Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Job en zijn vrienden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Job en zijn vrienden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie was Job?

Zoals ook in het ledenblad staat, is er wat betreft de tijd waarin en het land waar Job leefde niets met zekerheid te zeggen, maar wel met grote waarschijnlijkheid.
Waarschijnlijk behoorde Job tot de nakomelingen van Nahor, de broer van Abraham. Nahors oudste zoon heette Uz (Gen. 22: 21). In dit geslacht bleef de kennis van de dienst van de Heere bewaard. In Genesis 33: 53 wordt de Heere ook de God van Nahor genoemd. De kennis werd van ouder op kind doorgegeven. Doordat de mensen zo oud werden, bleef de oorspronkelijkheid bewaard. Job zou dus van de roeping van Abraham gehoord kunnen hebben van Uz de zoon van Nahor. Job stamde dus uit een machtig geslacht van herdersvorsten. Denk maar aan Terah, die wegtrok uit Ur der Chaldeeën en in Haran ging wonen. Zijn zoons waren Abram, Nahor en Haran. Nahor en Abram waren rijke herdersvorsten. Nahor kreeg drie zoons. Van twee is de naam bekend: Uz en Buz. Job was ook zo'n rijke herdersvorst die in het land van Uz woonde en dat ook in bezit had. Het is dus bijna zeker dat hij naaste familie van Uz was.

De vrienden van Job

Elifaz stamde af van Theman de kleinzoon van Ezau (Gen. 36: 11).
Bildad was waarschijnlijk een afstammeling van Suah, de zoon van Abraham bij Ketura (Gen. 25: 2).
Zofar is naar sommigen denken dezelfde als Zefo, een nakomeling van Ezau (Gen. 36: 11).
Elihu de Buziet, was een nakomeling van Buz, de tweede zoon van Nahor (Gen. 22: 21).
Ook deze vrienden kwamen dus uit aanzienlijke families. Die families hadden nog contacten met elkaar en woonden bij elkaar in de buurt.
Elihu was familie van Job en - iets verder - ook Bildad. Ook Zofar en Elifaz waren familie van elkaar. De vrienden waren oude mannen. Dat staat in Job 32: 6 als Elihu zijn rede begint: 'Ik ben minder van dagen, maar gij zijt stokouden'.

Job als vader van tien kinderen

Jobs kinderen kwamen dikwijls bijeen voor een maaltijd, maaltijden. Ze mochten dus in hun jonge jaren blij zijn en van hun jeugd genieten. Job verbood dit niet. Ze kwamen veel bij elkaar. Er was dus tussen de broers en zusters onderling een goede band. Het was een fijn gezin zouden we zeggen. Waarschijnlijk waren de drie dochters nog niet getrouwd en nog thuis en de zoons allemaal wel getrouwd en hadden ze ieder een eigen huis. Na de feestelijkheden roept Job hen weer samen voor een plechtige eredienst. In Job 1: 5 staat:'...dat Job henenzond en hen heiligde...' Ze moesten zich afzonderen en hun hart onderzoeken of ze ook verkeerd hadden gedaan en berouw hadden. Ze moesten zich dus voorbereiden op de eredienst. Job offerde brandofferen voor ieder van hen om verzoening te doen voor de zonden die ze misschien hadden gedaan en om vergeving daarvoor te vragen.

De satan onder de kinderen Gods

Satan is tegenstander. Hij drong zich binnen in de vergadering der kinderen Gods, die kwamen om zich voor de Heere te stellen. Dit kan op twee manieren uitgelegd worden.
1. Een bijeenkomst van de heiligen op aarde. In de patriarchale eeuw werden de belijders van God zonen Gods genoemd (Gen. 6: 2). Ze hadden regelmatig godsdienstige bijeenkomsten.
2. Een bijeenkomst van engelen in de hemel. Zij worden ook wel de kinderen Gods genoemd. Ze kwamen om verslag te doen van hun ondervindingen op de aarde en om nieuwe instructies te ontvangen. De satan is op dat moment de indringer die even wordt toegelaten.

De rampen

1. Sabeeërs: waarschijnlijk een roversbende uit een buurvolk afkomstig uit Scheba.
2. Bliksem uit de hemel: dit is iets buitengewoons, want het is zo direct tegen Job gericht dat al zijn schapen en herders niet alleen gedood worden, maar zelfs verteerd op één na.
3. Chaldeeën: ook een roversbende uit een buurland.
4. Het ergste werd door satan voor het laatst bewaard: hij stuurt een storm die direct gericht is op het huis van de oudste zoon.

Taalkundig

Alle gesprekken zijn in dichterlijke vorm weergegeven. Het is waarschijnlijk dat Elihu die gesprekken beschreven heeft. Vooral vanaf hoofdstuk 32 als Elihu begint te spreken is het taalgebruik zeer direct. Vers 15 en 16 geven de indruk van een ooggetuigeverslag. De hoofdstukken 38 tot en met 41 zijn een gedicht over de schepping. God Zelf spreekt hier duidelijk over Zijn Eigen werk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

Mivo +12 | 19 Pagina's

Job en zijn vrienden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1989

Mivo +12 | 19 Pagina's