Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TAALPRAATJE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TAALPRAATJE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

GILDE

Tegenwoordig zijn veel werknemers verenigd in een groot overkoepelend orgaan, de vakbond, waarvan het FNV en het CNV de belangrijkste zijn. Heel lang geleden, al ten tijde van Karel de Groote, waren er mensen die zich verenigden in gilden. In de ruimste betekenis een soort van broederschap met het doel elkaar bij te staan en te helpen onder het motto: samen werk. Een leus die ook thans nog geldt in sommige partijen. Met wat fantasie kan men het gilde

Met wat fantasie kan men het gilde beschouwen als voorloper van de vakbond.

Opmerkelijk is dat in sommige provincies, onder andere Brabant, Groningen en Gelderland, het woord gilde vrouwelijk was en in andere, o.a. Holland en Utrecht, onzijdig. Aanvankelijk werd hulp verleend bij de

Aanvankelijk werd hulp verleend bij de begrafenissen van broeders en gezellen, leden van het gilde. Soms leidde die liefdadigheid tot het houden van gezellige bijeenkomsten en maaltijden. Later streefden die gilden tevens een staatkundig doel na en verwierven door vereniging in koopmansgilden, waarin oudpoorlers en aristocraten zitting hadden, grote voorrechten en zelfs invloed op het bestuur van steden, zoals in de Duitse Hanzesteden. Deze historische gilden droegen fraaie namen, zoals het Lieve­Vrouwe gilde en het Heilig­Kruis gilde in Amsterdam, het Sint Nicolaasgilde in Nijmegen en hel Sint Jorisgilde in Harderwijk.

Overigens waren de gilden te verdelen in veel soorten. In de eerste plaats de geestelijke broederschappen, ook wel kongregaties genoemd. Hun voornaamste zorg gold de begrafenissen en het zieleheil van de gestorven broeders en zusters. Bovendien hielden zij zich bezig met de ziekenverpleging en de armenzorg van de leden. Er waren eveneens buurgilden, die voornamelijk tot doel hadden, behalve het onderhouden van de goede onderlinge vriendschap, jaarlijks een vrolijke maaltijd te houden. In sommige streken, o.a. in Groningen, bestaan die buurgilden ook thans nog. De bestuurders dragen de naam Olderman en Jongerman, afhankelijk van de leeftijd.

Uit de vrolijke maaltijden ontstonden vroeger narren­, gekken­, dronkemansen vastelavondegilden, met als voornaamste doel feest te vieren. Het zijn de voorlopers van de huidige carnavalsverenigingen.

In veel steden kende men de schuttersgilden, die zich bezig hielden met het hanteren van wapens (hand­ en voetboog). Zij erkenden onder de bevelen van de 'burgemeesteren' te slaan, echter onder voorbehoud van eigen zelfstandigheid. Vooral in het zuiden hielden deze schuttersgilden onderlinge wedstrijden, meestal uitgedost in fraaie kostuums. De winnaar kreeg de titel schutters­ of gildekoning. Het schieten op kleiduiven, tegenwoordig zelfs een Olympische sport, is hiervan een uitvloeisel.

Minder voor de hand liggend is, dat ook de Rederijkerskamers oorspronkelijk half­geestelijke gilden of broederschappen waren, die zich vooral de beoefening van de dichtkunst en de welsprekendheid ten doel stelden. Vandaar de naam Kamers van Rhetorica.

Veel voorkomend waren de ambachtsgilden, die onderscheid maakten tussen meesters, gezellen en leerlingen. Voor men werd toegelaten als lid moest men een leerperiode ondergaan, een systeem dat in de grafische industrie jarenlang is gehanteerd.

Men onderscheidde zelfs hoofdgilden en lage gilden (in Utrecht) en burger­ en raadsgilden (in Groningen). De gezellen moesten om hun capaciteiten te bewijzen de gildenproef afleggen, voor zij als meester werden erkend. Andere verschillen waren het gewijde of

Andere verschillen waren het gewijde of geestelijke gilde, het priesterschap, tegenover het menselijke gilde, het gezamenlijke mensdom.

De zangers van het woud, het vogelenkoor, noemde men het gevederde gilde.

Schertsend kregen alle gehuwden de naam van het grote gilde. Vandaar 'mannen in het gild'. Bij de vrouwenverenigingen een vreemde eend in de bijt. We besluiten met 'Hij is in 't Sint Anto

We besluiten met 'Hij is in 't Sint Antonides gilde'. Dat betekende, hij is tot stadskind gemaakt met het recht in de stad te mogen bedelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1991

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's

TAALPRAATJE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1991

Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's