van het onderwijs kan volgens Schouten geen reden voor het gemeentebestuur zijn om deze aanvraag te honoreren; die kritiek hoort - aldus dhr. Schouten - in de algemene ledenvergadering van de schoolvereniging thuis waar zij, gelet op de identiteit en de richting van de school, serieus genomen zal worden. Waarom, zo vroeg hij zich af, blijven deze kinderen dan nog op deze school als de leer en het klimaat er zo verkeerd zijn.

De voorzitter van de schoolvereniging, R. van Putten, wees op de geschiedenis van de laatste jaren. Tevens suggereerde hij dat de Gereformeerde Gemeente te Dirksland weliswaar als een eenheid naar buiten treedt, maar in feite geen eenheid is. De hiërarchie binnen het kerkverband van de Gereformeerde Gemeente zou hier mede debet aan zijn, aldus Van Putten.

De vragen die commissaris Patijn stelde in reaktie op de door de verschillende woordvoerders gehouden betogen, waren nogal kritisch in de richting van de nieuwe schoolvereniging. De griffier ging meer in op de juridische kant van het geschil. In zijn vraagstelling wees hij de wethouder erop dat ook in sommige stukken van het gemeentebestuur onderscheid wordt gemaakt tussen protestaittschristelijk onderwijs enerzijds en 'pure Gereformeerde Gemeente-school' anderzijds.

De uitspraak wordt voor het eind van dit jaar verwacht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen