Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1. Een waardevol wasvat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Een waardevol wasvat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de tabernakeldienst werden verschillende voorwerpen gebruikt. Al deze voorwerpen waren een prediking van de geestelijke en eeuwige dingen. Als voorbeeld wordt in dit hoofdstuk één voorwerp, het koperen wasvat, besproken.


 

In het tentenkamp van de Israëlieten stonden tijdens de woestijntocht naar het beloofde land niet alleen de tentwoningen van het op doortocht zijnde volk. In het kamp bevond zich ook nog een andere tent, die precies in het midden van het leger stond, en meteen opviel vanwege zijn grote omvang. Deze tent was geen gewone tent: hij werd niet bewoond door Mozes of door één van de andere leiders van het volk. Het was de Heere, de God van Israël Zelf, Die in deze tent woonde. De tent, die ook wel de tent der samenkomst werd genoemd, was een verplaatsbaar heiligdom, dat tijdens het verblijf bij de berg Sinaï op bevel van de Heere en onder leiding van Bezáleël en Ahóliab kunstig was gemaakt en dat het middelpunt vormde van het godsdienstige leven van het uit Egypte verloste volk. Om en nabij deze tent wilde de God van Israël Zijn volk ontmoeten. En als dank mocht het volk Hem dienen met offers en gebeden in de voorhof van dit heiligdom.

 

In de voorhof van de tabernakel stonden de priesters en hun knechten, de levieten, al klaar om de offergaven van de Israëlieten in ontvangst te nemen, ze offerklaar te maken en voor de Heere te offeren. De Israëliet die in de voorhof stond, kon het brandofferaltaar, het koperen wasvat en de tabernakel zien.

 

Het wasvat

Het koperen wasvat stond bij de ingang van het heiligdom. Voordat de priester de tabernakel binnenging, moest hij eerst de handen en voeten wassen. Wie het waagde om ongewassen tot de Heere te naderen, gold als onrein, en zou zeker gedood worden (Ex. 30:20). De dienst des Heeren was immers een heilige dienst, die moest plaats vinden in alle reinheid en heiligheid. Zoals al de voorwerpen van de tabernakel en later van de tempel een prediking waren van de geestelijke en eeuwige dingen, zo ook het koperen wasvat. Het water van het wasvat is de prediking van het bloed der verzoening.

Priester! U bent onrein in uzelf, u moet gewassen worden en gereinigd, telkens opnieuw en heel uw leven lang. En nu was dat uiterlijk waterbad voor die priesters maar een symbool, 't Ging niet zozeer om dat water op zich, maar veel meer om de betekenis van het water, namelijk de reinigende kracht van Jezus' bloed. Het water was 't teken, maar 't bloed de betekende, de afgebeelde zaak. 

Tussen de wassing in het koperen wasvat enerzijds en de bediening van de Heilige Doop anderzijds zijn veel verschillen. Daar gaan we nu niet op in. Er is echter ook een treffende overeenkomst als het gaat om de prediking die van beide uitgaat. Het doopsformulier zegt: "Wij zijn met onze kinderen in zonden ontvangen en geboren". Komen tot de doopvont betekent dan: onrein, onrein. Zo min een priester, zonder gewassen te zijn, kan komen voor het heilig aangezicht des Heeren, zo min kunnen wij komen in het rijk van God tenzij wij van nieuws geboren worden. Dat leert ons immers de besprenging met het water, waardoor ons de onreinigheid van onze zielen wordt aangewezen. Bij de doopvont komt onze verdorvenheid openbaar, onze diepe afval van God. In onszelf zijn we onrein. Lees eens wat Paulus daarover zegt in Rom. 3.

Is het dan geen wonder van Gods onpeilbare genade dat Hij nu met zulke mensen, zulke zondaren, van doen wil hebben? Want nu zegt het doopwater niet alleen: "je moet gewassen worden", maar ook: "Je kunt gereinigd worden". Want er is bloed, het bloed der reiniging. Immers: "Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon reinigt ons van alle zonden".

Dat is de prediking van het koperen wasvat, dat is ook de prediking van de doopvont. Jezus' bloed: Gabbatha, Gethsemané, Golgotha. Gezegend bloed, want dat bloed is borgtochtelijk bloed, schuldverzoenend bloed. Hoewel Christus afgescheiden was van de zondaren, nochthans wilde Hij al de onreinheid en onheiligheid van Zijn gemeente op Zich nemen.

Het koperen wasvat en de doopvont laten het horen: "Zo Gij in 't recht wilt treden ...", maar ook: "Maar neen, daar is vergeving ...". Er is een fontein geopend tegen de zonden van het huis van Jacob en tegen de ongerechtigheden van Israël. Hier is genade door recht. "Want Dien Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem" (2 Kor. 5:21).

 

De gegoten zee

Het koperen wasvat vinden we weer terug bij de tempel van Salomo: alleen, het is nu veel groter, zo groot zelfs dat er in 1 Kon. 7:23 wordt gesproken over een gegoten zee. Wanneer geheel gevuld, kon de koperen zee 2000 bath bevatten (1 Kon. 7:26c). Dat is ongeveer 34.000 liter water. Wanneer je bedenkt dat alléén de priesters zich in dit water moesten wassen, dan begrijp je dat er terecht gesproken kan worden van een zee van water. Door middel van verborgen pijpleidingen werd steeds weer opnieuw vers water aangevoerd. Altijd was die zee vol.

De gegoten zee, 34.000 liter water, laat het horen: de Heere rekent op vele en grote zondaren. Daar is verzoening, die opkomt uit 't verborgen diep van Gods hart en welbehagen. Er is verzoening, die tot openbaring komt in Christus' kruisoffer. Er is verzoening, die door de Heilige Geest wordt verklaard en toegepast in zondaarsharten. Daar is geen water tekort, geen genade tekort, geen verzoenend bloed tekort. Al zou de duivel zeggen: Je hebt te lang en te zwaar gezondigd, je zonden zijn te groot, nochtans ... de koperen zee laat de boodschap horen: Al had u alle zonden van Adams nakroost saamgebonden, dat bloed wast alle zonden af.

Denk aan de tollenaar, aan Zachéüs, aan de vrouw die een zondares was, de moordenaar aan het kruis, Manasse. Hoe schuldig en onrein zij ook waren, nochtans zijn ze gereinigd en gewassen. En wat blijft het bloed van Christus nodig, nadat genade ontvangen is. Denk maar eens aan Abraham, Noach, David en Petrus (Dordtse Leerregels, hoofdstuk V § 1-6).

 

De bouw van de gegoten zee

De gegoten zee in de tempel van Jeruzalem was op bijzondere wijze gebouwd. In 1 Kon. 7:25 wordt gesproken over 12 runderen, waarop de gegoten zee geplaatst was "drie ziende naar het noorden, en drie ziende naar het westen, en drie ziende naar het zuiden, en drie ziende naar het oosten". Drie runderen ziende naar de vier windrichtingen. Het getal 3 is het getal van God (Drie-eenheid) en het getal 4 is het getal van de aarde (4 windrichtingen). 3 x 4 = 12.

Als we dit voor ogen houden, verkondigen de 12 runderen de wereldwijde betekenis van het bloed der verzoening. De kracht van het bloed is zo wijd als de wereld. De Drie-enige God vergadert Zijn kerk uit de vier windstreken der aarde. Waar je dan ook woont, die runderen zien je aan en brengen de boodschap van het bloed van Jezus Christus.

Niemand kan zeggen: Ik heb het niet geweten. Want de runderen zien naar alle windstreken. Niemand kan zeggen: Er was niet genoeg genade. Want de runderen dragen een zee van 34.000 liter water.

 

Een waardevol wasvat

Elke keer moesten de priesters handen en voeten wassen en daarmee belijden: onrein. In het Nieuwe Testament lezen we dat de Heere Jezus tegen Petrus zegt: "Indien Ik u niet was, gij hebt geen deel met Mij" (Joh. 13:8). De voetwassing predikte ook hier de onreinheid van de mens, maar was tevens een beeld van de vergeving der dagelijkse zonden.


 

Opdracht

Zoals in hoofdstuk 1 de betekenis van het koperen wasvat wordt beschreven, zo heeft ieder voorwerp in de tabernakel een zekere betekenis. In hoofdstuk 1 kun je lezen welke diepe inhoud er ligt in de voorwerpen die in de tabernakeldienst worden gebruikt.

Ga met elkaar aan de hand van de volgende vragen na welke boodschap in het reukofferaltaar wordt gesymboliseerd.

• Lees samen Ex. 30:1-10, waar de Heere de opdracht tot het bouwen van het reukofferaltaar geeft.

• Het reukwerk moest ontstoken worden met kolen die van het brandofferaltaar waren genomen. Dit vuur was immers heilig. Lees Lev. 10:1 tot 7 en ga na waarom dit vuur heilig vuur moest zijn. Wat wordt hiermee bedoeld?

• Ga met elkaar na wat het reukofferaltaar symboliseerde. Gebruik daarbij de volgende teksten: Psalm 141:1 en 2, Openbaring 8:3 en 4, Romeinen 8:34, Hebreeën 7:25, 1 Johannes 2:1, Jesaja 53:12, Johannes 17 en Jacobus 5:16.

• Welke boodschap ligt er in de symboliek van het reukofferaltaar?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1986

Mivo +16 | 24 Pagina's

1. Een waardevol wasvat

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1986

Mivo +16 | 24 Pagina's