"Het was een grote uitdaging, maar een geweldige ervaring"

Babette is nog maar net terug uit Frankrijk en eind deze week vertrekt ze alweer uit Oude-Tonge voor de volgende wedstrijden die op het programma staan. Tussendoor heeft ze even tijd voor een interview. “Ik ben niet zo vaak meer in Oude-Tonge”, beaamt ze. “Het hele jaar is volgepland met trainingen en wedstrijden.” Deelname aan de Tour de France komt dan ook niet zomaar uit de lucht vallen. Daar gaat een heel lang traject aan vooraf. Babette is van jongs af aan al bezig met de wielersport, zowel op de baan als op de weg. En niet onverdienstelijk. Naast deelname aan veel klassiekers en koersen in binnen- en buitenland mocht ze met de KNWU-selectie in 2022 Nederland op vier internationale juniorenkampioenschappen vertegenwoordigen: het EK op de weg en het EK op de baan in Anad^a, het WK op de baan in Tel Aviv en het WK op de weg in het Australische Wollongong. In de koppelkoers op de baan heeft ze, samen met Nienke Veenhoven, de Europese titel veroverd en ze werden derde tijdens de wereldkampioenschappen.

In de genen

Het talent van Babette zit wellicht in haar genen. “Mijn vader was profwielrenner in de jaren 90”, vertelt ze. “Wij gingen vaak mee naar de koersen en zowel mijn oudere zus Rosalie als ikzelf wilden ook heel graag deze sport gaan beoefenen. Ik ben begonnen bij de mini's van De Hoekse Renners en kwam uiteindelijk terecht bij de junioren van WV Schijndel, waar ik goed kon doorgroeien. Eind vorig jaar kreeg ik een contract aangeboden voor twee seizoenen bij de Britse UCI-ploeg Lifeplus Wahoo en mag ik me rekenen tot de eliterijders. Bij deze ploeg krijg ik de kans om me verder te ontwikkelen. Ken de Fauw is mijn trainer; mede door zijn steun en vertrouwen sta ik waar ik nu sta. En natuurlijk kan ik altijd rekenen op mijn vader, die door zijn eigen ervaringen veel met me kan delen en altijd achter me zal staan.”

Perfecte combinatie

De wielersport vergt heel veel tijd en inzet, waardoor andere zaken op een laag pitje komen. “Ik heb mijn mavodiploma behaald op de RGO en wilde daarna nog doorstromen naar de havo, maar dat bleek niet te combineren met topsport”, legt Babette uit. “Er gaat zoveel tijd zitten in de trainingen en het reizen. Dus ik heb nu helemaal voor de sport gekozen. Een groot deel van het jaar woon ik met mijn team in België. In de winter zit ik in Spanje, om me voor te bereiden op het wegseizoen. Van februari tot mei koersen we vaak de Belgische klassiekers. In het najaar ga ik me weer richten op het baanwielrennen. De combinatie weg en baan laat me groeien en doorontwikkelen als renster.”

Tour de France

De deelname aan de Tour de France was voor Babette een droom die uitkwam, maar die ze vooral gebruikte om ervaring op te doen. “Het is een grote stap om van junior naar de elite door te stromen, omdat het niveauverschil ver uit elkaar ligt. Onze langste rit in de Tour was 177 kilometer en de kortste was 90 kilometer naar de top van de Tourmalet met twee zware cols. Bovendien fiets je acht dagen achter elkaar. Dat vergt heel veel van je lichaam. Je moet blijven denken aan je herstel na de wedstrijden. Na elke wedstrijd is het ook steeds verplaatsen naar het volgende hotel of de start. Het was een grote uitdaging, maar een geweldige ervaring om mee te maken.”

Deze tour fietste Babette vooral in dienst van het team. “Van de kopvrouw eigenlijk”, vult ze aan. “Je probeert al het werk voor haar te doen, zodat zij zo fris mogelijk de dagen doorkomt en haar energie in de momenten steekt wanneer het echt nodig is. Mijn team gaf me vertrouwen om mijn kans te pakken op de derde dag. Het was een zware heuvelachtige rit met 147 kilometer van Collongesla-Rouge naar Montignac-Lascaux en daar finishte ik als veertiende. Dat was een geweldige ontlading. Ik was enorm trots en blij met dit resultaat.”

Toekomst

Babette realiseert zich dat ze nog een lange weg moet gaan naar de top. “Ach, ik ben nog maar 19, dus ik heb nog volop de tijd om me te ontwikkelen. Mijn droom is om toe te werken naar de sterkste en beste versie van mijzelf. Mijn grote voorbeelden zijn Demi Vollering, die de Tour heeft gewonnen, maar vooral ook de Belgische Lotte Kopecky, die tweede werd. Ik vind haar rijstijl heel inspirerend. Ik ben geen uitgesproken sprinter of klimmer, maar ik wil mezelf verder ontwikkelen als een puncher. Het is mijn droom om te komen waar Demi en Lotte nu staan. Maar het belangrijkste voor mij is en blijft het plezier in de sport, dat maakt je mentaal sterk en extra gemotiveerd.”

We zullen in de toekomst dus vast nog van Babette van der Wolf gaan horen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen