Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1. Blijdschap in het lijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Blijdschap in het lijden

Bijbelstudie n.a.v. 1 Petrus 4:12-19

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iedereen weet wat lijden is. Dagelijks worden we bepaald bij het lijden van mensen. Als we lezen over de kerken in de kommunistische landen, dan merken we daarin iets van lijden van deze kerken.

De leden ervan worden vervolgd en verdrukt. Ze worden vals beschuldigd en gezien als een bedreiging voor de samenleving. Hele gezinnen worden uit elkaar gerukt. Ouders wordt de ouderlijke macht ontzegd omdat ze hun kinderen een christelijke opvoeding geven.

Ouders moeten toezien hoe hun kinderen gemarteld worden. Vele kinderen groeien op in een gezin waarvan vader of moeder in de gevangenis zit.

Zo kunnen er nog vele voorbeelden genoemd worden waarin het lijden van christenen in kommunistische landen tot uiting komt. De overheid probeert op "duivelse" wijze de godsdienst "op te ruimen". "Godsdienst is opium van het volk" heeft Marx gezegd. Er is geen plaats voor God, de mens regeert. Niet alle christenen blijven staande temidden van de verdrukking en de vervolging. Gelukkig zijn er ook velen die door genade de kracht ontvangen om te blijven getuigen van hun Verlosser. 

De Heere Jezus zegt tegen Zijn discipelen: "In de wereld zult gij verdrukking hebben..." In de wereld is er geen plaats voor Christus, noch voor hen die van Christus zijn. Petrus schrijft in zijn eerste brief: "Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen... Want gij waart als dwalende schapen, maar gij zijt nu bekeerd tot de Herder en Opziener uwer zielen" (1 Petr. 2:21-25). 

Lijden hoort bij heel Gods Kerk, waar Gods kinderen zich ook bevinden, in de kommunistische landen of in het vrije westen. Gods Kerk is hier op aarde een lijdende Kerk, omdat zij Christus volgt en daarom een strijd voert tegen de satan, de wereld en het eigen bestaan. 

Daarom zegt Petrus: "Dewijl dan Christus voor ons in het vlees geleden heeft, zo wapent gij u ook met dezelfde gedachte, namelijk dat wie in het vlees geleden heeft, die heeft opgehouden van de zonde; om nu niet meer naar de begeerlijkheden van de mensen, maar naar de wil van God, de tijd die overig is in het vlees, te leven" (1 Petr. 4:1 en 2).

We willen nagaan hoe Betrus in zijn eerste brief spreekt over het lijden.

 

Wat waren de omstandigheden van de lezers aan wie hij zijn brief richt?

Petrus schrijft zijn eerste brief aan "de vreemdelingen" die in de verschillende Romeinse provincies wonen. Zijn lezers zijn mensen die zich in hun omgeving niet thuis voelen. Ze verkeren ook niet in gemakkelijke omstandigheden.

Deze christenen hebben veel te lijden. Hun lijden wordt niet zozeer door de overheid veroorzaakt, als wel door mensen in hun direkte omgeving. De slaven worden onrechtvaardig behandeld door hun meesters. Vele vrouwen hebben van hun ongelovige mannen die niet godvrezend leven verdrukkingen te verduren. Sommige lezers worden door hun vroegere vrienden uitgelachen en bespot omdat ze niet met hun ongebondenheid en drinkpartijen willen meedoen. Ze worden zelfs voor kwaaddoeners aangezien en beledigd. Velen worden vals beschuldigd.

Daarom is het belangrijk dat zij een "goed geweten" zullen hebben en hun "wandel eerlijk onder de heidenen" houden. 

Het gevaar bestaat dat ze toe gaan geven aan de zonde en niet meer in het geloof volharden. Zij zijn verbaasd over de onrechtvaardige behandeling (4:12). Daarom schrijft Petrus deze brief, "vermanende en betuigende, dat deze is de waarachtige genade Gods, in welke gij staat" (5:12).

 

Bijbelstudie

De apostel Petrus zegt dat hun niets vreemds overkomt. Geliefden, laat het u niet verwonderen dat u moet lijden. Deze vuurgloed van verdrukking dient om uw geloof op de proef te stellen. De Heere Jezus heeft tegen Zijn discipelen gezegd: "In de wereld zult gij verdrukking hebben..." (Joh. 16:33). Deze verdrukking hoort bij het christen-zijn. U vergeet het doel, namelijk de beproevingen van het geloof (1 Petr. 4:12). 

Ook vergeet u dat het lijden om Christus' wil, blijdschap en heerlijkheid voor de eeuwigheid meebrengt. U hebt deel aan het lijden van Christus. Waarom? Wel, u behoort tot het lichaam van Christus. "Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn?" (1 Kor. 6:15). Daarom: als u lijdt, lijdt Hij.

Saulus vervolgde wel de christenen, maar eigenlijk vervolgde hij Christus. "Saul, Saul! Wat vervolgt gij Mij?" (Hand. 9:4).

Wees blij in deze verdrukking. De grond van deze blijdschap is de toekomstige heerlijkheid, wanneer Christus Zijn heerlijkheid op de jongste dag zal openbaren (vers 13). Dan zullen zij die lijden om Christus' wil de volmaakte blijdschap en vreugde genieten. 

Petrus zegt dat als zij gesmaad, beschimpt, beledigd of mishandeld worden, omdat zij de naam christen mogen dragen en dus volgelingen van Christus zijn en daarvoor uitkomen, zij dan niet te beklagen zijn. Er is dan geen reden tot droefheid, integendeel, dan zijn zij zalig (vers 14). "Zalig zijt gij als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil. Verblijdt en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen" (Matth. 5:11 en 12). 

De moed en kracht die deze mensen in het lijden ontvangen, komt van de Heilige Geest. En hoewel de Heilige Geest door de verdrukkers gelasterd wordt, wordt Hij verheerlijkt door de houding van de christenen in het lijden (vers 14). 

Er is echter verschil in lijden. Iemand kan lijden omdat hij gestraft wordt. Dit lijden is het gevolg van de straf op een verkeerde handeling. Voor dit lijden hebben de christenen zich te wachten. Dat is immers geen lijden om Christus' wil (vers 15). 

Maar als iemand lijdt omdat hij voor zijn christen-zijn uitkomt, dan is dat geen schande. Hij hoeft zich dan niet te schamen, want als iemand zo lijdt, verheerlijkt hij God. Dan is het een voorrecht om als christen te lijden (vers 16) .

Het oordeel begint bij Gods Kerk! Het begint bij de volgelingen van Christus, bij de mensen die door Zijn bloed vergeving van zonde mochten ontvangen. Als zij niet van benauwdheid en verdrukking vrijgesteld zullen worden, hoe vreselijk moet het dan zijn voor degenen die de boodschap van vrije genade verwerpen? Voor Gods Kerk dient dit oordeel als loutering, maar voor degenen die het evangelie ongehoorzaam zijn zal het oordeel een straf zijn (vers 17).

Het behoud van de rechtvaardige gaat niet zonder smart, zonder loutering, zonder lijden. De rechtvaardigen hebben strijd, verdrukking, beproeving en kastijding te verdragen. En indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen? Hij zal zich niet staande kunnen houden als hij voor Gods rechterstoel moet verschijnen (vers 18).

Tenslotte wekt Petrus degenen die om Christus' wil lijden op om hun leven aan Hem toe te vertrouwen. Hij is de getrouwe Schepper, Die macht heeft in de hemel en op de aarde. En hoewel de verleiding soms groot is, mag een christen zich niet terugtrekken uit de wereld door niets meer te doen. Dan zal hij veel leed moeten dragen, maar wanneer hij doet wat God van hem vraagt, dan neemt God het voor hem op. Hij beschermt de vromen en zal hen straks volkomen vrijheid, heerlijkheid en zaligheid geven (vers 19).

 

Toespitsing

Zullen ook wij die zaligheid ontvangen? 

Als we door genade Hem mogen volgen, dan mogen we Zijn voetstappen drukken. Hij heeft ons een voorbeeld nagelaten. Hij, Die geen zonden gedaan heeft, "Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde, maar gaf het over aan Dien Die rechtvaardiglijk oordeelt" (1 Petr. 2:22 en 23).

Kennen we iets van het lijden om Zijns Naams wil?

Petrus zegt: "Indien gij gesmaad wordt om de Naam van Christus, zo zijt gij zalig". Dat geldt voor alle ware christenen. Is dat geen reden tot blijdschap?

Hier op aarde zullen zij lijden, maar "die overwint, zal alles beërven" (Openb. 21:7). "En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan" (Openb. 21:4).

 

Aantekeningen

vers 12

"Verdrukking"

De Heere Jezus zegt: "In de wereld zult gij verdrukking hebben" (Joh. 16:33). Het griekse woord wat hier gebruikt wordt voor "verdrukking" betekent "teistering, kwelling, tegenspoed, nood, dwang".

Petrus gebruikt een heel ander woord voor "verdrukking". Hij gebruikt hier het woord "proefneming, beproeving, gerechterlijk onderzoek".

vers 13

"Het lijden van Christus"

Dat is, aan de verdrukking die wij naar het voorbeeld van Christus en om Zijnentwil lijden. Of die Christus lijdt in Zijn leden.

"En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenaam, erfgenamen van God, en mede-erfgenanen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden" (Rom. 8:17).

"Want gelijk het lijden van Christus overvloedig is in ons, alszo is ook door Christus onze vertroosting overvloedig" (2 Kor. 1:5).

"zo verblijdt u"

Namelijk, dat gij waardig geacht zijt om Christus' wil en naar Zijn voorbeeld te lijden.

"Zij dan gingen heen van het aangezicht van de Raad, verblijd zijnde dat zij waren waardig geacht geweest om Zijns Naams wil smaadheid te lijden" (Hand. 5:41).

"Verblijdt en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn" (Matth. 5:12).

vers 14

"Zo zijt gij zalig"

"Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig zijt gij als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil" (Matth. 5:10, 11).

"De Geest der heerlijkheid, en de Geest van God"

Eigenlijk staat hier "de Geest der heerlijkheid en Gods". Met de eerste benaming wordt de Heilige Geest bedoeld Die Gods kinderen met heerlijkheid versiert. Met de tweede benaming duidt Petrus op de Heilige Geest "Die ons God door Christus en om Christus' wil mededeelt, in ons als Zijn leden woont en ons derhalve Christus in dezen gelijkvormig maakt" (kanttekening bij de Statenvertaling).

"hen"

Alle verdrukkers.

vers 15

"Die zich met eens anders doen bemoeit"

De kanttekening bij de Statenvertaling zegt hiervan: "Dat is, met eens anders ambt of zaken, uit bemoeizucht of albestierigheid, waardoor dikwijls verwarringen, twisten en scheuringen voortkomen, en derhalve ook strafbaar is".

vers 17

"Oordeel beginnen van het huis Gods "

Het oordeel zijn de kastijdingen, die komen van Gods hand, Die deze roede gebruikt tot hun best. Met "het huis Gods" wordt Gods Kerk bedoeld.

vers 18

"Indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt"

Dit betekent niet dat de weg van verlossing niet geheel gebaand zou zijn door Christus. Het betekent niet dat de mens iets aan zijn zaligheid moet doen. De behoudenis is alleen genade. Toch worden Gods kinderen gelouterd en beproefd door allerlei druk van binnen en van buiten. Het woord "nauwelijks" wil zeggen dat Gods kinderen nog veel benauwing en nood hier op aarde moeten meemaken, alvorens zij in volle gelukzaligheid gesteld worden.

vers 19

"bevelen"

Toevertrouwen.

"met weldoen"

Onder het doen van het goede. Op deze woorden valt de nadruk. Het is als het ware de voorwaarde. Wanneer het kwade gedaan wordt, wordt Gods toorn gewekt. Dan stoot Hij af en werpt Hij weg (Jes. 1:15). Maar wanneer gedaan wordt, wat goed is in Zijn ogen en wat Hij beveelt en als daarom geleden wordt, dan beschermt Hij zo'n lijder.

 

Gespreksvragen

1. Wat betekenen de woorden: "Indien gij gesmaad wordt om de Naam van Christus"? Noem eens een praktisch voorbeeld waaruit blijkt dat mensen gesmaad worden "om de Naam van Christus".

2. Noem enkele praktische voorbeelden waaruit blijkt dat iemand kan lijden uit godsdienstige overtuigingen. Wat is het verschil tussen het lijden "om Christus wil" en het lijden uit godsdienstige overtuigingen.

3. Men zegt wel eens dat er weinig of geen verschil merkbaar is tussen de wereld en de godsdienst. Bespreek met elkaar wat de mogelijke oorzaken hiervan zouden kunnen zijn.

4. In 1 Kor. 13:3b lezen we: "... en al ware het dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou worden, en had de liefde niet, zo zou het mij geen nuttigheid geven".

a. Wat bedoelt Paulus met deze woorden?

b. Wat betekenen deze woorden voor ons?

5. Gods Kerk is een lijdende Kerk, omdat zij een strijdende Kerk is.

Noem eens praktische voorbeelden waaruit blijkt dat Gods Kerk strijdt tegen

a. het eigen vlees;

b. de satan;

c. de wereld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

Mivo +16 | 91 Pagina's

1. Blijdschap in het lijden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

Mivo +16 | 91 Pagina's