Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

STaEMEM

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

- 22 -

Het moet toch wel iets bijzonders zijn, zei ze, anders laat Van der Zande je toch niet zo maar bij zich komen en met Vredenhof zal het wel niets te maken hebben.

Even later trekt Jan aan de bel. Zijn hart klopt in zijn keel en hij voelt de span ning groeien. De deur wordt door Neel geopend en blozend zegt zij:

„Kom binnen Jan, de boer zit al op je te wachten".

Samen lopen ze naar de achterkamer. Jan zag, dat Neel bloosde, toen zij de voordeur voor hem opendeed.

Plotseling slaan de vlammen naar zijn hoofd. „Zou... zou Neel? Maar nee, dat kan niet. Neel zou nooit zo'n boer als hij moeten hebben". En toch...?

Tonia's broer wordt er onrustig van. Neel Wirts is een aardig meisje. Maar Jan krijgt geen tijd meer om er verder over na te denken, want de afstand tussen de voordeur en de deur van de achterkamer is erg kort.

„Zo, ben je daar", begroet Van der Zande de zoon van Stam hartelijk. „Adriaan, schuif die stoel daar eens bij".

De jonge boer, die juist van de puinhopen van Vredenhof is teruggekeerd, voldoet aan het verzoek van zijn vader en weldra is Jan gezeten. „Wil je ook koffie. Jan?" vraagt tante Marie. „Nee, dank je wel. Ik heb thuis al gedronken, ik.."

„Ja, ja", valt de oude boer Jan glimlachend in de rede. „Ik begrijp het wel, je bent natuurlijk nieuwsgierig naar wat ik je te vertellen heb. Kom, ik zal je niet langer in het onzekere laten. Laten we samen in de voorkamer gaan zitten".

Even later zitten Jan en Tonia's schoonvader aan de tafel in de voorkamer, nadat de boer de tussendeuren zorgvuldig heeft gesloten. „Ik heb je laten roepen Jan", begint de boer,

„Ik heb je laten roepen Jan", begint de boer, „omdat ik belangrijk nieuws voor je heb. Tenminste, dat denk ik. Ik weet, datje graag molenaar had willen worden, is 't niet?" De boer kijkt Jan vragend aan.

„Ja", knikt Jan, „dat is waar. Maar er is jammer genoeg nooit iets van terecht gekomen en eerlijk gezegd, heb ik het nu helemaal uit mijn hoofd gezet".

„Juist, maar als je nu nog eens de kans zou krijgen om molenaar te worden, zou je het dan doen?" informeert Van der Zande verder.

„Dan deed ik dat onmiddellijk", antwoordt Jan spontaan en met verbazing in zijn stem. Waar wil Van der Zande eigenlijk naar toe?

„Dan deed ik dat direkt", herhaalt hij en Jan voegt er aan toe: „Als vader tenminste toestemming geeft".

Van der Zande knikt goedkeurend. Die Jan is een beste kerel. Die houdt zijn ouders in ere.

„Ik zal je niet langer in onzekerheid laten. Jan", gaat Van der Zande verder „Die mogelijkheid is er en zelfs hier op het dorp. Ik ben vanmiddag bij molenaar Stolk geweest. Je zult van Tonia of Adriaan wel gehoord hebben wat er allemaal is gebeurd. Ik ga hier niet verder op in. Maar hoe het ook zij, de molenaar stopt er mee en jij krijgt de kans op de molen te komen. En als je goedje best doet, kun je de molenaar van ons dorp worden. Stolk is bereid om je in de geheimen van het molenaarsvak in te wijden. Dus wat dat betreft is je bed gespreid".

Jan wordt beurtelings bleek en rood. Hij weet niet hoe hij het heeft. Daar heeft hij helemaal niet aan gedacht. Het lijkt wel of hij droomt.

Maar nee, het is geen droom. Het is de volle werkelijkheid. Er komt een gevoel van bevrijding over de boerenzoon. Molenaar worden, dat is altijd zijn ideaal geweest en als alles meeloopt, dan wordt hij nü molenaar.

Hij hoort als het ware het geknars van de molenstenen en het zoeven van de wentelende wieken al in de oren.

Zwaar werk is het, daar is Jan van overtuigd. Maar wat geeft dat. Hij is nog jong en zo sterk als een beer. Gelukkig dat moeder zijn gedachten niet kan lezen. Zij zou zeggen: „Jongen, bouw toch niet te veel op je kracht. Als de Heere er in blaast, dan blijft er niet veel van die sterkte over. Alléén de zegen des Heeren maakt rijk". Alleen? Zou hij wel met de molenaar op kunnen

Alleen? Zou hij wel met de molenaar op kunnen schieten en wat gaat de molen kosten als Stolk er definitief mee stopt?

Dat zijn echter zaken van later zorg. Het belangrijkste is, dat hij molenaar kan worden en dan nog wel op zijn geboortedorp. Het is toch heel wat anders, dan elke dag maar weer, 's zondags en in de week, de koeien te moeten melken.

Feitelijk heeft hij het werk op de boerderij altijd met tegenzin gedaan, alhoewel zijn vrolijk en opgeruimd karakter er niet onder heeft geleden. Tjonge, wat zullen vader en moeder opkijken. Het is maar te hopen, dat vader toestemming geeft. Het zal beslist moeilijkheden geven op de boerderij, want vader kan hem zeker in de hooitijd slecht missen.

Plotseling schrikt Jan van de stem van de boer. die intussen zijn pijp heeft gestopt. „Stolk heeft gevraagd, of je dan zo spoedig mogelijk eens bij hem wilt komen. Als ik jouw was, zou ik daar niet al te lang mee wachten. Stel je voor dat de molenaar door een of andere oorzaak van gedachten verandert. Dan zou alles tevergeefs geweest zijn en dat zou ik zeker voor jou erg jammer vinden".

En met pretlichtjes in de ogen voegt de oude boer er aan toe: „Als ik jou was, zou ik zoetjesaan maar eens naar een geschikte molenaarsvrouw uitkijken".

De boerenzoon wordt vuurrood.

Wat bedoelt Van der Zande?

Dan staat Jan op en drukt de hand van de boer.

„Ik dank je. Van der Zande", zegt hij eenvoudig.

„Ik had reeds lang alles uit mijn hoofd gezet.

Maar nu heb ik nieuwe moed gekregen". „Geen dank. Jan", weert de boer af. „Ik heb het graag voor je gedaan en ik zou niets liever zien, dan dat je straks de molenaar van het dorp zal worden. Het is hard werken, maar je kunt er. als de Heere het zegent, een goede boterham mee verdienen".

Enkele ogenblikken later verdwijnt Jan opgetogen naar huis, nadat hij allen een goede nachtrust heeft toegewenst. Vuurrood werd de jonge boerenzoon toen hij Neel Wirts een hand gaf. Onderweg schudt Jan zijn hoofd. Neel, molenaarsvrouw?

Onmogelijk!

En toch...?

In het oude renteniershuis worden de lichten gedoofd.

Een dag van veel wederwaardigheden is er achter de rug en de bewoners van Vredenhof, Adriaan van der Zande en zijn vrouw Tonia, hadden gestaan bij de puinhopen van hun mooie boerderij, (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1992

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1992

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's