Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goedertierenheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goedertierenheid

Maar de vrucht des Geestes is… goedertierenheid.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

GOEDERTIEREN DOEN IS NIET ALTIJD MAKKELIJK. MAAR DE SCHIJN GOEDERTIEREN TE ZIJN KAN NOG WEL WORDEN OPGEHOUDEN. ECHTER, WERKELIJK GOEDERTIEREN ZIJN IS ÉÉN VAN DE ONDERDELEN VAN DE VRUCHT DES GEESTES. DEZE VRUCHT KAN ALLEEN WORDEN VERKREGEN UIT DE GELOOFSVERBONDENHEID MET CHRISTUS EN DE INWERKING VAN DE HEILIGE GEEST. DAAROM LETTEN WE IN HET EERSTE ARTIKEL OP WAT GOEDERTIERENHEID BETEKENT, WANNEER DIT VAN GOD GESCHREVEN STAAT. IN HET TWEEDE ARTIKEL LETTEN WE EROP WAT DIT BETEKENT VOOR DE MENS DIE DEELT IN DE VRUCHT DES GEESTES.

Goedertierenheid en goedertieren is een woord dat veel voorkomt in de Bijbel. Tegelijk is het woord goedertierenheid niet in één andere betekenis te vangen. Wanneer we helder willen krijgen, wat het woord goedertierenheid betekent, moeten we drie andere woorden gebruiken, die alle drie voorkomen in Psalm 100:4.

Want goedertieren is de Heere.

Zijn goedheid eindigt nimmermeer.

Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht

Tot in het laatste nageslacht.

Het gaat dus om goedheid, trouw en waarheid. Maar het woord dat de Statenvertaling in Galaten 5:22 met goedertierenheid heeft vertaald, is niet hetzelfde woord. Wat betreft betekenis komt het wel dicht in de buurt bij goedheid, trouw en waarheid. We zouden deze vrucht van de Geest anders kunnen vertalen met het woord mildheid, zachtheid of vriendelijkheid en op die manier ook goedheid. Iemand verwoordde het zo: ‘Het is de houding van het hart, die voortkomt uit goedertierenheid.’

De bron van de goedertierenheid is nooit een mens. Van de natuurlijke mens geldt, wat drie keer in de Bijbel geschreven staat (Psalm 14, Psalm 53 en Romeinen 3:12): ‘Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goedertierenheid doet, er is ook niet tot een toe.’

Tegen deze achtergrond doet deze vrucht van de Geest in de eerste plaats iets schitteren van Wie God is. Deze vrucht van de Geest doet de gelovige in de eerste plaats in diepe verwondering luisteren naar de God Die in Christus zondaren genadig is. Drie keer looft een psalmdichter de Heere (Psalm 106:1, Psalm 107:1 en Psalm 136:1): ‘Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.’

De Heere is vriendelijk, mild, zacht omdat Hij goed, trouw en waarachtig is. We ontdekken dit in een andere psalm, namelijk Psalm 25:7 en 8 7 Gedenk niet der zonden mijner jonkheid, noch mijner overtredingen; gedenk mijner naar Uw goedertierenheid, om Uwer goedheid wil, o HEERE! 8 De HEERE is goed en recht; daarom zal Hij de zondaars onderwijzen in den weg.

Deze Psalm van David, die wel getypeerd wordt als een oudtestamentisch voorbeeldgebed, maakt een geheim bekend over hoe God met zondaren omgaat: vriendelijk, mild en zacht, zonder enige bijbedoeling. Het woord recht betekent namelijk oprecht. In oprechte mildheid neemt Hij zondaars bij de hand om hen te leren hoe zij behoren te leven. De psalmdichter van Psalm 119 heeft dit mogen smaken en daarom bidt hij in Psalm 119:68: ‘Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen.’

In het Nieuwe Testament is deze goedertierenheid van God vlees en bloed geworden in de Heere Jezus Christus. Het is Paulus die dit kernachtig verwoordt in Efeze 2:7. ‘Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.’

De volmaakte praktijk van de goedertierenheid als vrucht van de Geest heeft de Heere Jezus Zelf geleerd. De zondaren en de tollenaars kwamen tot Hem om naar Hem te luisteren. Dit deden zij niet, omdat Hij hun diep zondige levenspraktijk ook maar in het minste goedkeurde. Hij heeft Zelf de wet scherper gepreekt dan wie dan ook in Zijn dagen. Hiervan is de Bergrede het duidelijke bewijs. Hierin maakt de Heere Jezus een ethiek, de richtlijn voor het dagelijks christenleven, bekend die nauwkeuriger is dan die van de Schriftgeleerden en de Farizeeën. Maar terwijl de laatsten de tollenaren, zondaren en de menigte die de wet niet kende, afwezen, is de Heere Jezus met innerlijke ontferming over hen bewogen. En daarom treedt Hij hen met goedertierenheid tegemoet. Dat is de reden waarom zondaren en tollenaren naar Hem toekomen om Hem te horen. Dat is de reden, waarom onreinen tot Hem gaan om door Hem gereinigd te worden. De Heere Jezus wijst scherper dan wie ook de zonde in het leven van mensen aan, maar door Zijn goedertierenheid wijst Hij geen zondaar af.

Zo zien wij dat wat David in Psalm 25:6 en 7 bidt, in de Heere Jezus Christus volmaakt praktijk is geworden. Door deze goedertierenheid is er hoop voor de mens. Want alle mensen zijn zondaren. Paulus ontdekte dat voor zijn eigen bestaan los van Christus, maar mocht ook een geheim ontdekken: niet uit de werken, maar uit Gods goedertierenheid. Daarom zegt hij in Titus 3:3-6 3 Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, en elkander hatende. 4 Maar wanneer de goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, 5 Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes; 6 Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker;

Paulus kon er voor zichzelf niet meer onderuit: ook ik, vrome farizeeër, val onder het oordeel van vers 3. Maar deze goedertierenheid wilde God daar tegenover zetten. De goedertierenheid Gods, die wij niet moeten verachten (Rom. 2:4), geldt zondaren, vijanden, doelmissers. Maar wie deze gaat smaken, ondervindt ook dat het leven onder Gods geboden goedertieren is. Dit zegt de Heere Jezus in Mattheüs 11:29 en 30 29 Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. 30 Want Mijn juk is goedertieren (SV zacht), en Mijn last is licht.

Wie dat leert kennen, valt David bij (Ps. 34:9a): ‘Smaakt en ziet, dat de HEERE goed is’.

Aalst,

ds. M.W. Muilwijk

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

Goedertierenheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2020

Kerkblad | 24 Pagina's