Inleiding +12

Hoe maak je een inleiding over deze geschiedenis?

1. Lees Num. 21:4-9. Hieronder vind je dat afgedrukt.

2. .Lees Num. 21:4-9 nog een keer door en kijk bij elk sterretje wat er voor achtergrondinformatie gegeven wordt.

3. In Num. 21:4-9 worden verschillende plaatsen genoemd. Zoek ze eens op op het kaartje in deze schets. In veel verenigingsgebouwen hangt een kaart met de reis van het volk Israël door de woestijn (Als er geen kaart is, kun je het kaartje uit de schets ,overtekenen op een groot vel papier). Je kunt dan als je je inleiding op de vereniging gaat houden de plaatsen aanwijzen.

4. Nu kun je bijvoorbeeld beginnen met in het kort te vertellen over de gebeurtenissen die aan de geschiedenis over de koperen slang voorafgaan: "In Num. 20 vraagt Mozes aan de koning van de Edomieten of het volk van Israël de kortste weg naar Kanaan mag nemen, dwars door zijn land heen. Mozes belooft daarbij, dat geen schade aangericht zal worden, het volk zal op de landweg blijven. Zelfs het gebruikte water zal worden betaald.

Zelfs het gebruikte water zal worden betaald.

De koning van Edom weigert dit. Om te laten zien, dat het hem ernst is, komt hij met een sterk leger naar de grens van zijn land. Nu moeten de Israëlieten naar het zuiden trekken, met een grote boog om Edom heen. Als ze bij de berg Hor gekomen zijn klimmen Mozes, Aaron en Eleazar op het bevel van de Heere de berg op. Eleazar krijgt daar de hogepriesterlijke kled ing van zijn vader Aaron.

Dan sterft Aaron. Als Mozes en Eleazar teruggekeerd zijn tot het volk, bedrijft het volk dertig dagen rouw.

Niet lang daarna valt een koning van de Kanaanieten, die in het zuiden van het beloofde land woont, met zijn leger Israël aan en voert enkele krijgsgevangenen met zich mee. Met de hulp van de Heere worden de Kanaanieten verslagen, en het volk Israël trekt verder door de woestijn "

Nu kun je Num. 21:4-9 op de voet gaan volgen.

Als je een sterretje tegenkomt, lees dan wat er voor extra informatie bij staat.

Bedenk voor jezelf of je die belangrijk vindt om te noemen in je inleiding.

4. Toen reisden zij van de berg Hor* op de weg der Schelfzee*, dat zij om het land der Edomieten* heentogen; doch de ziel van het volk werd verdrietig op deze weg.

De namen in dit vers vertellen ons waar de gebeurtenissen zich hebben afgespeeld. De berg Hor en het land Edom.

De Schelfzee is niet de uitloper, waar de Israëlieten doorgetrokken zijn uit Egypte. Maar het is de andere zeearm rond het Sinai schiereiland, de tegenwoordige Golf van Akaba naar Eilat.

De ziel van het volk wordt Voor verdrietig. verdrietig staat er eigenlijk een woord, dat kort, ongeduldig betekent.

De omweg rond het land Edom is het volk te veel.

5. En het volk sprak tegen God en tegen Mozes*: Waarom hebt gijlieden ons doen optrekken uit Egypte, opdat wij sterven zouden in de woestijn? Want er hier geen brood, ook geen water* en onze ziel walgt over dit zeer lichte brood.

Geen brood, en ook geen water. Maar het volk veracht de dagelijkse zorg van de Heere, want het manna noemen ze geen brood. Zeer licht brood betekent eigenlijk minderwaardig voedsel.

Ze mopperen dus niet alleen op Mozes, maar ook op de Heere. Zeg jij ook wel eens tegen je moeder: "Dat lust ik niet", of "al weer brood"?

6. Toen zond de Heere vurige * slangen onder het volk, die beten* het volk; en er stierf veel volks van Israël.

Vurige slangen: een veel voorkomende diersoort in het Midden Oosten.

Dat zij zo plotseling in grote aantallen optreden wijst op het oordeel van de Heere. Ze worden vurige slangen genoemd, omdat hun beten brandende ontstekingen veroorzaken, zo giftig, dat ze direkt dodelijk zijn.

Als jij tegenslag hebt, word je dan ook ongeduldig? Ga je dan ook mopperen op de Heere? Of als je een slecht cijfer haalt, of als je door de regen naar school moet ?

7. Daarom kwam het volk* tot Mozes, en zij zeiden: wij hebben gezondigd, omdat wij tegen de Heere en tegen u gesproken hebben; bidt de Heere, dat Hij deze slangen van ons wegneme. Toen bad Mozes* voor het volk.

Het oordeel van de Heere mist zijn uitwerking niet. Het volk belijdt voor Mozes hun zonden. Let er op, hoe Mozes zichzelf wegcijfert en als voorbidder voor het volk tot de Heere bidt.

8. En de Heere zeide tot Mozes: Maak u een vurige slang*, en stel ze op een stang; en het zal geschieden, dat al wie gebeten is, als hij haar aanziet, zo zal hij leven.

Een vurige slang: in vers 9 staat: een koperen slang, Mozes moest van koper zo'n, giftige slang namaken.

Stel haar op een stang: eigenlijk betekent dit: stel haar tot een teken, verhef haar als een banier. Zoals in de oorlog in het leger de banier omhooggestoken werd als een teken tot bemoediging, tot overwinning, zo moest deze koperen slang omhoog worden geheven.

Gebeten door de slang, zich bewust geworden van de ellendige toestand, waarin zij verkeerden, is er maar één middel tot genezing: gelovig leren zien op de koperen slang.

De Heere maakt Zijn Woord waar: wie op de koperen slang zag bleef leven, werd genezen.

Wat is de betekenis van deze geschiedenis voor vandaag? Wat heeft deze geschiedenis voor ons te zeggen?

De Bijbel zelf helpt ons daarbij. Op twee plaatsen in de Bijbel wordt de koperen slang later nog weer uitdrukkelijk genoemd.

Eerst in 2 Kon. 18:4, daar staat:

4. Hij nam de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden, en roeide de bossen uit; en hij verbrijzelde de koperen slang*, die Mozes gemaakt had, omdat de kinderen Israëls tot die dagen toe haar gerookt hadden; en hij noemde haar Nehüstan*.

"Hij" is hier koning Hizkia. Tot de dagen van Hizkia toe heeft men in Israël de koperen slang als een afgod vereerd. Hizkia zegt: het is maar nehüstan, het is maar een stuk koper , meer niet.

Er was voor de Israëlieten maar één middel om te genezen van de dodelijke slangebeet: te zien op het door de Heere Zelf aangewezen teken van de koperen slang.

Het was niet de koperen slang, die hen genas, maar de Heere alleen!

Om te genezen van ziekte mogen en moeten wij de middelen gebruiken, die wij van de Heere gekregen hebben. Denk aan het gebed, aan medicijnen, aan doktoren. Maar het is alleen de Heere, Die de genezing schenkt. Als we het van de middelen verwachten, bedrijven we, net als Israël, eigenlijk afgoderij.

In plaats van geloof is er dan sprake van bijgeloof.

Nog een keer wordt, nu in de koperen slang gesproke het Nieuwe Testament, over . Dat is in Joh. 3:14:

14. En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd* heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd* worden;

De Heere Jezus heeft tegen Nicodemus gezegd, dat hij wederomgeboren moet worden. Nicodemus vraagt dan: "Hoe kunnen deze dingen geschieden?"

Hoe moeten wij zalig worden? Hoe moeten wij verlost worden van onze dodelijke kwaal, de zonde?

De Heere geeft het antwoord: zoals de Israëlieten, gebeten door de giftige slang, gelovig moesten zien op de verhoogde koperen slang, zo is het nodig dat een zondige jongen of meisje door wedergeboorte leert zien op de Heere Jezus Christus, Die verhoogd is aan het kruis op Golgotha. "Als de Heere Jezus op de evangeliebanier hoog wordt opgestoken, dan is", zo zegt de Schotse dominee Rutherford, "iemand met zijn aangezicht naar Christus gewend, nog nooit verloren gegaan"

Daarom is deze tekst de belangrijkste van deze geschiedenis: door het geloof moesten de Joden zien op de koperen slang. Zo moeten jij en ik door het geloof leren zien op de Heere Jezus Christus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen