Stelledam
De Afscheiding
De Afscheiding had hier reeds vrij spoedig invloed.
In: De afscheiding van 1834, VII, van Dr. C. Smits, lezen we op pag. 34 en 35 dat een request, de dato 15-10-1836, aan de koning getekend werd door (voor) 33 volwassenen en 38 minderjarige kinderen.
De lijst telt meer namen dan van de andere gemeenten op Goeree-Overflakkee.
De consideratiën van de burgemeester zijn, dat van de ruim 30 volwassenen, er drie zijn met 'eenig gering vermogen', deze zijn kleine landbouwers. De overigen zijn arme dagloners, die meestal door onkunde en dweperij mede gesleept worden door de ondertekenaren Aren Kreeft, Jan Kreeft en Maarten van Seters, welke zich in alles als hoofdpersonen gedragen.
Dit aantal treft te meer, daar de Hervormde gemeente te Stellendam eind 1834 slechts 145'Hdmaten telde. In 1836 waren er 112 Jjelijdende leden op een aantal van 650 zielen (na de uittocht der Afgescheidenen).
Twintig jaar (1836-1856) werd er kerk gehouden in de woning van Maarten van Seters.
Toen na twintig jaar, het huis van Maarten van Seters te klein werd, ging men kerken in de ruimere woning van de oudste zoon Willem. Totdat... de gemeente in 1866 een eigen gebouwtje ontving (Dr. C. Smits). (De eerste steen werd gelegd door Maarten van Seters).
Aantekeningen
1) Het verhaal, dat vermeldt dat in 1813 Maarten van Seters' eerste kind Willem, geboren werd, terwijl de vlag op de toren van Goeree stond en dat in zijn huis Oranjeversiering was aangebracht kan niet juist zijn, want deze Willem werd reeds 21-11-1811 geboren. Eind 1813 werd ook geen andere Willem
Eind 1813 werd ook geen andere Willem van Seters geboren, want moeder Van Seters verwachtte toen een kind dat 5-1- 1814 werd geboren en Maria heette. Ik acht het mogelijk, dat Willem geboren is op een moment, dat een vlag op Goeree's toren de gedachte wekte, dat de bevrijding aangebroken was, en men daarom ook versiering aanbracht. Reeds in 1810 was door Engelsen op
Reeds in 1810 was door Engelsen op Goerees' toren 'n Engelse vlag gezet. (Van Westvoome tot St. Adolfsland pag. 180 en pag. 202 noot 8). (Ook op Dolle Dinsdag 1944 werd voor
(Ook op Dolle Dinsdag 1944 werd voortijdig op straat in Capelle a.d. IJssel oranje verkocht).
Mogelijk werd hij daarom dan Oranje- Willem genoemd. Meestal bevat 'n historische overlevering wel een kern van waarheid.
2) De Ned. Herv. predikant in de tijd der Afscheiding was ds. J. Schipper van 1829-1845. Hij overfeed in 1845.
De burgemeester van die tijd was D. Goedkoop, nl. van 1825-1844.
Volgens Dr. C. Smits is er van een vervolging door de burgemeester geen sprake.
3) De Geestdrijrers te Stellendam waren een aantal meisjesdie tot verschijningen, gezichten en openbaringen kwamen.
Ds. H. Schölte en Maarten van Seters weerstonden ze.
In 1838 wordt door de synode van Zuid- Holland geoordeeld, dat de kerkeraad de censuur niet tegen dezen gebruikt, maar dat het toch komt tot uitsluiting uit de gemeente en er een kleine gemeente over bleef, die naar de eis des Evangelies begeerde te leven. (Afscheiding VII Dr. Smits).
Ik ben overtuigd dat zo'n geestdrijverij én op Flakkee én in Nederland uitzondering was.
Dr. J. Reitsma zegt in: Geschiedenis van de Hervorming en de Hervormde Kerk der Nederlanden op pag 379:
„Ook vertoonde zich meermalen het bedenkelijke spooksel der geestdrijverij op enkele dorpen in de provincie Groningen, ook te Bunschoten nog in 1840 en elders. Doch De Cock en de zijnen waren tegen dergelijke geestvervoeringen en trachtten het zoveel mogelijk te matigen, wel inziende dat dit hun zaak geen goed zou doen". Het ongedoopt laten der kinderen, door
Het ongedoopt laten der kinderen, door de Stellendamse geestdrijvers heeft denkelijk op Flakkee al helemaal geen navolging gevonden.
Reitsma schrijft op pag 380: Over de geestdrijverij en bekeringstonelen te Uithuizermeeden, Spijk, Bunschoten enz.: H. de Cock: Hendrik de Cock p. 463-477; van Velzen: Gedenkschr. p. 192-194. Aantekening
Aantekening
Dr. C. Smits' bovengenoemd boek op pag. 40 vermeldt: 1838 28 juli. „De kerkeraad onderzocht doch wegens koestering en bevordering van dweepzucht niet bevestigd. De gemeente onderzocht". (Aantekening van ds. H. P. Soholte).
En op pag. 136 lezen we: „De aldaar vroeger verkozen Ouderling en Diaken waren met enige weinige lidmaten teruggekomen van hun geestdrijverij. Dien ten gevolge waren ook hun kinderen gedoopt, doch de Ouderling en Diaken waren nog niet bevestigd". Dus niet slechts meisjes behoorden tot
Dus niet slechts meisjes behoorden tot de geestdrijvers. '
Op dezelfde pagina vernemen we, dat meisjes, die vroeger allerlei wonderbare gezichten en openbaringen hadden, in de bijeenkomsten der gemeente voorgaan in gebed.
4) Maarten van Seters en Gsf ritje Komtebet kregen 23-6-1823 een zoon Hugo. Deze trouwde met Lena Koole, een dochter van Joost Koole van Melissant in 1853. Op het land van die Joost Koole werd 1886 het kerkje gebouwd, waarin Ds. Dreessen pre ;ekte. Over dit kerkje werd later een he' /ige strijd gevoerd, waarbij Hugo, scho onzoon van Joost betrokken was.
Hij was wel komen lezen vanuit Stellendam. Zijn l' laar was als dat der vrouwen, zo lang.
Later wer d vanuit Stellendam (Ds. Koppe) de Gereformeerde Kerk te Melissant geï nstitueerd.
Nog later werd ds. H. de Valk predikant van Stelle' ndam en Melissant. Hij woonde te Steil lendam.
(De gron d -waarop de Gereformeerde Kerk wer d gt'bouwd was eigendom van Hugo vaia Set ers. Op deze grond had de meestooT gest. aan, die afgebrand was).
(wordt vervolgd/' J. L. Struik
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 december 1991
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 december 1991
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's