Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

2. De spreuken van Salomo

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. De spreuken van Salomo

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boek Spreuken behoort tot de dichterlijke boeken van het Oude Testament, evenals de boeken Job, Psalmen, Hooglied, Prediker en Klaagliederen.

Wat de naam van het boek betreft kan het volgende worden gezegd. Het hebreeuwse woord "masjaal" is vertaald met "spreuk". Het kan echter ook andere betekenissen hebben, zoals spreekwoord, gelijkenis enzovoorts. Volgens de oorspronkelijke betekenis van het hebreeuwse woord kan dan ook worden gedacht aan uitspraken met een eigen bedoeling en een diepe betekenis. Een masjaal is dus meer dan zomaar een spreuk.

Het opschrift van het Spreukenboek luidt: De spreuken van Salomo, de zoon van David, de koning van Israël (Spreuken 1:1, vgl. 10:1). De meeste spreuken staan op naam van koning Salomo. Dat Salomo spreuken maakte is duidelijk te vinden in 1 Koningen 4:32, waar staat: "En hij sprak drieduizend spreuken; daartoe waren zijn liederen duizend en vijf". Een klein gedeelte hiervan is dus maar te vinden in het boek Spreuken. Daarnaast worden nog als schrijvers van spreuken genoemd: de wijzen (Spreuken 22:17), Agur (Spreuken 30:1) en Lemuël (Spreuken 31:1). De laatste twee namen worden dikwijls geïdentificeerd met Salomo. Het overgrote gedeelte van het boek staat dus op naam van koning Salomo, zodat terecht over de spreuken van Salomo kan worden gesproken.

Het doel van het boek komt duidelijk naar voren in Spreuken 1:7: "De vreze des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht". Het gaat om de wijsheid die van God afkomstig is. Spreuken 4:7 zegt dan ook: "De wijsheid is het voornaamste; verkrijg dan wijsheid...".

In het gehele boek wordt de tegenstelling tussen de wijze die leeft naar Gods gebod, en de dwaze die zijn eigen weg gaat, aangegeven. De wijsheid leidt tot het leven, de dwaasheid daarentegen uiteindelijk naar de dood!

Het is erg moeilijk een duidelijke indeling van het boek te geven. Dit hangt samen met het feit dat het boek een verzameling van allerlei spreuken is. Een veel voorkomende indeling is de volgende:

• 1:1 - 4: Opschrift van het boek.

• 1:5 - 9:18: Algemene inleiding tot en aanbeveling van de wijsheid.

• 10:1 - 22:16: De spreuken van Salomo.

• 22:17 - 24:34: Woorden der wijzen.

• 25:1 - 29:27: Spreuken van Salomo, door tijdgenoten van Hizkia bijeengebracht (zie Spreuken 25:1).

• 30:1 - 33: Spreuken van Agur.

• 31:1 - 9: Woorden van koning Lemuël.

• 31:10 - 31:31: Alfabetisch gedicht waarin de lof van de deugdelijke huisvrouw wordt bezongen.

 

Wat is ware wijsheid?

Het boek Spreuken is het boek der wijsheid. Het bevat een schat aan wijsheid in de spreuken die we er aantreffen.

Luther zegt: "Indien iemand godzalig wil leven, moet hij het Spreukenboek voor zijn dagelijks huis- of gebedenboek nemen, veel daarin lezen en zijn leven daaraan spiegelen."

De vraag is wat Salomo in het Spreukenboek verstaat onder wijsheid. In ons taalgebruik wordt wijsheid vaak verbonden met verstand. Iemand die wijs is heeft een verstandig oordeel over een heleboel zaken.

Het hebreeuwse woord "chokma", dat met wijsheid is vertaald, heeft betekenissen in zich als vast zijn, stevig en flink zijn. Iemand die een bepaalde technische vaardigheid beheerst, wordt wijs genoemd. Bezaleël en Aholiab, die aan de tabernakel hebben meegewerkl, hebben van de Heilige Geest hiervoor wijsheid verkregen (Exodus 31:3).

In het Spreukenboek treffen we het woord wijsheid of de wijze zeer veel aan. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid (Spreuken 9:10) of zoals het in Spreuken 1:7 staat: De vreze des HEEREN is het beginsel der wetenschap. Ware wijsheid wordt hier dus heel sterk verbonden met het vrezen van de HEERE. De HEERE vrezen wil ook zeggen een besef hebben van Gods heiligheid, maar ook een eerbiedig dienen van de HEERE. Het is geen slaafse maar een kinderlijke vrees. Zo ontstaat de ware wijsheid als er geluisterd wordt naar wat God in Zijn Woord zegt. Dan is het een wijsheid door de verlichting van de Heilige Geest.

Het beginsel, of anders gezegd de bron van alle wetenschap en wijsheid, moet dus zijn de vreze des HEEREN, het luisteren, leven naar het Woord van God. Wat uit deze bron niet voortkomt is dwaasheid.

De wijsheid en de waarheid, de wijze en de goddeloze worden in het Spreukenboek voortdurend tegenover elkaar gezet. De dwaas rekent niet met God, hij veracht wijsheid en tucht. En daarom roept heel het Spreukenboek ons toe: "De wijsheid is het voornaamste; verkrijg dan wijsheid..." (Spreuken 4:7).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1988

Mivo +16 | 24 Pagina's

2. De spreuken van Salomo

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1988

Mivo +16 | 24 Pagina's