Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Ik ben een vriend, ik ben een etgezel..

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Ik ben een vriend, ik ben een etgezel..

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We lezen in het lijdensevangelie dat op een dag Herodes en Pilatus vrienden werden. De oudkerkelijke schrijver Theophylactus merkt daarbij op: ‘Christenen moeten zich schamen dat, terwijl de duivel schurken kan overreden hun vijandschap te staken om kwaad te kunnen doen, christenen niet met elkaar in vriendschap kunnen leven om goed te kunnen doen’.

Helaas heeft deze opmerking nog niets aan actualiteit verloren. Hoe komt het toch dat wij zo moeilijk de broederlijke liefde beoefenen, terwijl dat juist het kenmerk bij uitstek is dat wij bij Christus horen: ‘Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkaar’ (Joh. 13:35). De discipelkring was een bont gezelschap: Mattheüs, de landverrader, maar ook Simon Zelotes, de partizaan. Petrus, de vuurvreter en Johannes, de lieflijke. Maar ze leerden in broederlijke liefde met elkaar op te trekken.

En zo moet het ook toegaan onder christenen. Maar de praktijk is vaak anders. Dat kan verschillende redenen hebben. In de eerste plaats omdat we onze eigen kerk of richting te veel verabsoluteren. Iedereen heeft zo zijn eigen kerkelijke standpunt en ligging. Dat hoeven we ook niet prijs te geven, zonder anderen af te wijzen die God in Zijn genade aangenomen heeft. Tenzij we heiliger zijn dan God… Gelovigen zijn, voor alle andere onderscheidingen van kerk of richting, allereerst leden van het huisgezin van de levende God. Broeders en zusters, voor wie Christus Zijn bloed heeft willen storten. Zou ik hen bedroeven? Afwijzen?

Een tweede reden waarom het nogal eens aan broederlijke liefde ontbreekt is dat we te krampachtig gericht zijn op leerstellige correctheid. Begrijp me goed: we kunnen nooit te veel de waarheid geloven, de waarheid liefhebben, de waarheid doen en de waarheid bevorderen. Altijd kom ik het in het Nieuwe Testament in die samenhang tegen. Nooit geïsoleerd. Steeds weer lees ik daar dat ketterijen in het leven evengoed een weg zijn naar de hel als ketterijen in de leer. Hoe komt het dat we ons wel druk maken over de kleinste leergeschillen, maar tegelijk toegeven aan ketterijen als liefdeloosheid, kwaadspreken en onverzoenlijkheid?

Als Gods waarheid bezit neemt van ons leven, wordt niet alleen ons denken veranderd, maar wordt ook ons hart zacht. ‘Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf. Want die gezindheid zij in u, die ook in Christus Jezus was’ (Filippenzen 2). Als we niet op Christus lijken, kunnen we goede theologen zijn, maar zijn we slechte christenen.

Een derde reden waarom we soms geen omgang met andersdenkenden hebben is vrees. Mensenvrees is een strik, zegt Salomo. Te vaak laten christenen zich leiden door ‘wat anderen wel niet van hen zullen denken’. Natuurlijk, we moeten ons wijs gedragen en bedenken hoe onze woorden en daden op anderen overkomen. Maar er kan ook sprake zijn van geestelijke tirannie. Dan zijn we bang om bij bepaalde mensen uit de gunst te vallen. Zo laten we ons dicteren met wie we omgaan en met wie niet. En offeren Gods liefdegebod op aan mensengunst. Petrus had er al last van, zie de Galatenbrief. Uit vrees voor de orthodoxie verbrak hij de omgang met de heidenchristenen. Maar gelukkig was er een Paulus, die lak had aan die bekrompen keurmeesters: staat dan in de vrijheid! Hebt de broederschap lief!

John Newton schreef: ‘Of iemand gedoopt is met een lepelvol of een badkuipvol water, is voor mij niet belangrijk. Al verschilt iemand met mij over de verkiezing, maar als uit alles blijkt dat hij door God is geroepen, is hij mijn broeder. Al heeft hij vragen bij de volharding der heiligen, maar als genade hem doet volharden, is hij mijn broeder. Als hij Jezus liefheeft, zal ik hem liefhebben. Als hij anders denkt dan ik, wil dat niet zeggen dat hij altijd ongelijk heeft, tenzij ik onfeilbaar ben.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

‘Ik ben een vriend, ik ben een etgezel..

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 2020

Kerkblad | 24 Pagina's