Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De les van de dorsvloer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De les van de dorsvloer

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nee, dit artikel gaat niet over het proefschrift van dr. J.B. ten Hove – hervormd gereformeerd predikant te Veenendaal – die op 27 maart jl. promoveerde. De titel van zijn studie is: Koren en kaf op de dorsvloer: De kerk in het licht van het laatste oordeel. Hij heeft onderzocht hoe de beeldspraak van de dorsvloer in de nagelaten werken van de kerkvader Augustinus (354-430) gebruikt wordt. De dorsvloer fungeert bij Augustinus vooral als model voor de kerk van Christus, de plaats waar het koren van het kaf wordt gescheiden. Het koren (de ware gelovigen) wordt ingezameld in de hemelse schuur, terwijl het kaf (de ongelovigen) bestemd is voor het helse vuur. ‘Tot aan de terugkeer van de Rechter, Die tevens Redder is, blijven kaf en koren (echter nog) gemengd.’ Mensen kunnen noch mogen eerder ingrijpen om scheiding aan te brengen vanwege eigen visies en/of idealen tussen wat zij als kaf of als koren aanmerken. Het ‘verdragen’ van het kaf gaat altijd gepaard – wil het wel zijn – met een permanente strijd tegen dwalingen en zonden op allerlei gebied.

Hoewel de verleiding groot is verder uit deze studie te citeren (keuze genoeg!), kan ik dat veel beter aan deskundigen overlaten. Dat geldt al helemaal voor een beoordeling en het stellen van constructief-kritische vragen aan de auteur, zoals bijvoorbeeld ds. P. Koeman in de Waarheidsvriend van 25 juni jl. deed. Nee, dit artikel gaat dáár dus niet over. Waarover dan wél?

Het beeld van de dorsvloer is vanuit de Bijbel bekend. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament komen we er voorbeelden van tegen. Johannes de Doper kondigde het grote werk aan van Hem ‘Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren, en de tarwe zal Hij in Zijn schuur samenbrengen, maar het kaf zal Hij met onuitblusselijk vuur verbranden’ (Luk. 3:17). Dit werk voorziende, gaf hem extra klem op zijn oproep tot bekering. Een eerste les!

Maar op nog een heel andere plaats wordt over een dorsvloer gesproken, in een heel ander verband. Maar daarin ligt in elk geval ook een ernstige les, die we tot ons dienen te nemen. Gedoeld wordt op de dorsvloer van Arauna, de Jebusiet (2 Sam. 24:16 e.v.).

Vorige week (we schrijven dit 4 juli 2020) moest onze kerkenraad zich beraden op de gevolgen voor de inrichting van onze kerkdiensten van de versoepeling van de beperkende maatregelen van overheidswege in verband met het coronavirus. Aan het begin van die bijeenkomst werd 2 Samuël 24:15-25 gelezen. Duidelijk is dat er enige opluchting was over de aangekondigde verruiming van mogelijkheden tot feitelijke kerkgang. Een periode van dreiging en zorgen leek van lieverlede voorbij te zijn gegaan. Het kerkelijke leven met veel als onwerkelijk ervaren aspecten kan zich gaan herstellen. In het Bijbelgedeelte dat werd gelezen wordt ons beschreven hoe de in Israël heersende pestilentie ten einde kwam.

Daaruit kunnen lessen getrokken worden voor nu in onze situatie. Koning David beleed zijn schuld aan de slaande hand van God in de pestilentie die zijn volk trof, tegenover de Heere (vers 17). Toen hij via een profeet van Godswege de opdracht kreeg een altaar te bouwen op de dorsvloer van Arauna om daar brandofferen te offeren, zette hij alles in het werk om die locatie op een rechte en eerlijke wijze te verwerven (vers 24). Daarop volgt vers 25: ‘En David bouwde aldaar den Heere een altaar, en offerde brandofferen en dankofferen. Alzo werd de Heere den lande verbeden, en deze plage van over Israël opgehouden.’ Een ontdekkende gang, een eerlijke weg en een rijke uitkomst!

Natuurlijk mogen we er verwonderd over zijn en dankbaar voor zijn dat het coronavirus (vooralsnog?) op retour lijkt te zijn, de pandemie beëindigd raakt. Maar hoe zijn we daar geestelijk onder gesteld? Halen we opgelucht adem, rechten we onze ruggen en gaan we gaandeweg weer over tot de orde van de dag? Dan valt te vrezen dat we bovenbedoelde les van de dorsvloer (nog) niet hebben geleerd. Onmisbaar is nodig verootmoediging voor het aangezicht van God, zeg maar: de gestalte van koning David.

We werden onlangs verrast en verblijd door de brochure Als de Heere roept waarin we krachtig worden opgeroepen om te luisteren naar Gods stem in de coronacrisis. Dat luisteren moeten we leren, maar wee ons als we dat niet leren. Deze brochure is ontstaan uit persoonlijke contacten van predikanten uit verschillende kerkverbanden. Zij hebben elk een bijdrage geleverd op persoonlijke titel, vanuit ieders eigenheid, maar in het verlangen om gehoorzaam te zijn aan het Woord van God. Er is dankbare verwondering over de onderlinge herkenning, zo lezen we in het voorwoord. De scribenten hadden een gedeelde behoefte aan een duidelijk spreken in en vanuit de kerken, juist nu de Heere Zelf zo krachtig spreekt. We vergissen ons niet als we hun bijdragen zo begrijpen dat ze uiteindelijk met kracht van redenen en onderstreept door treffende citaten oproepen tot het ‘betreden van de dorsvloer’, zoals koning David dat deed. Wat zou dat zegenrijk zijn!

Toch even terug naar de dissertatie van dr. J.B. ten Hove. Er kan volgens ds. P. Koeman veel uit de theologische nalatenschap van Augustinus, met daarin de veelvuldig gebruikte beeldtaal van de dorsvloer, worden geleerd ‘om als gelijkgezinden in de verscheurde gereformeerde gezindte tot meer eenheid te komen’. Dat laatste (zo onderschrijven we van harte!) is in deze verworden tijden, waarin welhaast alles lijkt te kantelen, hard nodig. Tegen dit licht is het zeer te verwelkomen dat deze brochure werd geschreven door (in alfabetische volgorde) ds. D. Breure (PKN, Waarder), ds. J.M.D. de Heer (GG, Middelburg), ds. J.M.J. Kieviet (CGK, Renswoude), ds. M. van Reenen (HHK, Oldebroek), ds. O.M. van der Tang (GGiN, Alblasserdam) en prop. A.J. van Wingerden (OGGiN, Hendrik-Ido-Ambacht). We hopen van harte dat het hierbij niet blijft. Graag nodigen we hen uit om stof ter overdenking aan te blijven dragen, opdat we met elkaar de les van de dorsvloer mogen leren verstaan. Daar zouden we in het persoonlijke leven, maar ook in kerk en staat wonderlijk goed mee uitkomen.

Maartensdijk, ir. B.J. van der Vlies

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

De les van de dorsvloer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 2020

Kerkblad | 24 Pagina's