Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stormen Rond Vredenhof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stormen Rond Vredenhof

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

- 12 - Daarna holt hij direkt naar de slaapkamer van tante Marie en al bonzend op de deur schreeuwt hij:

„Marie, kom er uit! Ik denk...!"

Verder komt de boer niet, want de slaapkamerdeur wordt geopend en tante Marie staat met een verschrikt gezicht voor hem. „Er moet ergens brand zijn. Marie". „Ja, ik dacht ook al zoiets, als..."

Plotseling wordt tante Marie doodsbleek.

Zij durft het bijna niet te zeggen.

Als het 'Vredenhof eens was!

Nee, zij kan er niet aan denken,

„Ik ga direkt kijken", beslist Van der Zande met beverige stem.

Even later loopt hij door de Dorpsstraat en ziet, dat vele dorpsbewoners zich naar de Lekdijk haasten.

In de verte ziet de oude boer een vuurgloed.

Het is... het is Vredenhof de hofstee van zijn zoon!

Er trekt een waas voor zijn ogen, terwijl zijn hart zó geweldig begint te bonzen, dat hij naar adem snakt.

De boer moet even tegen de muur van een huis leunen, want hij kan op dit ogenblik geen stap meer doen.

„Vredenhof.. Adriaan... Tonia... kinderen, o, wat erg", mompelt hij zacht.

Opeens slaat er een verlammende schrik door hem heen en met een snik gaat hij zo goed en zo kwaad het gaat, verder.

Zouden...?

O, de boer durft niet verder te denken.

De kinderen... als zij er maar levend uit zijn gekomen!

Onder het lopen vouwt Van der Zande zijn handen.

„Heere", steunt hij, „gedenk mijn arme kinderen, bewaar ze toch voor een onvoorbereide dood". Steeds meer mensen komen op de been en hollen naar de plaats van de brand.

Inmiddels komt de met paarden bespannen brandspuit de Lekdijk oprijden. In vliegende galop gaat het naar de brandende Vredenhof om nog te trachten te redden wat er te redden valt.

Als de boer op de hofstee arriveert, staan er al vele mensen te kijken. Zo'n onverwachte gebeurtenis willen zij niet graag missen. Tot zijn grote spijt ziet Van der Zande dat het vuur reeds lang van de hooiberg naar de schuur is overgeslagen. Intussen worden slangen uitgerold en kan men met blussen beginnen. De brandspuit krijgt een plaats bij de waterput in de onmiddellijke nabijheid van de hofstee.

Van der Zande heeft geen oog voor al wat rondom hem gebeurt. Gejaagd kijkt hij of hij Adriaan en Tonia kan ontdekken.

Een zucht van verlichting ontsnapt aan zijn borst als hij zijn zoon en Tonia, zijn schoondochter, als twee hoopjes ellende ziet staan. Gelukkig, zij leven nog.

Een snik welt er in hem op en in een woordeloos gebed dankt hij de Heere voor Zijn genadige bewaring.

Maar...!

Met grote ogen staart Van der Zande plotseling voor zich uit.

Nee, dat bestaat niet, dat is niet mogelijk...!

Bij hem staat molenaar Stolk, de man, die nooit iets met hen te maken wilde hebben. Deze is weer naar de brand teruggekeerd.

Vlug dringt hij door de mensenmassa heen. „Adriaan... Tonia!" snikt de boer.

Bewogen drukken Adriaan en Tonia vader Van der Zande de h and. Nooit hebben zij zich zó één gevoeld. Woorden worden er niet gesproken en zwijgend

kijken de drie mensen naar de brandende gebouwen. Vooral de oude boer heeft het te kwaad en met een vreemde uitdrukking in de ogen staart hij in de vuurgloed. Vele jaren heeft de hofstee reeds dienst gedaan door verschillende geslachten van de Van der Zandes, en nu, op dit ogenblik neemt de oude Van der Zande afscheid, voorgoed afscheid van de hofstee, die hem liefen dierbaar is geworden. Een nieuwe Vredenhof zal voor hem niet aantrekkelijk zijn. Misschien kan het huis nog gespaard blijven, maar dat blijkt een vergeefse hoop te zijn, want even later komt de burgemeester naar hem toe.

„Van der Zande!" roept hij met forse stem, „het woonhuis loopt gevaar. We kunnen het waarschijnlijk niet behouden. Red wat er te redden valt". De burgemeester heeft gelijk, want een regen van

De burgemeester heeft gelijk, want een regen van vonken daalt op het rieten dak van het woonhuis en hier en daar lekken kleine vlammetjes uit het dak, ondanks het feit, dat de brandweerlieden hun uiterste best hebben gedaan de zaak nat te houden.

Adriaan kijkt de burgemeester aan, maar het dringt niet tot hem door, wat deze tot hem zegt. Tonia grijpt hem echter bij de arm en zegt: „Kom Adriaan, we gaan helpen!"

Dan krijgt de jonge boer zijn tegenwoordigheid van geest terug en meteen gaat hij tot handelen over.

Hij holt naar de deur en gevolgd door verscheidene omstanders stormt de baas van Vredenhof het huis binnen. Met vereende krachten wordt de inboedel naar buiten gedragen en in veiligheid gebracht. Zelf brengt Adriaan het geldkistje naar buiten.

Zo gaat het door, totdat de burgemeester en de veldwachter er een eind aan maken. De burgemeester geeft opdracht er mee te stoppen, omdat het niet verantwoord is, verder te gaan. Het vuur heeft de woning van Vredenhof reeds behoorlijk aangetast. Het dak brandt als een fakkel. Met inspanning van alle krachten probeert de

Met inspanning van alle krachten probeert de brandweerde vuurzee te bedwingen, maar helaas, de brandweerlieden kunnen ook het woonhuis niet behouden.

Een goed uur later is er van Vredenhof niet anders over dan een zwart geblakerde puinhoop. Met een bleek gezicht staat Tonia, de jonge boe

Met een bleek gezicht staat Tonia, de jonge boerin, bij de resten van Vredenhof Zij kan het nog niet begrijpen, dat zij nu de mooie hofstee kwijt zijn.

Adriaan, de grote, sterke Adriaan, heeft de tranen in de ogen. Het is alsof hij in een roes leeft. Door vele behulpzame handen wordt het geredde huisraad nu naar de buren gebracht, terwijl de veldwachter een oogje in het zeil houdt, dat er niets wordt ontvreemd.

En toch...?

Toen Adriaan het geldkistje naar buiten had gebracht, had hij het aan Tonia gegeven. Zonder er bij na te denken, heeft de jonge boerin het waardevolle voorwerp zo maar bij de andere spullen neergezet en daarna heeft zij er niet meer op gelet.' Onafgebroken heeft zij gedachtenloos in de vuurzee gestaard, die Vredenhof had verteerd. „Tonia, waar heb je het kistje gelaten?"

Adriaan kijkt zijn vrouw vragend aan.

„Wat voor kistje?"

„Het geldkistje, dat ik je heb gegeven!"

„Het geldkistje...!"

Met grote schrikogen kijkt Tonia Adriaan aan. (wordt ven'olgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1991

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Stormen Rond Vredenhof

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1991

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's