Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hechte Vriendschap Ondanks Grote Kloof In Geloof En Religie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hechte Vriendschap Ondanks Grote Kloof In Geloof En Religie

Bavinck onderhield levenslange band met Snouck Hurgronje

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een scherp denker moet in gesprek blijven met iemand in wie hij vertrouwen kan hebben, zonder de eigen veronderstellingen van de ander te delen. Dat was het geheim van de hechte vriendschap tussen de gereformeerde Herman Bavinck en de vrijzinnige Christiaan Snouck Hurgronje, die, zij het om redenen van onderzoek in Mekka, overging tot de islam.

Vorig jaar, na de dood van de Amerikaanse juriste Ruth Bader Ginsburg, ontstond er een brede discussie over de waarde van vriendschap tussen mensen wier wereld- en levensbeschouwing scherp tegenover elkaar staan. Tijdens haar carrière in de hoofdstad Washington kende de liberale Ginsburg een bijzondere vriendschap met haar mederechter Antonin Scalia, haar min of meer conservatieve tegenpool.

Er zat iets intrigerends in zo’n vriendschap. Ondanks hun politieke verschillen konden de beide gezinnen goed met elkaar opschieten. Soms vierden zij zelfs oud- en nieuwjaar samen. Op een bekende foto, gemaakt tijdens een reis naar India, bereden de twee rechters dezelfde olifant.

In de huidige Amerikaanse cultuur die momenteel door een bijzondere verzuiling gaat en waarin links en rechts nog nauwelijks iets gemeen met elkaar hebben, riep dat gezelschap allerlei vragen op. Waarom zochten ze allebei zo’n vriendschap? Hoe stak deze in elkaar? Vonden ze het leuk om het over de politiek te hebben, of juist niet? Wat betekende vriendschap voor hen in het algemeen?

Ik stelde vergelijkbare vragen in mijn biografie over Herman Bavinck. Bavinck staat bekend als een van de belangrijkste orthodox-calvinistische dogmatici van zijn tijdperk. Misschien zelfs de grootste ervan. Hij groeide op als domineeszoon en noemde zich “kind der Afscheiding.” Tijdens mijn onderzoek naar zijn leven zag ik iets dat mij steeds meer verraste: zijn levenslange vriendschap met Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936), een belangrijke denker en wetenschapper; maar toch iemand wiens blik op zichzelf en op de wereld totaal anders was dan die van Bavinck.

Een bijzonder koppel

Herman en Christiaan, beiden zonen van een dominee, hebben elkaar voor het eerst ontmoet als studenten te Leiden. Ondanks het feit dat ze beiden domineeszonen waren, leken ze in de meeste gevallen niet veel op elkaar. De hervormde vader van Snouck Hurgronje werd uit zijn ambt gezet vanwege de “trouwelooze verlating” van zijn eerste vrouw (Christiaans moeder was de tweede echtgenoot van zijn vader).

Snouck Hurgronje was lid van een adellijke familie. Bavinck niet. Zijn sociale identiteit was een stuk minder prestigieus. Vader Jan Bavinck koesterde wel sociale ambities voor zijn gezin, waardoor zijn zonen afstudeerden in de geneeskunde, rechten en theologie, maar hij zelf hoorde bij de kleine burgerij. Op theologisch gebied was Snouck Hurgronje vrijzinnig - of misschien beter gezegd, buitengewoon eigenzinnig. Uiteindelijk werd zijn studiegang gericht op de islam, de godsdienst waartoe hij zich, vooral om culturele redenen vanwege verblijf in het buitenland, bekeerde.

Ondanks alle verschillen hebben Bavinck en Snouck Hurgronje een fascinerende vriendschap onderhouden tijdens hun Leidse studieja-ren, een vriendschap die inhoudelijk vol rijkdom bleef tot het eind van Bavincks leven in 1921. Hoe ontwikkelde zich deze vriendschap? Waarom trokken beide tegenpolen elkaar aan?

Moeilijk begin in Leiden

In de jaren 1870, toen de studietijd van Bavinck en Snouck Hurgronje zijn aanvang nam, werd de studentencultuur te Leiden gedomineerd door de zonen van de aristocratie. De gewone Leidse student van die tijd was een jonge man met een dubbele achternaam, van adellijke afkomst, en gehecht aan zijn studiecollega’s om redenen van bloedverwantschap of verbondenheid aan dezelfde sociale klasse.

In principe vond Snouck Hurgronje daar wel zijn thuis, maar Bavinck juist veel minder. Toch waren ze allebei enigszins buitenstaanders onder de Leidse studenten. De burger Bavinck omdat hij bij de ‘petit bourgeoisie’ hoorde, en de adellijke Snouck Hurgronje omdat zijn eigen gezinscontext voor de toenmalige begrippen schandalig was. Vanwege zijn familiegeschiedenis torste de jonge Christiaan een zware last mee. Bovendien, vanaf zijn vroege jeugd was hij het soort mens dat zijn eigen weg wilde volgen, een andersdenkende in de ogen van zijn kennissen, een vreemde vogel dus.

Wat dat betreft was het misschien minder bizar dat in zo’n context Bavinck en Snouck Hurgronje op elkaar aantrokken. Beide studenten hadden vrienden nodig. Bavinck was overigens niet de enige Leidse student die bij de afgescheidenen hoorde: hij was ook bevriend met Christiaan Lucasse (1852-1926) en Willem Nieuwhuis (1850-1934), allebei studenten uit gezinnen die behoorden tot de (afgescheiden) Christelijke Gereformeerde Kerk. Daarnaast was Snouck Hurgronje bevriend met studenten die dezelfde hervormde achtergrond deelden; de theoloog Gerrit Wildeboer (1855- 1911) is een goed voorbeeld hier-van. Waarom die Bavinck-Snouck Hurgronje vriendschap dan?

Vanuit hun vroege brieven is het duidelijk dat ze soms weinig plezier vonden in de eerste jaren van hun studie: in die tijd moest men een paar jaar studeren als propedeuse waarin allerlei colleges moesten worden gevolgd, zoals wiskunde, Arabisch, logica, vaderlandse geschiedenis, taalkunde, voordat gespecialiseerd onderwijs in één vakgebied gestart mocht worden.

Die tijd vond Bavinck niet erg boeiend. De vroege brieven tussen Herman en Christiaan gingen vaak over hoe vervelend het studentenleven kon zijn en het gebrek aan zin in de studie. In die context vinden wij twee jonge mannen die samen studeerden, elkaar bemoedigden en motiveerden, en die het moeilijk vonden om vruchtbaar te studeren wanneer ze afscheid van elkaar moesten nemen vanwege de zomervakantie.

Beide studenten leefden tijdens hun studie erg met elkaar mee. Bij het behalen van hun kandidaatsexamen in 1878 kreeg Bavinck een cum laude, maar Snouck Hurgronje niet. Verontwaardigd weigerde Bavinck zijn diploma in ontvangst te nemen zo niet de woorden cum laude geschrapt werden. Snouck Hurgronje reageerde in een brief, “dat zulke eene vriendschap mij oneindig meer waard is dan woorden op een blad papier.” Hun loyaliteit voor elkaar was diep geworteld.

Verschillende richtingen

In de loop der jaren gingen hun levens in twee zeer verschillende richtingen uiteen: Bavinck vertrok naar Kampen en Amsterdam om daar te doceren en ontwikkelde zich tot een uitnemend dogmaticus. Snouck Hurgronje ging in Duitsland studeren, reisde naar Mekka en werd daarom moslim, omdat die stad verboden was voor niet-moslims. Hij werd zelfs besneden als onderdeel daarvan. Hij woonde jarenlang op Java, waar hij trouwde met meerdere moslimvrouwen en moslimkinderen kreeg. Hij keerde na een aantal jaren terug naar Nederland waar hij nog eens een keer trouwde, nu met een Nederlandse. Hij werd de allergrootste oriëntalist van zijn eeuw.

Ondanks al deze grote verschillen en achtergronden zijn Bavinck en Snouck Hurgronje regelmatig in contact met elkaar gebleven. Beide mannen hebben het ideaal van de zogeheten ‘kritische vriendschap’ gekoesterd. Zonder zo’n vriendschap, zo stelden zij, heb je alleen maar gelijkdenkenden als gesprekspartners. Maar dan worden je eigen ideeën minder uitgedaagd. Daarom hebben zij elkaars werk regelmatig gelezen en kritisch met elkaar besproken.

Een scherp denker moet in gesprek blijven met iemand in wie hij vertrouwen kan hebben, zonder de eigen veronderstellingen van de ander te delen, zo vond het tweetal. Bavinck heeft ooit hun verhouding beschreven als die van “tegenstanders die tevens vrienden zijn.” Hun gesprekken over de islam, de secularisatie, het Schriftgezag en de waarheid van het christelijk geloof, laten duidelijk zien hoe groot hun onderlinge afstand was.

In mijn biografie laat ik ook zien hoe Bavinck waarschijnlijk niets wist over het dubbelleven van zijn vriend. Hij kon zich niet voorstellen, dat Christiaan moslim werd om Mekka binnen te kunnen komen. Ze waren dus niet even open over alles. Maar toch konden ze uitstekend met elkaar opschieten, tot zelfs aan het eind van hun leven. De dag voor de dood van Bavinck, schreef Snouck Hurgronje naar zijn vrouw, Johanna Bavinck-Schippers (1868- 1942), dat hij “nog geheel onder den indruk was” van zijn laatste bezoek. “Weemoedig, maar stichtelijk tevens. Anders dan vroom heb ik mijn goeden vriend trouwens niet gekend.”

Er zit inderdaad iets intrigerends in zo’n vriendschap. Het ging om twee mensen die zich bezighielden met dezelfde vragen, zowel theologisch als maatschappelijk, maar vanuit totaal verschillende veronderstellingen. Ze hebben met elkaar gesproken over de vraag of het mogelijk is om God te kennen. Gaat het in religie alleen maar om menselijke cultuur, of is er iets hogers? Ziet de toekomst van de wereld er steeds goddelozer of juist religieuzer uit?

Hun hele vriendschap was een lang en openhartig gesprek tussen twee grote denkers die bereid waren om van elkaar te leren zonder de motivatie op te geven om de ander te willen overtuigen. Honderd jaar later blijft hun vriendschap een zeldzaam voorbeeld, met uitzondering, misschien, van de bovengenoemde wetenschappers op hun olifant. Maar waarover hebben die met elkaar gesproken?

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 2021

Protestants Nederland | 32 Pagina's

Hechte Vriendschap Ondanks Grote Kloof In Geloof En Religie

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 2021

Protestants Nederland | 32 Pagina's