Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijbel Gaat Vooral In Stilte, Gebed En Meditatie Open

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijbel Gaat Vooral In Stilte, Gebed En Meditatie Open

Vroomheid Van Brummelen kende katholieke en ethische inspiratiebronnen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Biddend en meditatief de Schrift lezend, dat was de hervormde theoloog dr. A. van Brummelen ten voeten uit. Hij was voluit gereformeerd, maar ontleende ook belangrijke inzichten aan roomskatholieke en ethische tradities. Opdat de Schrift des te meer in de ziel en de gemeente zou opbloeien.

De markante dr. A. van Brummelen (1928-1999), authentiek hervormd-gereformeerd, wilde praktisch theoloog zijn. In zijn theologisch bezig-zijn hield hij de concrete gemeente voortdurend voor ogen. Dat proef je wanneer je zijn meditaties of preken leest. Dat leerde hij van J.J. van Oosterzee (1817-1882), met wiens werk hij jarenlang omging. Het resulteerde in een homiletisch proefschrift Het praktisch-theologisch onderwijs van J.J. van Oosterzee, dat hij op 5 juni 1980 verdedigde.

Van Brummelens open en welwillende houding naar andere tradities en stromingen dan de gereformeerde traditie, resulteerde onder andere in aandacht voor de rooms-katholieke traditie. Dat was een ontdekking! “Het blijkt namelijk dat de Rooms-Katholieke Kerk sommige levensregels beter heeft bewaard dan wij dit hebben gedaan.” 1

Hij dacht daarbij aan retraite, vasten en het getijdengebed. De daaronder liggende meditatieve levenswijze heeft Van Brummelen zelfs nadrukkelijk aandacht gegeven en op geheel eigen wijze verwerkt en in een gereformeerd perspectief geplaatst. Men kan hem in zekere zin de rol van pionier toebedelen, gezien de verschijning van Meditatief leven in de Reformatie-reeks. 2 Niet eerder verhield een theoloog in hervormd-gereformeerde kring zich zo intensief tot deze thematiek. Wie nog nooit iets gelezen heeft van Van Brummelen, doet er goed aan dit bezonken werk ter hand te nemen. Het heeft een plek ontvangen in de Verzamelde Geschriften die deze maand zijn uitgegeven.

Meditatie als levenshouding

In Meditatief leven heeft Van Brummelen aan het papier toevertrouwd wat voor hem wezenlijke elementen van mediteren zijn. Telkens benadrukt hij dat meditatie niet gemakkelijk is. Dat heeft alles te maken met – om maar iets te noemen – de mens zelf, en het milieu waarin hij leeft, de jacht van de tijd, “het spook van de veelbezigheid”, de complexiteit van de maatschappij en de terreur van de media. 3

Hoe Van Brummelen woorden geeft aan het thema “afzondering”, “eenzaamheid”, “geestelijke levensregels”, “zelftucht” en “orde” is beslist actueel te noemen. Terwijl in deze tijd de monastieke beweging met haar aandacht voor stilte en afzondering meer en meer in de belangstelling komt, was Van Brummelen met zijn aanzetten tot “meditatief leven” zijn tijd al vooruit.

Tientallen jaren voordat Van Brummelen zijn gedachten over meditatie aan het papier toevertrouwde, schreef J.H. Bavinck het boek Ik geloof in de Heilige Geest.

“Het leven wordt zo beangstigend vol indrukken, elke minuut van iedere dag is zó in beslag genomen door allerlei stemmen en beelden, dat we aan de Geest haast niet meer de kans geven ons ergens aan te grijpen. (…) Van zeer vele Christenen in onze tijd geldt, dat ze volledig weggetrokken worden in de daverende dingen van elke dag” 4 , aldus Bavinck.

Deze woorden zouden ook door Van Brummelen geschreven kunnen zijn. De vaart van het leven draagt ertoe bij dat we het gevaar lopen te verdorren en te verdrogen. Naar Van Brummelens diepe overtuiging moet het leven aan ordeningen worden gebonden, omdat een ongeordend leven het werken van de Geest belemmert.

Het leven vraagt derhalve om keuzes, een “heilig neen”, 5 opdat er een levenshouding aangeleerd wordt die tast naar diepte. 6 Het is de verdienste van Van Brummelen dat hij de meditatie allereerst wil zien als “levenshouding”. Het is niet zomaar een “tool”, die voor het grijpen ligt. Een meditatieve levenshouding vormt een vruchtbare voedingsbodem voor het kweken van eerbiedige ontvankelijkheid voor wat God in Zijn Woord zegt.

Binnen deze levenshouding pleit Van Brummelen voor een consequent voortgezette meditatie, dat wil zeggen geregeld bijbellezen en persoonlijk bijbelonderzoek. “Een consequent voortgezette meditatie geeft aan ons denken rijpheid, weloverwegen zetting. Geregeld bijbellezen en persoonlijk bijbelonderzoek is voor dit alles van de grootste waarde.” 7

In het laatste hoofdstuk van Meditatief leven behandelt Van Brummelen het onderwerp “Schriftmeditatie”. In de eerste plaats bepleit hij herhaalde oefening, geestelijke training. Daarvoor is de afzondering in tijd en ruimte noodzakelijk. Zelftucht is nodig om geestelijke concentratie te ontvangen. Meditatie is een ingespannen activiteit. Het komt ons niet aanwaaien. De wind van de Geest komt van boven, maar vraagt om een actief ín laten werken van het Woord.

Deze concentratie op het Woord bewaart voor een zichzelf ontleden in onze gevoelens en begeerten. “De meditatie is er om ons de gedachten der Schrift toe te eigenen; om in het licht der Schrift over eigen leven na te denken en onze gebreken op te sporen; om tot God en onszelf te komen; om onze aandacht te concentreren op Christus: Wie is Hij voor ons en wat zijn wij voor Hem?” 8

Katholieke trek

De nadruk op de meditatieve omgang met het Woord is een katholieke trek bij Van Brummelen. Hij borduurde daarmee welbewust voort op de nadruk die in de Vroege Kerk gelegd werd op de eenzaamheid en de stilte om op die wijze in de afzondering het Woord van God toe te eigenen. In de Middeleeuwen ontstaat de karakteristieke drieslag lectio-meditatio-oratio (lezing-meditatie-gebed), hoogstwaarschijnlijk te herleiden tot de kloosterregel van Benedictus van Nursia. Deze beoefening van meditatie blijft verweven met de Schrift, ook wanneer Maarten Luther later in de geschiedenis de drieslag wijzigt in oratio-meditatio-tentatio.

Daarmee maakt hij duidelijk dat de Schriftmeditatie gepraktiseerd wordt in de context van een biddend én aangevochten leven. Het is déze drieslag die Van Brummelen overneemt, hoewel hij de door Luther aangebrachte orde verandert in meditatio-tentatio-oratio. 9 Het lijkt erop dat hij dit niet doelbewust heeft gedaan.

De meditatieve omgang met het Woord vindt plaats in de bedding van de stilte. Deze stilte is bij Van Brummelen een heel bepaalde stilte. Een stilte zoals Guillaume van der Graft eens als volgt onder woorden bracht: “Maar de stilte – dat is een tweestemmig lied/ Waarin God en de mens elkaar raken.”

Ethische theologie

Naast de aandacht voor de rooms-katholieke traditie, valt bij Van Brummelen ook de aandacht voor de gereformeerd-ethische theologie op. Eén van de stellingen bij zijn homiletisch proefschrift luidde: “De christelijke gemeente leeft voortdurend temidden van de dreiging van drie gevaren: een orthodoxistische verstening, een secularistische vervloeiing en een gnosticistische ontvluchting van het Woord Gods.”

Deze spannende karakterisering van de christelijke gemeente te midden van een veld aan krachten, deed Van Brummelen te rade gaan bij “geniale” geesten, bij “reuzen van de geest” uit het verleden. Niet alleen de grote profetische geesten, maar ook de meer bezonken persoonlijkheden, kregen aandacht van hem, en onder hen verschillende vertegenwoordigers van de gereformeerd-ethische richting. Deze omgang was zeker niet onkritisch, wel deemoedig, in het besef zelf deel uit te maken van de kerk der eeuwen.

Onder haar oorspronkelijke vertegenwoordigers ontmoette Van Brummelen vrome mannen Gods. Hun hartelijk spreken over de levende Christus, hun staan in en doorzien van de tijd, hun rijpheid van oordeel en bezonkenheid, spiegelden en inspireerden hem. Op het terrein van de spiritualiteit wist hij zich verbonden met hen. Echt ‘Brummeliaans’ merkte hij eens op: “Het zou onze verijsde verhouding meer geestelijk kleuren.”

De warm-bevindelijke gloed die over het werk van Van Brummelen ligt is te danken aan de omgang met en verwerking van het oorspronkelijke gereformeerd-ethisch gedachtegoed. Zijn katholieke geest, zijn erudiete inslag, zijn irenische mildheid, kleurden de omgang met bronnen uit het verleden. Van Brummelens geschriften ademen mede daarom een pure vroomheid die voorbeeldig mag heten.

Van Brummelen heeft in zijn theologisch bezig-zijn zijn katholieke gezindheid niet verloochend. Daarin was hij écht gereformeerd. Omdat hij zijn eigen traditie niet verabsoluteerde, stelde hij zich naar andere tradities lerend en zelfkritisch op. Het gereformeerde gesprek over katholiciteit kan in deze dagen een nieuwe impuls gebruiken. De gereformeerde traditie is ons lief. Maar zij mag niet verabsoluteerd worden. Wij belijden immers iedere zondag “Ik geloof de heilige katholieke kerk.” Wie zich verdiept in de nagelaten geschriften van Van Brummelen ontdekt dat hij het “samen met al de heiligen” (Ef. 3:18) verstond én praktizeerde. Het zou mooi zijn als zijn verzamelde geschriften daaraan een bijdrage kunnen leveren.

Dit artikel is gebaseerd op een inleidend artikel van ds. Van de Weg in de bundel Stilte van het hart. Verzamelde Geschriften van dr. A. van Brummelen, dat deze maand verschijnt bij uitgeverij De Banier te Apeldoorn.

Noten

1 A. van Brummelen, “Geestelijke levensregels”, in: De Waarheidsvriend, 18 oktober 1984.

2 A. van Brummelen, Meditatief leven, Kampen, 1987.

3 ‘Zo worden wij telkens en telkens weer naar buiten getrokken, weg van ons innerlijk, van ons eigenlijke zelf. Wij kunnen ook zeggen: wij worden bedolven door dit alles’. Ibid., pag. 11v.

4 J.H. Bavinck, Ik geloof in de Heilige Geest, Den Haag, z.j., pag. 108-109.

5 Ibid., pag. 53.

6 “Meditatief leven peilt dus naar de wortel der dingen”, A. van Brummelen, Meditatief leven, Kampen, 1987, pag. 59.

7 A. van Brummelen, Overdenkingen in stilte, Houten, 2001, pag. 54.

8 Ibid., pag. 64.

9 “De weg daartoe is de oude trits van meditatio, tentatio en oratio”, A. van Brummelen, Bevinding in de prediking, Baarn, 1982, pag. 31.


“Stille inkeer en boetetijd van Advent verdwenen”

“Er gaan vier adventszondagen aan het kerstfeest vooraf. De eerste valt nog in november of helemaal in het begin van de maand december. Aan deze tegenwoordige adventstijd van vier weken is vroeger een tijdperk voorafgegaan dat langer duurde. Het stond bekend als een periode van inkeer. De oude kerk bedreef daarin ascese. Het duidt oefening, met name geestelijke oefening aan. Wij bedoelen daarmee een streven, een volhardend pogen van Paulus ofwel een oefening om een onergerlijk geweten te hebben.

Een ascetisch advent is er derhalve een, gedurende welke men zich oefent in bidden (hetgeen vanzelfsprekend altijd goed is) en in vasten. De stemming wordt beheerst door de boeteprediking van Johannes de Doper, die de nadering van het Koninkrijk Gods aankondigt en tot een voortdurende boetvaardigheid dringt, want dit is de kern van zijn woord: “Bekeert u.”

Hierbij behoorde dat de kleur in de Rooms-Katholieke Kerk paars is ten blijke van boete. Er worden in die tijd geen huwelijken ingezegend en huiselijke feesten worden in het algemeen vermeden.

Deze kleine herinnering aan het verleden moge voldoende zijn om de tegenstelling aan te geven tussen hetgeen vroeger gebruikelijk was en datgene wat in latere eeuwen is gegroeid. De gedempte toon en de stille inkeer zijn over het algemeen genomen verdwenen. Advent is trouwens geheel ontledigd van boetedoening en hunkerende verwachting. Het is veeleer een voorbereiding geworden voor een feestviering.’

Reformatorisch Dagblad, 23 december 1988, A. van Brummelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020

Protestants Nederland | 36 Pagina's

Bijbel Gaat Vooral In Stilte, Gebed En Meditatie Open

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020

Protestants Nederland | 36 Pagina's