Vervolgverhaal
„Kom, het is tijd om naar huis te gaan, Marie zal niet weten waar ik blijf', mompelt hij, en na nog een lange blik op 'Vredenhof geworpen te hebben, stapt boer van der Zande langzaam huistoe. Even moet hij aan Adriaan en Tonia denken. Wat zijn die twee toch gelukkig met elkaar. Het is maar goed dat het anders gelopen is dan hij heeft gewild. Nog steeds kan hij niet begrijpen, hoe hij toen zo hard heeft kunnen zijn. Wat was hij toen ver van zijn plaats en alleen omdat hij Adriaan wilde dwingen de rijke Neel Wirts te trouwen! Tjonge, wat was hij toen hard, hard als een steen, en als de Heere het hem niet had laten zien, was hij blindelings in zijn drift doorgegaan en eigenlijk moedwillig twee jongen levens verwoest. Ja, ja, zo gaat het, als men zelf denkt te regeren.
Die Neel Wirts was trouwens toch niks voor Adriaan geweest. Ze had immers helemaal geen verstand van het boerenwerk. Nooit zou ze zo'n goede kwaliteit kaas hebben kunnen maken als Tonia nu doet. Nee, de vrouw van Adriaan hoeft beslist niet onder te doen voor een boerin van geboorte. Van een eenvoudig arbeidersmeisje heeft zij zich ontwikkeld tot een volwaardige boerin en wat meer zegt, Tonia is er eenvoudig bij gebleven. Het zal ook niet lang meer duren, of er komt, als
Het zal ook niet lang meer duren, of er komt, als alles goed mag verlopen, jong leven op Vredenhof Wat zou hij nog graag zijn eerste kleinkind zien, voordat hij zelf dit leven zal moeten verlaten en zijn blijdschap zal nog groter zijn als het een stamhouder zou mogen zijn. Een stamhouder op 'Vredenhof, de oude boer wordt er warm van als hij daar aan denkt. Verscheidene jaren heeft hij hier op gewacht en had al bijna de moed verloren. Het leek erop dat het huwelijk van Adriaan en Tonia kinderloos zou blijven. Hij had Vredenhof in de toekomst al in vreemde handen gezien en dat was toen voor boer van der Zande een ondragelijke gedachte. Achter hem klinkt geratel van wielen en het
Achter hem klinkt geratel van wielen en het geluid van paardenhoeven. Het is de molenaar met zijn wagen. Van der Zande gaat een paar passen opzij om de molenaar te laten passeren.
„Dag van der Zande!" klinkt het opgewekt van de bok, terwijl Jan Stam zijn zweep omhoog steekt. De oude boer knikt vriendelijk en zegt: „ook goeiedag Ja, goed weer vandaag!" „Best hooiweertje!" roept Jan en voort gaat het
„Best hooiweertje!" roept Jan en voort gaat het weer.
Van der Zande kijkt de jonge molenaar na met een glimlach om de mond. Aardige kerel, die broer van Tonia. Binnenkort zal hij er weer eens langs gaan. Het kan verkeren zegt men wel eens. Het meisje dat hij, boer van der Zande, voor zijn zoon Adriaan had bestemd, is nu getrouwd met Jan Stam en Neel Wirts is gelukkig met hem. Het doet de oude boer goed als hij iedere dag de
Het doet de oude boer goed als hij iedere dag de wieken van de oude dorpsmolen ziet draaien. Met Jan Stam is er nieuw leven gekomen op de molen. Niet dat de vorige molenaar Stolk zijn zaakje verwaarloosde, maar Jan Stam heeft er op het dorp veel klanten bij gekregen sinds Stolk er mee is gestopt.
Wat heeft de oude molenaar weinig van zijn rust kunnen genieten. Nauwelijks had hij zijn molen verlaten om op het dorp te gaan wonen, of de dood sloop onverwacht en ongedacht de vensters van zijn huisje in de Dorpsstraat binnen. Heel zijn leven had Stolk op zijn molen gewerkt, gezwoegd en geslaafd zonder er bij na te denken, dat aards bezit geen nut doet ten dage der verbolgenheid. Het had hem moeite gekost zijn molen te verlaten, maar hij voelde het, het ging niet meer, een ander zou zijn plaats in gaan nemen. Daarom had de oude vrijgezel zijn molen met een bloedend hart verkocht, niet wetend, dat hij zo spoedig daarna het leven zou moeten laten. Er was weinig belangstelling voor de begrafenis. Stolk was niet zo erg geliefd op het dorp aan de Lek, ook al was hij in de achting van de dorpsbewoners gestegen, toen hij Adriaan van der Zande had gewaarschuwd voor brand op de 'Vredenhof. Overigens was hij een zonderlinge kerel, alleen Jan Stam wilde geen kwaad van hem horen. Jan had er een goede leermeester aan gehad en aan de oude Stolk had hij het te danken, dat hij in een betrekkelijk korte tijd een volleerd molenaar was geworden. Na de begrafenis sprak niemand meer over de oude molenaar. Dat was immers een afgedane zaak en er was ook niemand die over hem treurde. Zo gaat het in het leven. Ja, die Jan maakt het wel en als het doorgaat
Ja, die Jan maakt het wel en als het doorgaat wordt de molen helemaal vernieuwd en dat is hard nodig want aan onderhoud had Stolk nooit veel gedaan. Geld hoeft Jan Stam er niet voor te lenen, want Neel heeft geld genoeg. Een paar keer moet boer van der Zande uitwijken
Een paar keer moet boer van der Zande uitwijken voor zwaar geladen hooiwagens en met genoegen snuift hij de geur van het verse hooi op. Zijn hand knijpt vaster in de stok. Als hij jonger
was, dan, o wat zou hij dan graag meehelpen. Het wordt een goed jaar voor de boeren, daar is hij vast van overtuigd.
Van der Zande kijkt eens naar de helderblauwe lucht en schudt het hoofd. Nee, hij verwacht voorlopig geen regen, de wind zit in het oosten, dus wijst alles er op dat men het hooi droog en zonder moeilijkheden in de hooibergen krijgt. Voor hooibroei behoeven ze nu niet bang te zijn. Dan realiseert hij zich opeens dat hij weer mid
Dan realiseert hij zich opeens dat hij weer midden in de aardse dingen zit. Zoeven was het zo goed, daar op de Lekdijk bij 'Vredenhof en nu is het weer anders. Wat is toch de mens uit de aarde aards en onverbeterlijk. Hij heeft zijn tijd gehad, dat is volle werkelijkheid.
Opeens moet de oude van der Zande denken aan de woorden van dat Psalmversje:
Helaas, het best van onze beste dagen Baart dikwijls smart, geeft dikwijls stof tot klagen;
Daar zorg, verdriet en jammerlijk plagen Steeds, beurt om beurt, de matte ziel doorknagen. De levensdraad wordt schielijk afgesnêen;
Wij schenen sterk, en ach, wij vliegen heen.
Als van der Zande heel zijn lange leven terugkijkt dan is het letterlijk waar. Wat scheen hij sterk en wat is er van hem terecht gekomen? Niets anders dan een oude zwakke man is er van hem overgebleven.
Enkele ogenblikken later stapt de oude boer de vrije steile oprit van de Lekdijk naar de Dorpsstraat af. Daar is niemand te zien, alleen hoort hij in de smederij de zware voorhamer op het gloeiende ijzer beuken. Nog even, dan is hij thuis.
Nog even, dan is hij thuis.
HOOFDSTUK 2
„Zo Marie, daar ben ik weer", zucht boer van der Zande terwijl hij moeizaam in zijn stoel gaat zitten.
„Hoe was het op Vredenhof?" informeert de aangesprokene.
„Druk, erg druk", antwoordt van der Zande langzaam, ,Adriaan wil zo spoedig mogelijk het hooi binnen hebben.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 februari 1992
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 februari 1992
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's