1. Izak, een korte levensschets

Abram en Saraï moeten lang wachten op de geboorte van een zoon. Gods belofte (Gen. 12:2) is nog steeds niet vervuld. Maar de HEERE bemoedigt Abram steeds door Zijn belofte te vernieuwen.

De HEERE maakt aan Abram bekend, dat niet Eliëzer maar zijn eigen natuurlijke zoon zijn erfgenaam zal zijn. Niet de egyptische slavin Hagar, maar Saraï zal Abram de zoon der belofte baren. Als Abram 99 jaar is, verschijnt de HEERE opnieuw aan hem, richt Zijn verbond met hem op en geeft Abram en Saraï nieuwe namen. Voortaan zullen zij "Abraham" (vader van een menigte) en "Sara" (vorstin) heten. Die namen wijzen op de vervulling van Gods belofte. Deze belofte wordt steeds konkreter: Sara zal een zoon baren, die Izak moet heten (Gen. 17:19). Daarna verschijnt de HEERE opnieuw aan Abraham. Tijdens de maaltijd met de "drie mannen" maakt de HEERE bekend dat Hij over een jaar terug zal komen: dan zal Sara een zoon hebben (Gen. 18:10). Als Sara, die in de tent is, dit hoort lacht zij ongelovig. De HEERE bestraft haar en herhaalt met nadruk Zijn belofte.

- De HEERE vervult Zijn belofte door Sara een zoon te schenken. Ook nu lacht Sara, maar deze keer van verwondering. Abraham noemt zijn zoon Izak en besnijdt hem op de achtste dag. 

- Abrahams geloof wordt zwaar beproefd als hij jaren later op bevel des HEEREN zijn zoon Izak moet offeren. Izak is in dit alles gehoorzaam en lijdzaam. God zorgt echter Zelf voor een offer: een ram dat in de struiken vast zit.

- Na Sara's dood stuurt Abraham zijn knecht naar Haran om daar een vrouw voor Izak te zoeken. Wonderlijk bestuurt de HEERE zijn ontmoeting met Rebekka. Zo treedt Izak in het huwelijk met Rebekka. Het blijkt dat zij onvruchtbaar is. Op het gebed schenkt God de zonen Ezau en Jakob.

- Wanneer de honger komt trekt Izak naar het filistijnse land, waar hij Rebekka - uit vrees voor de mannen van Gerar -  "mijn zuster" noemt (Gen. 26:7). Het bedrog komt echter uit. Het is de filistijnse koning Abimélech, die het hele volk gebiedt: "Zo wie deze man of zijn huisvrouw aanroert, zal voorzeker gedood wordenl"

- Voortdurend twisten de herders van Izak met de filistijnse herders over de putten. De herders van Izak graven een andere put om verdere ruzie te voorkomen. Deze put wordt Rehoboth genoemd.

- Te Berseba hernieuwt de HEERE Zijn belofte. Hier sluit Abimélech een verbond met Izak.

- Wanneer Izak oud begint te worden wil hij Ezau zijn zegen geven, maar door de list van Rebekka ontvangt Jakob de zegen. Bevreesd voor de wraak van Ezau vlucht Jakob naar Haran. Als Jakob na jaren terugkeert, treft hij zijn vader nog levend aan te Hebron. Daar sterft Izak op 180-jarige leeftijd en wordt hij door Ezau en Jakob in de spelonk van Machpéla begraven.

Kaartje bij Izaks leven

Zie PDF

Tijdbalk van Izak en zijn familie

Zie PDF

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen