De Boerin Van �Vredenhof�
- 21 -
Zij waren vuurrood geworden. Immers, nog nooit hadden zij zo iets moois voor zichzelf gehad en er waren er bij die werkelijk geen woord konden zeggen van blijdschap.
Het had Neel toch goed gedaan, dat zij op deze manier iets voor die arme mensen heeft kunnen doen. Slechts enkele herinneringen kan zij zelf meenemen en ook het goud en zilver van moeder doet zij niet weg, behalve een gouden broche, die ze aan tante Marie heeft gegeven voor al haar moeite. Deze heeft dit geschenk eerst niet willen aanvaarden maar Neel heeft er zo op aangedrongen, dat de boerin het niet durfde weigeren.
Tante Marie heeft het meisje geadviseerd om koopdag te houden; anders blijven er een hoop spullen over en dat is niet de bedoeling.
Neel heeft aarzelend toegestemd en boer Van der Zande heeft alles voor haar geregeld. Zij ziet nu ook wel in, dat dit de beste oplossing is. En nu is het dan zover.
De vorige dag is het kijkdag geweest en de dorpsbewoners hebben van deze gelegenheid druk gebruik gemaakt het gehele huishouden van Neel Wirts grondig te bekijken, te betasten en te bekritiseren. Wat een drukte was dat geweest in het oude renteniershuis. Jong en oud krioelde door elkaar, want iedereen wilde weten, wat Neel zoal in huis had.
Neel heeft het met weemoed in het hart aangezien en soms moeite gehad om niet in tranen uit te barsten. Dan was zij de tuin in gevlucht omdat zij het niet meer kon aanzien. Als vader dit toneel nog eens had kunnen zien, wat zou hij zich diep vernederd hebben gevoeld, wat zou hij zijn vuisten ballen in machteloze woede. Zo gaat het nu in het leven. Niets 's hier bestendig en alles heeft zijn bestemde tijd.
Het meisje moest telkens denken aan de woorden van boer Van der Zande, toen hij die avond het huis was wezen kopen. En men weet niet wie het tot zich nemen zal. Hoe komen deze woorden hier in deze situatie duidelijk uit.
De openbare verkoping begint vanmiddag om half een. Dan hebben de meeste mensen gegeten en is de belangstelling het grootst. Tegen twaalf uur arriveert de notaris met een klerk, want de verkoping moet officieel gebeuren. Even later komt veekoper Jansen die als oproeper fungeert. Bij elke koopdag op het dorp is Jansen de man die het woord voert. Dat is al een traditie van jaren her.
De veekoper met zijn radde tong heeft er slag van om de goederen tegen een zo hoog mogelijk bod te verkopen. Daarom is deze koopdag bij hem in goede handen en als teken van zijn waardigheid houdt hij ook nu een wandelstok in de handen. Een halfuur voordat de verkoping begint, heeft zich voor het oude renteniershuis al een grote menigte verzameld. Er zijn er velen, die een goed plaatsje willen om het gehele gebeuren op de voet te kunnen volgen.
Neel Wirts vertrekt echter zo spoedig mogelijk naar de hofste van Van der Zande. Op aanraden van tante Marie zal zij deze voor haar zo uiterst pijnlijke zaak niet persoonlijk meemaken. Het meisje heeft er in toegestemd en op haar verzoek zal boer Van der Zande een oogje in het zeil houden.
Klokslag half een geeft de notaris het sein om te beginnen en leest vlug de voorwaarden voor. Bij de voordeur staat de oproeper gereed. Hij is bovenop een stoel gaan staan en kan zodoende alles overzien.
Het volk begint te dringen om maar niets te missen.
Eerst komen de meubels aan de beurt en temidden van het geroezemoes van stemmen, schreeuwt de oproeper; „Wie biedt, meubels voorkamer. ameublement!" Het geroezemoes verstomt.
Nu gaat het beginnen.
„Veertig gulden!" roept er iemand.
„Veertig gulden!", herhaalt Jansen, „wie biedt meer dan veertig gulden!"
De enkele gegadigden wachten in spanning af Een inzet van veertig gulden is niet mis. Voor die stoelen en bank is het wel wat veel.
„Tweeënveertig gulden!" roept opeens een lange boer.
„Tweeënveertig gulden", herhaalt de verkoper, „wie biedt meer dan tweeënveertig gulden!"
De notarisklerk die vlak bij de oproeper staat, heeft haastig de naam van de laatste bieder genoteerd voor tweeënveertig gulden.
„Drieënveertig!", klinkt het uit de menigte.
„Niemand meer dan drieënveertig gulden? Kom mensen we moeten verder, er moet nog meer gebeuren vanmiddag!", roept Jansen, terwijl hij vervaarlijk met zijn wandelstok zwaait.
Er is niemand meer die nog biede wil, zodat het ameublement uit de voorkamer voor drieënveertig gulden is verkocht.
Dan komen de meubels en kasten uit de achterkamer aan de beurt. Zo gaat het in snel tempo verder en terwijl de dorpsbewoners, vooral de vrouwen genieten van deze welkome afwisseling, worden de bezittingen van Neel Wirts stuk voor stuk verkocht.
Het loopt dan ook al tegen het eind van de middag, als oproeper Jansen voor de laatste maal geroepen heeft: „Wie biedt, één gulden, eenvijftig, twee!"
Boer van der Zande heeft beslag gelegd op de oude Statenbijbel. Er waren vrijwel geen bieders voor dit Boek, dat door Neel zo mooi was opgepoetst. Voor een zacht prijsje heeft hij het oude erfstuk van de familie Wirts gekocht.
In een zijkamertje van het renteniershuis nemen de notaris en zijn klerk plaats om de gelden in ontvangst te nemen.
De vele belangstellenden zijn al vrij spoedig van het toneel verdwenen. Zij hebben er niet het minste belang bij nog langer te blijven. Ook de verkoper vertrekt, zijn taak is afgelopen. Het is best gegaan vanmiddag stelt Jansen met een tevreden gezicht vast en de notaris blijkt er ook zo over te denken, want de oproeper gaat met een flinke vergoeding de deur uit.
Alleen de kopers gaan één voor één het kamertje binnen om af te rekenen. Het is zo de gewoonte, dat de gekochte goederen mogen worden weggehaald, als alles kontakt is betaald. Tot laat in de avond is men dan ook bezig, het huis leeg te halen. Het is lange tijd niet zo druk geweest in de Dorpsstraat van het dorp aan de Lek.
Rond zes uur is boer Van der Zande na te hebben afgerekend naar huis gegaan. De Statenbijbel heeft hij in een kast gelegd en de sleutel eivan in zijn zak gestoken.
De boer is er van overtuigd, dat de koopdag een succes is geworden, zal zal het Neel niet veel kunnen schelen hoeveel alles heeft opgebracht.
Vooral die schilderijen hebben het best gedaan.
Die Wirts heeft vroeger goed geweten wat hij heeft gekocht. Er waren een paar opkopers uit de stad die tegen elkaar op stonden te bieden, dat het niet mooi meer was. Misschien zijn die dingen nog veel meer waard, want dergelijke handelaren weten heel goed wal ze doen.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 22 oktober 1991
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 22 oktober 1991
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's