Jobs vrienden

Het nieuws van de grote rampen die Job hebben getroffen, gaat door heel de streek. Vooral het vreemde aan de rampen en het feit dat alles tegelijk komt, doet denken aan een straf van God. Drie vrienden van Job horen het ook en gaan direct naar hem toe. Ze zijn bezorgd over hem en willen hem troosten. Het zijn Elifaz, Bildad en Zofar, oude en zeer wijze mannen. Er is ook een vierde bij, maar van hem wordt niet gezegd dat hij een vriend is. Dat is Elihu, die in het begin veel zal luisteren en pas aan het eind zal spreken. De vrienden laten Job in deze tegenspoed niet vallen, maar komen hem bijstaan in zijn verdriet en pijn. Hoe erg het is met Job, blijkt uit het feit dat ze hem niet meer kennen, zoals hij vroeger was. Zo misvormd is hij door de zweren. Ze wenen en rouwen samen met hem en ze blijven ook bij hem. Het is geen beleefdheidsbezoek dat ze brengen. Maar... in zeven dagen spreekt niemand één woord. Alle gevoelens van Job: bitterheid, smart en hulpeloosheid gaan als stormen door hem heen. Het moet tot een uitbarsting komen. De vrienden verdenken Job van een erge zonde, maar ze weten niet wat ze zeggen moeten. Daardoor stijgt de spanning nog meer. Dan opent Job zijn mond en vervloekt de dag dat hij geboren is. Was die dag er maar nooit geweest, was ik maar nooit geboren. Het is een uiting van bitterheid en lijden. Maar... hij vloekt God niet zoals satan dat wil. Wel is Job zijn leven moe en wil hij sterven. Dan gaan de vrienden tegen hem spreken. Job moet wel een grote zonde gedaan hebben waarvoor God hem zo straft. Want goede mensen worden niet zo in het verderf gestort, maar goddeloze mensen juist wel, zo denken ze. Job zegt echter dat hij niets onrechtvaardigs heeft gedaan. Hij klaagt zijn vrienden aan en vraagt of zij dan willen vertellen wat hij gedaan heeft. Hij beroept zich op God. God is zijn getuige dat hij de waarheid spreekt. Zijn vrienden menen het wel goed met hem en zijn bezorgd dat Job niet wil toegeven wat hij verkeerd deed. Daarbij behandelen ze Job wel onrechtvaardig. En dat maakt het lijden van Job nog groter. Dan pas spreekt Elihu. Hij vertelt dat ook Gods kinderen wel eens op de proef gesteld worden en dat het niet altijd de goddelozen zijn die gestraft worden. Elihu spreekt niet als iemand die boven Job staat, maar als iemand die precies hetzelfde is. Hij bidt zelfs voor Job. Dan, als Elihu uitgesproken is, komt er een onweer. Hierin klinkt de stem van God tot Job. God vertelt alles over de schepping en laat horen hoe machtig Hij is en hoe klein Job. Job begrijpt dat hij eigenlijk hoogmoedig was en God helemaal niet kende. Hij vernedert zich voor God en zegt: 'Daarom verfoei ik mij en heb berouw in stof en as'. God gaat daarna getuigen vóór Job. Dat had Job telkens aan de Heere gevraagd. De Heere verlost Job van zijn melaatsheid en zegt tegen de vrienden dat ze verkeerd waren. Elifaz en zijn twee vrienden worden zelfs bestraffend toegesproken. Ze moeten de Heere offeranden brengen en vragen of Job voor hen wil bidden. Dan zegent de Heere Job opnieuw buitengewoon. Job krijgt weer tien kinderen. Hij krijgt ook al het vee terug dat hij verloor, zelfs dubbel.

Vrienden (1)

* Wie worden in de Bijbel ook als vrienden aangeduid?

1

2

3

4

* De vrienden van de verloren zoon waren eigenlijk geen vrienden. Waarom niet?

* Welke spreekwoorden over vrienden ken je?

Vrienden (2)

Kijk ook eens in de Spreuken van Salomo. Probeer in je eigen woorden te zeggen wat de teksten betekenen.

* Spreuken 19 : 4.............................................................................................................................................................................................................
* Spreuken 27 : 9.............................................................................................................................................................................................................
* Spreuken 27 : 10...........................................................................................................................................................................................................

De Heere Jezus gebruikt vaak het woord vriend. Zo ook in Mattheüs 26 : 50. Is dit ook echt een vriend? Wat betekent het woord vriend hier?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen