De Heere Jezus bespot en gekruisigd

Overzicht van de stof

Er is die dag al veel gebeurd met de Heere Jezus. Eerst was Hij als gevangene naar Pilatus gebracht. Daarna werd Hij naar Herodus geleid, die Hem weer terugstuurde naar Pilatus. Hij was gegeseld en bespot. En dat alles op één morgen. Nu is Hij op weg naar Golgotha. Tegen de vrouwen van Jeruzalem, die medelijden met Hem hebben zegt Hij zelfs nog: "Gij dochters van Jeruzalem, weent niet over Mij, maar over uzelf en over uw kinderen." De Heere Jezus die Zijn kruis draagt, dreigt haast te bezwijken. Dan moet Simon van Cyrene het kruis dragen. Hij moet er toe gedwongen worden, want uit zichzelf zou hij dat kruis nooit gedragen hebben.
Zo is dan nu de stoet op weg naar Golgotha. Daar zal de Heere Jezus gekruisigd worden. Als Golgotha bereikt is, mag Simon het kruis neerleggen en treed de Borg naar voren om het kruis weer over te nemen.
Ja, Simon moest onder het kruis, maar Jezus moet aan het kruis. De soldaten bieden de Heere Jezus wijn met myrre aan. Maar als Hij proeft dat het deze (bedwelmende) drank is, weigert Hij te drinken. Vervolgens pakken de soldaten de Heere Jezus vast en ontkleden Hem. Ze strekken Hem langs de kruispaal: Zijn armen langs de dwarsbalken en Zijn voeten drukken ze op het blok onder aan de paal. Zo worden Zijn handen en voeten vastgenageld. Dan wordt de kruispaal opgericht en hangt de Heere Jezus tussen de hemel en de aarde. Beneden aan het kruis verdobbelen de soldaten Zijn kleren en bewaken het kruis. Boven het kruis staat de beschuldiging geschreven: "Jezus de Nazarener, de koning der Joden". Maar zo is dat niet naar de zin van de oversten. Er moet volgens hen staan, dat Hij gezegd heeft: Ik ben de Koning der Joden. Pilatus weigert echter het opschrift te veranderen (zie Joh. 19). Zo blijft de waarheid toch staan: Jezus de Koning der Joden. Rechts en links van de Heere Jezus wordt een moordenaar gekruisigd. De (onschuldig) veroordeelde Heere Jezus hangt als de grootste misdadiger in het midden. De voorbijgangers lachen om Hem en spreken lastertaal. Zij schudden hun hoofd en roepen: Gij die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf. Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis (Matth. 27: 40). De overpriesters en schriftgeleerden stoten elkaar aan en wijzen naar Hem: Anderen heeft Hij verlost, Hij kan Zichzelf niet verlossen. Indien Hij de Koning Israëls is, dat Hij nu afkome van het kruis en wij zullen Hem geloven (Matth. 27: 42). Ook één van de moordenaars spreekt mee: Indien Gij de Christus zijt, verlos Uzelf en ons (Luk 23: 39). Geen woord van zelfbeklag komt echter over Zijn lippen. Ook dreigt en scheldt Hij niet. Integendeel. En Jezus zeide: "Vader vergeef het hun; want zij weten niet wat zij doen." (Luk 23: 34). Christus kan en wil niet van het kruis af komen, omdat Hij door zijn Vader verordineerd is om door Zijn offer Gods toorn te stillen en door Zijn gehoorzaamheid de Verlosser te zijn. Als Christus van het kruis af komt, zijn Zijn kinderen verloren. Daarom heeft Hij Zich vrijwillig overgegeven. Zijn volk mag het leren: Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons dat Christus voor ons gestorven is als wij nog zondaars waren (Rom 5: 8).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen