Info-dag bij de Gewasbeschermer van der Wal B.V. ook dit jaar succesvol
De jaarlijks terugkerende info-dag van 'De Gewasbeschermer van der Wal B.V.' 3 januari jl. is ook dit jaar weer een succes geworden. In grote getale waren de agrariërs van Goeree-Overflakkee naar deze dag gekomen. Echter ook uit de Hoekse Waard, Zeeland, Voome Putten en Brabant was grote belangstelling. Het thema van de dag: 'Selektieve gewasbescherming DANKZIJ veredeling en biotechniek'.
Als eerste spreker behandelde dhr. Anholts, Nematologisch Adviseur van het Bedrijfslaboratorium voor grond- en gewasonderzoek te Oosterbeek, het onderwerp: 'Besmetting voorkomen of genezen?'
Meerjarenplan Gewasbescherming
In het kader van het terugdringen van grondontsmettingsmiddelen, zoals wordt uitgewerkt in het Meerjarenplan Gewasbescherming (MJPG) heeft de Plantenziektenkundige Dienst (PD) een regeling uitgewerkt. Daarbij is het mogelijk om voor de teelt van aardappelen ontheffing van de verplichte preventieve grondontsmetting te verkrijgen. Voorwaarde is dat de teler een verklaring
Voorwaarde is dat de teler een verklaring bij het distriktskantoor van de PD indient, waaruit blijkt dat na uitgevoerd grondmonsteronderzoek een perceel vrij is van een levende besmetting met Aardappelmoeheid (AM) = Aardappelcyste-aaltje. De gevraagde ontheffing is in het algemeen van toepassing op percelen, waarvoor momenteel op grond van het 'Besluit bestrijding aardappelmoeheid' grondontsmetting verplicht is bij de I op 2 teelt met afwisselend vatbaar/resistente rassen en de 1 op 3 teelt met vatbare rassen.
Nadruk
Met nadruk moet er op gewezen worden, dat het onderzoek er niet alleen op gericht mag zijn, om een ontheffing voor grondontsmetting te verkrijgen, maar vooral op het voorkomen of genezen van aardappelmoeheid.
Is er een besmetting aanwezig? Dan heeft u een probleem. U krijgt in ieder geval geen ontheffing van de verplichte grondontsmetting en u doet er verstandig aan u te beraden op terugdringen van de besmetting.
Besmetting
Voor de aardappelteler is het nu opletten geblazen. De teelt van resistente rassen al dan niet in combinatie met grondontsmetting wordt noodzakelijk.
Met een rassenkeuze-onderzoek wordt door middel van een biologische toets bepaald, welke aardappelrassen het minst gevoelig zijn voor de op het perceel aanwezige besmetting met het aardappelcysteaaltje.
Konkluderend kan worden gesteld dat hard wordt gewerkt aan het produceren van kwaliteitsprodukten met nog minder chemische gewasbescherming.
Aansluitend op het voorgaande kwam Ing. J. Muysers, Pootgoed Manager van Kweekbedrijf Meijer te Kruiningen aan het woord. Zijn inleiding had als titel: 'Optimalisatie bestrijding Aardappelmoeheid met behulp van Resistente rassen'.
Het beleid van de overheid en het aardappelbedrijfsleven is er op gericht het gebruik van grondontsmettingsmiddelen drastisch terug te brengen. De teelt van resistente rassen tegen aardappelmoeheid heeft in dit beleid een centrale plaats.
Effektiviteit
Resistente rassen zijn zeer effektief in de bestrijding van aardappelcyste-aaltjes. Indien er slechts een biotype in de beginpopulatie aanwezig is, dan is het mogelijk door de teelt met een resistent deze populatie volledig uit te roeien.
Zowel van Globodera rostochiensis als van Globodera pallida komen meerdere pathotype (varianten) voor. Dit houdt in dat de problemen met resistente rassen niet binnen enkele jaren zijn op te lossep.
Strategie op korte termijn
Op de kortere termijn kan men ter bestrijding en voorkoming van aardappelmoeheid een eerder genoemd onderzoek volgens de IPO-methode laten uitvoeren. Wordt een besmetting gekonstateerd, dan kan met behulp van de ELISA-toets per cyste worden vastgesteld of het een rostochiensis of pallida is.
Toekomst
Voor de toekomst is het gewenst de beschikking te hebben over een rassenassortiment met een bredere resistentie, met name tegen Globodera pallida. Het onderzoek zal zich in de komende jaren moeten richten op een efficiëntere benutting van de ons ter beschikking staande resistentie genen. Een vereiste is dat nieuwe aardappelrassen tolerant zijn voor aardappelmoeheid met behoud van opbrengst vermogen.
Tot op heden is het de veredeling niet gelukt rassen te produceren met resistentie tegen alle populaties (pathotypen) van het aardappelcysten-aaltje.
Een (bijkomend) probleem is de afbakening van resistent of vatbaar. Een aardappelras is AM-resistent als dit ras voor 1 pathotype voor een doding zorgt van minimaal 80%. Door het hanteren van deze grenzen krijgen rassen met een breed werkingsspektrum en een zeer lage vermeerdering geen kans om ingezet te worden voor de bestrijding van aardappelmoeheid. De resistentie van een ras is pathotype specifiek, een geringe vermeerdering van aardappel cyste-aaltjes moet gerekend worden tot een breedwerkende resistentie. In het vervolg is het dan ook beter om te spreken over 'de mate van vermeerdering' en de term 'dodings percentage' kan beter achterwege gelaten worden. Als deze denkwijze algeheel ingang vindt wordt de kans op snelle ontwikkeling van brede (rostochiensis en pallida) resistenties fors vergroot Een voorbeeld daarvan zal veel verduidelijken:
Het bij iedereen bekend aardappelras Bintje is een AM-vatbaar ras. Een jaar Bintje telen kan een vermeerdering van aardappelsysten teweeg brengen van ongeveer 25 maal. Het minder bekende ras Arkuia is ook een vatbaar aardappelras, dit ras geeft slechts een vermeerdering van aardappelcysten van 5 maal, ongeacht het pathotype. Tenslotte een AM-A resistent ras brengt een vermeerdering van pathotype A teweeg van 0,2 keer, maar vermeerderd te gelijk de andere pathotypen met 25 maal. In het laatste geval zijn er natuurlijk ook voorbeelden met een goede veldresistentie, waardoor ook andere pathotypen een lagere vermeerdering hebben.
Gekonkludeerd kan worden dat het opti- maliseren van de aardappelmoeheid bestrijding met behulp van resistente rassen zeer zeker tot de mogelijkheden behoort, maar dat het toch nog een aantal jaren zal duren voor er aardappelrassen op de markt worden gebracht met een brede en goede resistentie.
De volgende spreker was Drs. C. Noome, Direkteur VAN DER HAVE RESEARCH te Kapelle. Deze inleiding had als titel' 'Plantenveredeling en Biotechnologie'.
Eén van de nieuwe technieken is de genetische modificatie. Hierbij worden erfelijke eigenschappen bij een plant ingebracht, zonder dat er sprake is van kruising. Te denken valt» aan eigenschappen als een verhoogde weerstand tegen ziekten of plagen, waardoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan worden teruggedrongen. Op die manier wordt niet alleen de beurs van boer en consument gespaard, maar ook het milieu. Genetische modificatie is een techniek die
Genetische modificatie is een techniek die nog in de kinderschoenen staat. Daarom wordt bij elke nieuwe toepassing eerst uitvoerig onderzocht en pas na toetsing en onder strenge overheidscontrole stap voor stap geïntroduceerd in de plantenveredeling.
Het doel van plantenveredeling
Het doel van plantenveredeling is het ontwikkelen van nieuwe rassen voor de landen tuinbouw. Die rassen moeten voldoen aan de eisen die de gebruiker stelt. Belangrijke eisen van de gebruiker zijn ondermeer:
• Verhoging van opbrengst en kwaliteit
• Vergroting van de oogstzekerheid
• Verlaging van de kosten e.a., zoals bloemkleur bij siergewassen.
Veredeling
De klassieke plantenveredeling geschiedt in twee fasen: het maken van een kruising, gevolgd door selektie. Uit deze kruisingen selekteert de kweker de beste planten en daarmee gaat hij verder. Helaas kleven er een aantal praktische
Helaas kleven er een aantal praktische problemen aan deze traditionele methode van veredelen.
- Naast de gewenste eigenschappen zullen er ook ongewenste eigenschappen mee gekruist worden.
- Doordat het vaak eigenschappen betreft die vaak een ingewikkelde wijze van vererven hebben, moeten er vele duizenden kruisingen worden uitgevoerd. Ibssen de eerste kruising en het moment dat het ras op de markt komt, ligt gemiddeld 10 tot 15 jaar.
Plantenveredeling is dus een ingewikkeld en tevens een zeer kostbaar proces.
Genetische modificatie
Bij het oplossen van deze praktische problemen biedt de biotechnologie, en in het bijzonder de genetische modificatie de helpende hand.
Genetische modificatie is een techniek die de veredelaar instaat stelt uitsluitend de door hem gewenste eigenschap uit een plant te isoleren en deze over te brengen op een andere plant. Eén van de belangrijkste voordelen van
Eén van de belangrijkste voordelen van deze techniek is dat de ongewenste eigenschappen zodoende niet mee overgaan. Het tweede belangrijke voordeel is dät de kweker nu niet langer beperkt is tot één soort voor wat betreft zijn keuze van gewenste eigenschappen.
Ervaring
Na 10 jaar ervaring in het veld te hebben opgedaan, heeft VAN DER HAVE kunnen konkluderen dat de risico's van genetische modificatie niet groter zijn dan die van de traditionele veredeling. Om het zekere voor het onzekere te nemen zijn er een reeks van wetten en regels opgesteld welke er voor moeten zorgen dat onacceptabele risico's vermeden worden.
Ethiek
De mens heeft zich al heel lang bezig gehouden met plantenveredeling en dus met de verandering van erfelijke eigenschappen in de plant. Dit is algemeen aanvaard en heeft zijn nut voor de mensheid ruimschoots bewezen. Met betrekking tot de vraag of wij met de thans ons ter beschikking staande methodieken mogen ingrijpen in de natuur, beperkt VAN DER HAVE zich tot zijn eigen aktiviteiten. VAN DER HA'VE verwacht algemene acceptatie van die methoden en doelstellingen die na zorgvuldige afweging in hun veredelings programma's zijn opgenomen. Een afweging die aan een voortdurende kritische beoordeling onderworpen zal blijven.
Konkluderend kunnen we opmerken dat VAN DER HAVE in de afgelopen tien jaar ruimschoots ervaring heeft opgedaan met de genetische modificatie. De risico's die aan dit hulpmiddel van de veredelaar kleven zijn niet groter gebleken dan de risico's van de traditionele veredeling. De zorgvuldige aanpak zal ten allen tijde gehandhaafd blijven. Met die zorgvuldigheid en 10 jaar ervaring kan de genetische modificatie voordelen opleveren voor de gehele samenleving.
Het laatste punt van de agenda was een inleiding met als titel: 'Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van Gewasbescherming'. De inleider was dhr. G. J. van der Wal.
Nederland staat bekend om uitvoerige toelatingsprocedure van gewasbeschermingsmiddelen. Dat dit een goede zaak is zult u met mij beamen. Het resultaat van voornoemd feit is dat alleen middelen op de markt komen die aan 's werelds strengste veiligheids- en milieu-eisen voldoen.
Volumebeleid
Het Meerjarenplan Gewasbescherming geeft aan dat in de komende jaren het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen drastisch moet verminderen. Dit streven heeft de naam Volumebeleid meegekregen. Korte tijd nadat dit overheidsbeleid van kracht werd, zijn de producenten van gewasbeschermingsmiddelen erin geslaagd, tot nu toe in beperkte mate, produkten te produceren waarvan slechts een minimale hoeveelheid per hectare nodig is. Een voorbeeld daarvan is het onkruidbestrijdingsmiddelen ALLY, 20- 30 gram middel per hectare zorgt voor de gewenste werking.
Toekomst
Op het gebied van de aardappelmoeheid bestrijding wordt momenteel gewerkt aan een middel dat zal werken op basis van een lokstof Deze lokstof wordt gemaakt uit plantaardig materiaal. Op basis van plantaardige stoffen, uit karwei, is de industrie ook bezig met de ontwikkeling van een kiemremmingsmiddel voor aardappelen. De zorgvuldigheid waarmee dit alles gepaard gaat, zodat ook het milieu op langere termijn leefbaar blijft, brengt met zich mee dat deze middelen nog even op zich laten wachten.
Als konklusie kan men zeggen dat de industrie, de Gewasbeschermer van der Wal B.V. en de boeren hun beste beentje voorzetten op het gebied van milieubescherming.
Deze succesvolle en leerzame informatiedag geeft eens te meer aan dat De Gewasbeschermer van der Wal B.V. ook in de jaren negentig toonaangevend is en dat ook zal blijven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 januari 1992
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 14 januari 1992
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's