Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Persoonlijke herinnering (Nr. 7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Persoonlijke herinnering (Nr. 7)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Gezinsgids (nr. 15 van de 72e jaargang) staat een boekrecensie van de hand van dr. W. Fieret, die mijn aandacht trok. Hij beoordeelt de tweede biografie over de bekende socialistische politicus Joop den Uyl, geschreven door Dik Verkuil. Titel: De gedrevene. Joop den Uyl 1919-1987. Een eerdere biografie over deze geruchtmakende politicus werd als haar proefschrift verdedigd door Bleich. In mijn boekenkast prijkt nog een bundel van twintig interviews over Joop den Uyl: Politiek als hartstocht, in 1984 afgenomen van insiders uit het werkveld van betrokkene.

Bovenstaande boekrecensie bracht herinneringen aan Joop den Uyl bij mij boven. Toen ik in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw de politieke arena betrad, werd het debat in hoge mate getoonzet door deze ‘vechtjas’ van Gereformeerde afkomst. Je kon het aan zijn stijl van spreken merken dat hij die achtergrond had. ‘Net een degelijke gereformeerde dominee’, werd regelmatig gemompeld als hij op het spreekgestoelte stond. Hij kon inderdaad begeesterend spreken. In die tijd rolde hij regelmatig met de CDA-er D. van Agt (zoals dat wel wordt uitgedrukt) vechtend over de straat. Beide dominerende heren werkten op elkaar als ‘een rode lap op een stier’. In gedachten zie ik hem nog redeneren. ‘Mijnheer de voorzitter, twee, nee, drie dingen.’ Dan stak hij van wal, terwijl er gefluisterd werd: en daarna de toepassing. Hij begreep dan goed waaraan werd gerefereerd. Ooit ging hij wekelijks naar catechisatie en was hij een toegewijd lid van de kerkelijke jeugdvereniging Samuël. Maar van lieverlede raakte hij los van de opvoeding van zijn ouders en ging hij zijn eigen weg, die van het socialisme, tot in radicale vorm. Hij zag het als zijn roeping om ‘de samenleving om te turnen’. Hij oogstte bewondering bij de één, werd verguisd door de ander. Het was de tijd van de door hem bevorderde polarisatie. Hij joeg velen tegen zich in het harnas en genoot daar heimelijk van. Tegelijk had hij ook zijn vriendelijke momenten, waarin over en weer geplaagd werd. Zo voegde hij mij eens schertsend toe dat ik me tegenover hem vooral bescheiden moest gedragen, im

mers, hij had nog onder het gehoor van ds. J. Fraanje gezeten in Barneveld (of omgeving), waar hij familie had die bij deze gezaghebbende predikant kerkte, en dat kon ik niet zeggen. Een oom van hem was ouderling in de Gereformeerde Gemeente van Veenendaal (wijlen ouderling Van Leeuwen), dus wat dat betreft was hij echt niet onbekend met het gedachtengoed van de SGP, een gedachtengoed dat hij bij bepaalde gelegenheden tegelijk scherp meende te moeten bestrijden. Hij kende nog veel Psalmen uit het hoofd. Bij de vraag welke Psalm zijn lievelingspsalm was, reageerde hij prompt met uit het hoofd met enige passie in zijn markante stem Psalm 68:1 te citeren:

De HEER’ zal opstaan tot den strijd;

Hij zal Zijn haters, wijd en zijd,

Verjaagd, verstrooid, doen zuchten;

Hoe trots Zijn vijand wezen moog’,

Hij zal voor Zijn ontzag’lijk oog,

Al sidderende vluchten.

Gij zult hen, daar G’ in glans verschijnt,

Als rook en damp, die ras verdwijnt,

Verdrijven en doen dolen.

’t Goddeloze volk wordt haast tot as,

’t Zal voor Uw oog vergaan als was, Dat smelt voor gloënde kolen.

Dat smelt voor gloënde kolen.

Een vers waarvan de inhoud kennelijk aansloot op zijn strijdbare temperament.

Van zijn onmiskenbaar vurige geest bleef in de laatste maanden van zijn leven weinig meer over, toen hij te kampen kreeg met een ongeneeslijke ziekte. Hij stierf op de nog betrekkelijk jonge leeftijd van 68 jaar. Zijn dochter Saskia (S. Noorman-den Uyl) trad in zijn voetsporen en was jarenlang één van mijn collega’s in de Tweede Kamer. Ook strijdbaar, maar milder in haar voorkomen. In zijn levensgeschiedenis liggen diverse lessen ter waarschuwing die wij ons ter harte hebben te nemen. Memento mori.

Van der Vlies

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

Persoonlijke herinnering (Nr. 7)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2020

Kerkblad | 24 Pagina's