Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1. Herauten van de Koning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Herauten van de Koning

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezen: Hand. 3: 1-12 y' S'' ' s ' ' / 'y ' ' " /' ' ' fr Zingen; Ps. 72: 1 en 6Ps. 68: 10 en 16Ps. 116: 10 en 11Ps. 2: 3, 4 en 7Ps. 22: 14 en 16Ps. 87: 1, 3 en 4Tekst: "Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, sta op en wandel."

Daar gaat op een paard de heraut van de koning. Hij heeft een boodschap voor de mensen in het land. Een boodschap van zijn koning. Die moet het volk worden bekend gemaakt.

Zo ging dat vroeger. Wanneer de koning een besluit genomen had, moest het volk dit weten. Daar had de koning dan zijn boodschappers voor. Soms gebeurde het wel dat er boodschappers naar het buitenland werden gestuurd. Om ook daar de boodschap van de koning bekend te maken.

Herauten

De heraut is vertrokken. Vanaf het koninklijk paleis trekt hij heel het land door. In elk dorp en in iedere stad houdt hij zijn paard staande. Dan blaast hij op de hoorn. Op het marktplein ver zamelen zich de mensen om hem heen. Welke boodschap zal hij hebben?

Luid begint de heraut te spreken. Zijn woord heeft macht. Hij staat immers in dienst van de koning? Een goed heraut zet zichzelf dan ook niet in het middelpunt. Het gaat niet om hem. Hij komt in naam van de koning. Het gaat om wat de koning te zeggen heeft. Om die boodschap het volk bekend te maken.

Hier gaat het om de boodschap van een aards koning. Maar jullie weten dat er één Koning is, Die kan zeggen: 'Ik ben de Koning der koningen en de Heere der heren'. De Heere is Koning over heel de aarde. Voor Hem en voor Zijn Woord zal iedereen moeten buigen. Ook deze Koning heeft herauten in dienst om Zijn Woord bekend te ma-

Petrus en Johannes

Daar lopen Petrus en Johannes, de herauten van de Koning. Ze zijn op weg naar Jeruzalem. Hoe dichter ze bij Jeruzalem komen, hoe drukker het wordt op straat, 't Is drie uur in de middag. Het uur van het gebed voor de Joden. Dan komt de gemeente samen om tot God te bidden. Daarom zijn er nu zoveel mensen op de been. Ook Petrus en Johannes zijn op weg naar de tempel.

Bij de poort van de tempel zit een man. Een heleboel mensen valt het al niet eens meer op, omdat hij daar dagelijks zit. Of willen ze hem niet zien, die arme, kreupele bedelaar?

Hij is zo kreupel, dat hij zelf niet kan lopen. Iedere dag wordt hij naar de Schone Poort gedragen en daar neergezet. Omdat hij niet kan werken, moet hij leven van aalmoezen; van giften. Voor een bedelaar is een plaats bij deze poort dan ook zeer geschikt. Hier komen juist veel mensen voorbij. Van de mensen die naar de tempel gaan, kan hij dus een aalmoes vragen.

Sommige mensen geven hem iets. Anderen niet, die lopen zomaar door.

Daar naderen Petrus en Johannes de poort. Als de kreupele de beide mannen aan ziet komen, vraagt hij ook van hen een aalmoes. Blijkbaar kent hij de apostelen niet. Hij houdt zijn hand al op om iets van de discipelen te ontvangen. Dat is het enige wat de bedelaar verwacht. Maar Petrus en Johannes werpen hem geen geldstuk toe.

Maar...ze lopen niet door. Petrus en Johannes blijven staan. De bedelaar heeft dat al niet meer in de gaten. Hij heeft zijn hoofd al weer gebogen. De tempelgangers kijkt hij niet meer aan. Dat heeft hij in de loop van de jaren wel afgeleerd. Het gaat hem om de gift, niet om de gever!

In de Naam van Jezus Christus

Petrus en Johannes kijken de man recht aan. Dan trekt Petrus de aandacht naar zich toe en neemt het woord. Hij zegt: "Zie op ons." Vol verwachting staart de kreupele man naar de discipelen. Zou hij nu toch nog geld van hen ontvangen? Maar dan, wat een teleurstelling. "Zilver en goud heb ik niet..." zegt Petrus. De discipelen hebben helemaal niets. Ze hadden "alles verlaten" en zijn de Heere Jezus gevolgd. Omdat ze niets hebben, kunnen ze deze man ook niets

Ook al hebben Petrus en Johannes niets, toch zijn ze schatrijk. Want Petrus en Johannes bezitten iets anders en dat willen ze graag aan deze kreupele man geven. Petrus gaat spreken en zegt: "Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, sta op en wandel."

Dat is vreemd. Die man is toch kreupel? Je kunt toch niet tegen een kreupele zeggen dat hij moet gaan lopen? En dat is wat Petrus nu doet. Hij gebiedt hem op te staan en te gaan lopen...

Weet je waarom Petrus dat kan zeggen? Omdat hij een heraut is. Een heraut geeft door wat de koning te zeggen heeft. Hij spreekt dus met macht. Petrus en Johannes spreken in de naam van hun Koning. Hoor maar: "in de Naam van Jezus Christus". En Petrus voegt er dan bij: "de Nazarener". Onder die Naam zal de kreupele Jezus wel kennen. Dat is toch die Man die dertig jaar in Nazareth heeft gewoond? Dat is toch die Man die enkele maanden geleden ter dood is veroordeeld? Dat is toch die Man over wie de mensen vertellen dat Hij weer is opgestaan? De kreupele denkt niet lang na over

De kreupele denkt niet lang na over deze vragen. Nee, er gaat zoveel kracht van de woorden van Petrus en Johannes uit dat de man werkelijk opstaat.

Een wonder

Er gebeurt een wonder in het leven van deze kreupele. Zo moet er ook in jouw leven een wonder gebeuren. Eigenlijk zijn we allemaal kreupel. Nee, niet lichamelijk, maar geestelijk zijn we kreupel. Dan moeten ook wij van aalmoezen leven. Als de Heere jouw ogen opent, ga je zien dat je kreupel bent. Dan kom je aan de weet dat je in alles afhankelijk bent van Hem.

Dat is niet altijd zo geweest. God had ons goed en naar Zijn beeld geschapen. Maar in het paradijs wilden wij als God zijn en zelf op de troon zitten. Wij wilden de Koning niet langer gehoorzaam zijn. Toen heeft God Adam en Eva uit de hof verdreven en nu moeten wij een eeuwige dood sterven.

Ondanks de zondeval heeft de Heere Adam opgezocht. Hij riep: "Adam, waar zijt gij?" Niet de mens zoekt de Heere op, maar God zoekt de mens op. Zo zoekt de Heere Jezus ook deze kreupele op. Hoe dan? De Heere stuurt twee herauten, Johannes en Petrus, naar hem toe.

Zo stuurt de Heere Jezus ook herauten naar ons toe. Ook naar jou. Iedere keer weer wanneer je uit Gods Woord hoort: thuis, in de kerk, op school, op de vereniging. Dat is een boodschap in Naam van De Koning. In de Naam van Jezus Christus.

Dat is een wonder! Telkens roepen de herauten het toe: "in de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, sta op en wandel". Hoe vaak heb jij deze boodschap al gehoord? Vraag veel of de Heere door middel van Zijn herauten met kracht tot je wilt spreken.

Opeens kan de kreupele staan! Vanaf zijn geboorte is hij kreupel geweest. En nu, na veertig jaar, kan hij staan. "Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, sta op en wandel!" Dat was hetgeen de apostelen hadden gezegd. Ze hadden de kracht van de hemel ontvangen om wonderen te doen. Ze gaven de kreupele bedelaar iets wat nog veel beter is dan een aalmoes.

En kijk eens, wat er gebeurt. De kreupele springt op van blijdschap. Hij springt op in gehoorzaamheid aan het bevel van Petrus: "sta op en wandel". Kan de man dit zelf? Nee, maar door het werk van de Heilige Geest ontvangt hij de krachten. En waar gaat hij nu als eerste naar toe? Naar huis? Nee, naar de tempel, om daar God te loven en te danken. De man is zo blij dat hij met Petrus en Johannes de tempel ingaat. Nee, het gaat die man niet om Petrus en Johannes, maar er staat in de Bijbel: "En hij... ging met hen in de tempel, wandelende en spingende, en lovende God." Hieruit blijkt dat het niet alleen om een lichamelijk wonder gaat. De man is genezen in de Naam van Jezus Christus...

Het volk

Wat een drukte is het in de tempel. Allemaal mensen die komen om te bidden en te offeren. Al snel verspreid zich het nieuws. "Heb je het gehoord: die man die iedere keer daar bij de ingang is, loopt in de tempel rond."

Sommigen geloven het niet, maar als ze de man zien, dan moeten ze het wel geloven. "Hoe kan dat dan? Ik ben net nog langs hem gelopen en toen heb ik hem nog een geldstuk gegeven?" Zo denken de mensen. En kijk hem eens springen en roepen!

Steeds meer mensen komen erbij. Het wordt een drukte van belang. De mensen komen samen en stellen allerlei vragen. "Wat is er toch gebeurd? Man, hoe ben je gezond geworden?" Ze begrijpen er niets van. Het nieuws gaat rond als een lopend vuurtje.

En wat is het gevolg? De mensen komen allemaal naar Petrus en Johannes toe.

Maar... Petrus en Johannes zijn herauten. En herauten zijn knechten van de Koning. Zij moeten een boodschap doorgeven. Nu er zoveel mensen bij elkaar zijn, kunnen zij hun werk doen. Is dat geen wonder!? De Koning zorgt ervoor dat zijn herauten de boodschap kunnen gaan vertellen aan mensen.

Petrus ziet dat er zoveel mensen bij elkaar zijn gekomen. Hij grijpt deze mogelijkheid aan om te gaan preken. Hier wordt in de tempel gepreekt, terwijl dat meestal in de synagoge gedaan wordt. Maar, de Koning van de herauten zorgt ervoor dat er voldoende hoorders zijn. De Koning wil nog meer onderdanen hebben en daarom zorgt hij voor herauten. Er waren nog zoveel mensen die niet wisten dat Jezus Christus nog altijd leeft. Er waren nog zoveel mensen tegen wie gezegd moest worden: "Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden" (Hand. 3: 19).

Opnieuw herauten

Het is dezelfde boodschap die vandaag ook uitgeroepen moet worden. Ook in onze tijd zijn er nog zoveel mensen die niets weten van het Evangelie. Er zijn miljoenen mensen die nog nooit van God hebben gehoord. In ons land heb je deze mensen, maar ook buiten Nederland. Mensen die niet weten dat ze zondaren zijn en dat ze een Zaligmaker nodig hebben. Voor deze mensen heeft de Koning een belangrijke boodschap: uw zonden kunnen worden uitgewist! Er is redding voor zondaren.

Om die Boodschap bekend te maken, heeft die Koning herauten in dienst. Mensen die in Zijn Naam uitgaan. Denk maar aan predikanten, evangelisten en zendelingen. Deze herauten hoeven geen zilver of goud te geven, maar moeten mensen door het geloof roepen: "In de Naam van Jezus Christus, sta op en wandel."

Hoe zullen mensen in God gaan geloven als zij niet van Hem hebben gehoord?

En hoe zullen mensen van God horen, als er niemand is die hun dit predikt? Daarom moeten er herauten zijn. Bij

Daarom moeten er herauten zijn. Bij Zijn hemelvaart heeft de Heere Jezus deze opdracht ook gegeven: "Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle kreaturen...

En de discipelen zijn uitgegaan en predikten overal en de Heere wrocht mede." De Heere zegende het werk.

Vanaf die tijd heeft de kerk nog nooit zonder dienaren gezeten. Ook in onze tijd zijn er mensen die het werk van een heraut doen. Dominees, evangelisten en zendelingen geven de boodschap van de Koning aan mensen door. In Nederland, maar ook in andere landen.

Ook in andere landen zijn nog zoveel kinderen die niet van deze boodschap weten. Wat kunnen we voor hen doen? Bidden! De Heere Jezus heeft gezegd: "De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinig; Bidt dan de Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote." Dat is Gods bevel. Zullen jullie dat niet vergeten?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

Mivo -12 | 44 Pagina's

1. Herauten van de Koning

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

Mivo -12 | 44 Pagina's