Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hemelvaart en wederkomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaart en wederkomst

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerntekst: Handelingen 1:11 "Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren."

Veertig dagen is de Heere Jezus na Zijn opstanding nog op aarde gebleven. Verschillende keren is Hij aan Zijn kinderen verschenen. Petrus, Maria Magdalena, Thomas, de Emmaüsgangers, de andere discipelen hebben gezien, dat Hij echt is opgestaan. We noemen dat getuigen van Zijn opstanding. Hij is waarlijk opgestaan. Ze weten het zeker. De Heere Jezus heeft Zich niet alleen aan hen laten zien, Hij heeft ook met ze gesproken over het mooie, maar ook moeilijke werk, dat hen te wachten staat. Welk werk moeten ze gaan doen? Ze moeten gaan vertellen van hun Meester, Die dood geweest is, maar Die nu leeft in alle eeuwigheid. Toch mogen ze er niet direct op uittrekken, ze moeten eerst wachten op de uitstorting van de Heilige Geest. Wanneer straks de Heere Jezus niet meer bij hen zal zijn, moeten ze eerst in Jeruzalem blijven. Tot de Heilige Geest komt. 'Hij zal jullie troosten en in jullie blijven', zegt de Heere. "Ik zal jullie geen wezen laten, je zult niet alleen zijn, want..., "Ik ben met ulieden al de dagen tot aan de voleinding der wereld." Weet je wat wezen zijn? Kinderen, die geen vader of moeder meer hebben. De Heere laat Zijn discipelen niet als wezen achter, want Hij gaat wel naar de hemel, maar Zijn Geest zal uit de hemel komen en in hun harten wonen.

Voor het laatst zijn ze bij elkaar, als hun Meester zegt: "Discipelen, alle volken moeten die blijde boodschap horen, dat Evangelie, en wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, die zal zalig worden." Dan neemt de Heere Jezus Zijn discipelen mee. Het zijn nu maar elf discipelen, want Judas Iskarioth is er niet meer. Ze lopen nog een keer die bekende weg, die ze zo vaak gegaan zijn... naar de Olijfberg.

Achter de Heere Jezus ligt de stad Jeruzalem, achter Hem ligt ook Golgotha, de kruisheuvel, waar Hij geleden heeft voor de zonden van al de Zijnen. Maar dat lijden, dat sterven is nu voorbij! Hij zal Zijn heerlijkheid, Zijn vreugde, Zijn blijdschap tegemoet gaan bij Zijn Vader in de hemel. De discipelen hebben nog niet in de gaten, dat het afscheid van hun geliefde Meester zo dichtbij is. Ja, ze hebben zelfs nog heel andere gedachten. Als de Olijfberg beklommen is vragen ze de Heere Jezus nog iets, luister maar. "Heere, zult Gij in deze tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten?" De discipelen denken dat Hij het oude, aardse koninkrijk van David zal oprichten. Maar dan hebben ze het helemaal verkeerd. Natuurlijk gaat de Heere Jezus een koninkrijk oprichten, maar niet het aardse, dat zij verwachten. Wat krijgen ze als antwoord? "Het komt u niet toe te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft." Discipelen, wanneer het Koninkrijk komt, weet God alleen. Laat dat genoeg zijn. Meer hoeven jullie niet te weten. Het komt op Gods tijd. "Maar gij zult ontvangen de kracht van de Heilige Geest, Die over u komen zal." Zij mogen gaan vertellen van Gods grote daden, ze moeten getuigen zijn in Jeruzalem, in Judea, in Samaria en over de hele wereld. En dan...! Terwijl de Heere Jezus zegenend Zijn handen over hen uitbreidt, komt Hij los van de aarde. Hier gebeurt een groot wonder, dit kan eigenlijk niet! Hoger, steeds hoger stijgt de Heere omhoog. Zegenende handen boven elf discipelen, boven Jeruzalem, boven Palestina, boven de gehele wereld, tot in de wolken- en sterrenhemel toe. Dan gaat de Koning der ere de Hemel der hemelen binnen. Maar dat hebben de discipelen niet meer gezien, want een wolk neemt Hem weg uit hun ogen.

Engelen zingen Hem tegemoet: "Verheft u nu, gij eeuwige deuren, laat de Koning binnen", of zoals jullie kennen uit de berijmde psalmen:
Verhoogt, o poorten, nu den boog;
Rijst eeuw'ge deuren, rijst omhoog;
Opdat de Koning in moog' rijden.

De beste plaats is voor Hem. Aan de Rechterhand van Zijn Vader! Wat een blijdschap bij de engelen. Hoe zullen ze gejuicht hebben; hun Koning is terug. Maar ook blijdschap en vreugde bij de gezaligden; hun Zaligmaker heeft Zijn werk volbracht. En de Vader is ook blij, want Zijn Zoon is terug. Hoor wat Hij zegt: "Zit aan Mijn Rechterhand!" En natuurlijk is er blijdschap bij de Zoon; Hij is terug bij Zijn Vader. "Vader, Ik heb al het werk, dat Ik doen moest, volbracht. Zie Mijn wonden. En Ik wil, dat Mijn kinderen ook bij Mij zijn. Voor hen heb Ik de zaligheid verdiend."

Jullie weten dat de Heere Jezus vergeleken wordt bij een Hogepriester. Zoals in het Oude Testament de Hogepriester met het bloed in het Heilige der Heilige inging, zo gaat de Heere Jezus nu met Zijn eigen bloed de hemel in, met Zijn offer. Daar zet Hij het werk van Hogepriester voort: offeren, bidden en zegenen. Als teken, dat Hij in de hemel nog 'werkt', zendt Hij twee engelen naar Zijn jongeren.

En de discipelen? Bedroefd staren ze Hem na, tot de wolk Hem wegneemt uit hun ogen. Ze merken niet eens, dat twee mannen in witte kleding naast hen staan. Hoor eens, ze hebben een hemelse boodschap: "Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel?" Deze hemelse boodschappers, deze engelen, want dat zijn het, kennen de elf bedroefde mannen. Ze zeggen nog meer: "Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren." Zie je wel, hun Meester vergeet hen immers niet! Precies zoals Hij is opgevaren naar de hemel, komt Hij ook eens terug, op de wolken des hemels. Dan zullen niet alleen de discipelen, maar alle mensen Hem zien. Jij ook! Ben je daar blij om, of zal dat voor jou geen dag van vreugde zijn? Hoor jij dan nog bij Jezus' vijanden? Ja, dan moet je wel bang zijn, want alle vijanden van God en van de Heere Jezus Christus zullen omkomen. Maar als je net als de discipelen door genade een nieuw hart hebt gekregen, dan mag je met verlangen uitzien naar die grote dag. Want zij zullen dan voor altijd bij de Heere zijn, voor eeuwig behouden, voor altijd verlost.

De Heere Jezus is Zijn discipelen voorgegaan. Om een plaats te bereiden, klaar te maken. Hij heeft het immers Zelf voor Zijn Hemelvaart gezegd: "In het huis Mijns Vaders Zijn vele woningen." Er is plaats voor al Gods kinderen. Geen enkele woning blijft leeg! Voor allen, die Hem hier op aarde hebben lief gekregen, is er plaats. Maar er is ook geen woning over, want straks zal niemand van Zijn kinderen ontbreken. Is dat geen groot wonder? Is dat geen troost?

En Diezelfde Christus komt terug! In onze ogen duurt het lang, hè? Al bijna tweeduizend jaar. Toch weten we zeker, dat God Zijn beloften vervult. Wanneer? Op Zijn tijd! Geen minuut te vroeg, maar ook geen minuut te laat. Wachten is vaak moeilijk, voor grote mensen, voor kinderen. We worden soms ongeduldig. En de discipelen? Hun wachten heeft zin, want ze doen het niet met de armen over elkaar, maar met gevouwen handen. Ze denken ook aan hun mooie, maar moeilijke opdracht. Zendelingen zullen ze zijn! Predikers van Gods Evangelie. Ze smeken om de komst van de Heilige Geest! Samen, eendrachtiglijk, volhardende in het bidden. Ook denken ze dat de Heere Jezus spoedig terug zal komen. In die verwachting leven ze: Maranatha, kom Heere Jezus!
Ze moeten in Jeruzalem wachten op de komst van de Heilige Geest. Hoe ze dat gedaan hebben? Biddend tot de Heere. En wat gaf de Heere als uitkomst? Na tien dagen komt de Heilige Geest hun harten geheel vervullen en kunnen ze in Zijn kracht het grote moeilijke zendingswerk beginnen. Nu is de Heere Jezus met Zijn lichaam niet meer bij hen, maar met Zijn genade en Geest wijkt Hij nooit meer van hen!

Ben je niet jaloers op deze discipelen? Vraag je misschien of dat ook voor jou kan? Verlang je door de Heilige Geest ook naar de wederkomst van de Heere Jezus? Is Hij voor jou alles geworden? Een bekend dichter heeft daarvan gezongen:

Weg wereld, weg schatten,
gij kunt niet bevatten,
hoe rijk dat ik ben,
'k heb alles verloren,
maar Jezus verkoren,
Wiens eigen(dom) ik ben.

Maar... als je nog niet weet, dat je zonder Hem verloren bent, kun je Hem ook niet met blijdschap verwachten. Is het dan niet te laat om bekeerd te worden? Nee, want de tijd tussen jouw geboorte en je stervensdag is genadetijd. De Heere roept dagelijks om Hem te zoeken. Bid of je echt mag leren zoeken, want dan zul je Hem ook vinden. En als je Hem door genade vindt? Dan ben je net zo gelukkig en blij als de discipelen. Dan verwacht je de dag van Jezus' wederkomst met grote blijdschap, want dan mag je altijd bij de Heere zijn. Zonder zonde, zonder moeite, zonder pijn. Eeuwig gelukkig, omdat de Heere ook voor jou een plaats heeft bereid in het Vaderhuis met Zijn vele woningen. Uit genade alleen, omdat God het wil, om Jezus' wil!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1989

Mivo -12 | 24 Pagina's

Hemelvaart en wederkomst

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1989

Mivo -12 | 24 Pagina's