,,Bewaar het pand�
,,Ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren". (Psalm 119 57b)
Eeuwen tevoren gaf de Heere aan het volk Israël het beloofde land tot een erfdeel. Elke stam kreeg een gedeelte toegewezen om er te wonen en er de Heere te dienen. De Psalmist trekt in dit verband een vergelijking: „De Heere is mijn Deel". Zoals de Israëlieten een erfdeel ontvingen, heeft ook de Psalmist zijn rijk bezit.
Dat aardse erfdeel kon verloren gaan. Dat zien we gebeuren, als het volk van Israël in ballingschap gaat. Waar is dan hun erfdeel? Kunnen de vijanden dan niet terecht spottend vragen: „Waar is uw God''" Maar als de Heere zichzelf wegschenkt, kan het niet worden afgenomen. Van die troost zingt de Psalmist: „Ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren".
Dat is een beeld uit het leven van het volk van Israël. De Heere gaf hen het beloofde land, om er de Heere te dienen: om Zijn geboden en Zijn woorden te bewaren. Zo heeft Hij Zijn woorden ook ons gegeven. Dat is een groot wonder.
Immers, we kunnen niets bewaren, zo het eerst niet is geschonken. Zien we dan, welk een wonder het is, dat de Heere ook ons Zijn woorden toevertrouwde?
En die moeten we bewaren Hoe'' Niet achter glas, onbereikbaar voor iedereen.
Dan hebben we er niets aan. Maar we moeten ze gebruiken. De woorden Gods zijn als een gereedschap. Rust roest, maar gebruik staalt! Leven we zo bij de woorden Gods? Ze zijn zo nuttig. Ze wijzen ons de weg tot de zaligheid. Ze zijn een wapen in de strijd tegen de zonde.
Zo heeft de Reformatie het ook verstaan.
De nood van de Kerk van Rome was, dat het licht van het Woord niet meer scheen. En door 's Heeren goedheid kwam het licht weer op de kandelaar
Niet, om er in valse rust bij te gaan zitten. Maar om er heilig werkzaam mee te zijn. Als de Psalmist belijdt (belooft), dat hij de woorden Gods zal bewaren, brengt dat hem ook in de strijd. Want er is een vijand, die ze hem wil ontnemen: de duivel. Hoe doet hij dat? Allereerst door soms hevige aanvechtingen. Wat een benauwde ogenblikken heeft Luther daardoor gekend. Maar we moeten ook de geest van de tijd niet vergeten. Als deze doorwerkt, verliezen we de waarde van de woorden Gods uit 't oog. Hebben wij ook oog voor deze gevaren? En wat stelt de duivel er tegenover? Woorden van leugen, bedrog, misleiding en een eeuwig verderf.
En als we daarentegen denken aan Christus? Bewaarde Hij de woorden Gods niet, toen de duivel deze Hem wilde afnemen? Dan is het geen verdienste, als de woorden Gods bewaard worden. Het IS niet anders dan een vrucht van Christus' werk
Wat houden deze woorden in? Allereerst spreken ze van de genade en de verzoening in Christus. Persoonlijk doorleefd!
Want het zijn geen ijdel klinkende woorden, maar woorden, die in het hart weerklank vinden. Dat doet ons denken aan het werk van de Heilige Geest. Als Hij de snaren van het hart aanroert, gaan de woorden Gods leven. Dan is het geen last, om ze te bewaren.
Zó te spreken, was ook de kracht van de Reformatie. Rome kende vele dode vormen, maar in de tijd van de Reformatie gaf de Heere de levende bediening van het Woord weer terug. Toen werd opnieuw van de kansel verkondigd, hoe de Heere zondaren rechtvaardigt om niet en de weldaden, door Christus verworven, schenkt. Toen werd opnieuw doordacht, hoe dit alles bevindelijk en persoonlijk gekend werd in de weg van het waarachtige geloof Maar hoe ligt het voor ons? Kennen we
Maar hoe ligt het voor ons? Kennen we nog iets van de diepgang van deze prediking? Want we mogen er niet zorgeloos op rusten. Is er in ons hart een ware begeerte, de woorden Gods te bewaren? Dat is een vraag, die in de Schrift zo per
Dat is een vraag, die in de Schrift zo persoonlijk doorklinkt. En als zondige mensen hebben we slechts één neiging: om de woorden Gods los te laten. Maar als de vreze Gods in het hart
gevonden wordt, zal het óók uitkomen in de levensheiliging. Als de Psalmist spreekt over de woorden Gods, dan doet dit ons óók denken aan de wijze, waarop ze in de praktijk van het leven doorwerken. Daar heeft de Reformatie ook voor gestreden. Niet alleen voor de rechte belijdenis, maar ook voor de levenswandel, waarin de Heere aan Zijn eer zou komen. Als we dat beseffen, zullen we te meer bevreesd zijn voor de geest van de tijd, die ons van de dienst des Heeren wil aftrekken en begerig zijn naar de werking van Gods Geest in het hart. Dat geeft zegen ook in de praktijk van
Dat geeft zegen ook in de praktijk van het leven. Als de Psalmist spreekt over de woorden Gods, dan ziet hij Zijn handelen niet over het hoofd. In liet bijzonder bedoelt hij 's Heeren leiding in het leven, óók in dagen van tegenspoed. Dan kan de weg moeilijk zijn. Maar als
Dan kan de weg moeilijk zijn. Maar als we de woorden Gods bewaren, is het mogelijk, eenswillend te zijn met de weg, die de Heere gaat. Dat gaat menigmaal met innerlijke strijd gepaard. Want niemand is het uit zichzelf eens met wat de Heere doet. Maar waar de Heere er in meekomt, wordt ook een weg van kruisdragen gezegend.
Intussen gaat de ti)d voort. Meer en meer komen we in de tijd van de verlating van Gods Woord. Dat heeft de Heere ook voorzegd. In het boek Openbaring wordt gesproken over het bewaren van het woord der lijdzaamheid. En dan wordt er een wondere belofte aan toegevoegd: „Zo zal Ik u ook bewaren uit de grote verzoeking!" De duivel zal de overwinning niet behalen. Maar het tekent ons wel de ernst van de tijd. En, als het goed is, ook de verwachting van het toekomende leven.
Gods woorden zijn een rijk bezit. Als we sterven, moeten we alles, wat we in ons bezit hadden, loslaten. Maar zij, die de woorden Gods bewaarden, mogen dit meenemen, dóór de dood heen tot in het eeuwige leven. Wat zullen wij meedragen, als het uur van de dood komt? Wat zullen wij bezitten, als we in de grote dag van Christus' komst voor Hem zullen staan?
In de eeuwige zaligheid zal het geen strijd meer betekenen, om de woorden Gods te bewaren. Want er zal geen vijand meer zijn. Er zal geen tijd van verzoeking en afval meer zijn. Daar wordt op een volmaakte wijze doorleefd, wat nü nog in de strijd gezongen wordt: „Mijn ziel bewaart Uw trouw getuigenis: dat heb ik lief ook doe ik Uw bevelen!"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1991
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1991
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's