Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Prediking NÚ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Prediking NÚ

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

A Aanwijzingen voor het: gebruik

- Het is ondoenlijk alle punten die in deze schets aan de orde komen, uitgebreid in je inleiding aan de orde te stellen. Kies daarom een paar punten en werk die uit. De andere punten kunnen dan eventuee in de discussie aan bod komen.

- Dit onderwerp leent zich ook goed voor een andere aanpak dan gewoonlijk. De groepsbespreking rond de vraag: "Vind je dat er vandaag anders gepreekt moet worden als 200 jaar geleden" vóór de inleiding betrekt de meesten al direct bij het onderwerp.

Ook de laatst gehoorde preek kun je als uitgangspunt kiezen en beginnen met de vraag "Welke boodschap heb je ontvangen?" Als ieder voor zich deze vraag schriftelijk moet beantwoorden en tegelijk een vraag voor de discussie na de inleiding moet inleveren,is iedereen al bij je inleiding betrokken nog voordat je begonnen bent.

B Inleiding

Naar de kerk gaan is bij onze jongens en meisjes van de Gereformeerde Gemeenten vooral: naar een preek luisteren. In veel andere kerken vraagt de preek aanzienlijk minder aandacht van de kerkganger. Wat is een preek eigenlijk? Waarom geven wij daar zoveel aandacht aan? Deze en andere vragen houden ons in deze schets bezig.

Naar aanleiding van de gelijkenis van de zaaier gaan we na welke vrucht er van de prediking verwacht mag worden. Het gaat om Gods boodschap voor de mens, die nu leeft. Gods Woord is vast en zeker en daarom blijvend actueel. De predikanten hebben als opdracht dih woord bij de mensen te brengen, zo_ aan de mens van vandaag over te brengen dat het door de werking van de Heilige Geest kan indringen iri het hart. Dit is geen eenvoudige taak, maar voor alle van God geroepen dienaren geldt: "Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal."

C Opdracht: van God

Prediken is Gods opdracht aan Zijn discipelen (zie Matth. 28:19). Dienstknecht van Jezus Christus zijn, betekent tegelijkertijd boodschapper van de komst van Zijn koninkrijk te zijn.

Op verschillende wijzen kun je duidelijk maken op welke manier het Woord van God door de eeuwen heen is doorgegeven. Denk aan de profeten. Denk ook aan de prediking, die er uitging van de tempeldienst. Altijd zijn er mensen geweest, die namens God moesten spreken. Ga dit na bij Mozes (Ex. 7:2) en Samuël (1 Sam. 3:20).

Heel duidelijk zien we ook deze opdracht in de Handelingen der Apqstelen. Nadat de Heere Jezus heeft gezegd (Mare. 16:15):"Gaat heen in de gehele wereld en predikt het Evangelie aan alle creaturen" vervullen de discipelen die opdracht ondanks veel tegenslag en verdrukking. Zij getuigen van het Licht der wereld, zij verkondigen de blijde boodschap van de vervulling van de belofte. In navolging van Jezus roepen zij het uit: "Bekeert u" (Hand. 2:38, Matth. 4:17). De apostelen mogen het evenals Jeremia ervaren:"Zie, Ik (de Heere HEERE) geef Mijn woorden in uw mond" (Jer. 1:9).

Ook Paulus, die gesteld is tot een prediker en apostel van één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Jezus Christus (1 Tim. 2:7) komt er in zijn brieven meerdere malen op terug, dat hij van God geroepen is en in de bediening gesteld is. Met name in de brieven aan Timotheus onderwijst hij zijn broeder in de bediening omtrent het predikambt en vermaant hij: "Predik het woord (2 Tim. 4:2) en aan de Korinthiërs schrijft hij: "En ons de bediening der verzoening gegeven heeft" (2 Kor. 5:18b).

Onderzoek zelf en begin je onderu/erp met een bloemlezing uit de Bijbel waaruit blijkt, dat preken maar niet een verzinsel van mensen is maar een opdracht van God.

D De inhoud van de prediking

Waar gaat het in de prediking om? Paulus zegt het als volgt: "Want ik heb niet voorgenomen iets te u/eten onder u, dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd" (1 Cor. 2:2). En Johannes getuigt: "Hierin is de liefde Gods geopenbaard, dat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebbe" (Joh. 3:16).

Het evangelie moet zonder onderscheid verkondigd en voorgesteld worden met bevel van bekering en geloof (Dordtse L. 2,V). In de prediking zal daarom zowel wet als evangelie, zowel vloek als zegen, zowel schuld als genade verkondigd worden met als doel Christus in het middelpunt te stellen.

De inhoud van het Evangelie is het verlossingswerk van de Heere Jezus Christus. Dit is de openbaring van de Drieënige God, Vader, Zoon en Heilige Geest.

Door middel van de prediking wil de Vader zondaren trekken uit de duisternis tot het Licht, wil de Zoon zich een Gemeente vergaderen en wil de Heilige Geest mensen vernieuwen naar het beeld van Christus. Van de prediking moet verlangd worden, dat zij zowel voorwerpelijk als onderwerpelijk (objectief en subjectief) is.

Dit betekent, dat gepredikt moet worden wat God voor Zijn volk gedaan heeft (het voorwerpelijke) en wat God ir^ Zijn volk werkt (het onderwerpelijke).

Uitgangspunt voor de preek is een tekst of thema uit Gods Woord, de Bijbel. De uitwerking van een tekst of thema heeft tot doel een bepaald facet van de Goddelijke boodschap te belichten en concreet te maken. Uitlegging en toepassing zijn twee noodzakelijke elementen in een preek. De rechte prediking is niet vrijblijvend maar komt tot ons met de klemmende eis van bekering en geloof.

Om het juiste evenwicht te bewaren moet gewaakt worden voor de volgende ontsporingen: 1. dat de tekst ingepast wordt in een van te voren vaststaand schema, 2. dat de tekst teveel geïsoleerd wordt. In het eerste geval verarmt de boodschap omdat steeds hetzelfde wordt gezegd en in het tweede geval komt men in strijd met andere bijbelpassages.

Hulpmiddelen om het juiste evenwicht te bewaren zijn: de belijdenisgeschriften en de dogmatiek. Zoals de bakens in zee een schip in de juiste koers houden, zo zijn ook de belijdenisgeschriften en de dogmatiek er om predikant en gemeente leiding te geven bij het verstaan van de Heilige Schrift.

E De maatschappij van vandaag

Na opdracht en inhoud van de prediking besproken te hebben komt de vraag naar de verhouding tussen de prediking en de toehoorders aan de orde. Een relevante vraag, want de maatschappij waarin die toehoorders leven verandert,razendsnel zelfs. De roep om eigentijdse prediking wordt gehoord.

Allereerst iets over de moderne maatschappij. Deze wordt gekarakteriseerd door de enorme vooruitgang van de techniek (alles schijnt te kunnen) op allerlei gebied: chemie, technologie en electronica. Grote problemen hebben echter eveneens hun intrede gedaan:

milieuvervuiling, enorme wapenwedloop, radio-actief afval en werkloosheid.

De wereld van vandaag is veel uitgebreider (en angstaanjagender) door de communicatiemedia dan vroeger.

De invloed hiervan op de mens, op zijn levenswijze, zowel in geesteli jke als lichameli jke zin is onmiskenbaar. De moderne mens meent mondig te zijn d.w.z. is kritisch, beslist zelf en heeft macht. Ook de theologie heeft een omwenteling ondergaan. Voor het heil van de enkeling is het heil van de wereld in de plaats gekomen.

Zelfs is er sprake van een God-is-dood theologie. Dit alles heeft ook gevolgen voor de prediking. Eigentijdse prediking is "in". Hiermee wordt bedoeld, dat "onze plaats in deze wereld" en "onze medewerking aan een wending van wereldgeschiedenis" steeds meer van de kansel gepredikt worden. In deze zogenaamde actuele prediking ontdek je revolutionaire tendenzen en een door schriftkritiek ontkrachte boodschap, waarin de oproep tot bekering en geloof nauwe-lijks meer gehoord wordt.

Welke eisen mogen er nu aan de bijbelse prediking van deze tijd gesteld u/orden? Allereerst dat de onder D besproken inhoud niet verandert: Gods Woord verandert niet! Ook geldt: Het Woord moet niet gepredikt worden vanuit de actualiteit maar de actualiteit moet bezien worden vanuit het Woord. Door te putten uit de rijkdom van het Woord moeten de "geestelijke boosheden in de lucht" concreet voorgesteld worden. En ook nu geldt: "Zijt daders des Woords en niet alleen hoorders"(Jac. 1:22). In de prediking zal dit vertaald moeten worden naar een christelijke, aan bijbelse maatstaven ontleende, levenswijze en de maatschappij van vandaag.

Tegenover de normloosheid en de gezagsarmoede van onze maatschappij staat het absolute gezag van Gods Woord en de norm voor alle tijden: de Tien Geboden.

Zo'n boodschap wordt echter niet met open armen ontvangen!

"Maar ik maak u bekend, broders, dat het Evangelie hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar de mens." (Gal. 1:11).

F De manier van preken

Allereerst mag verlangd worden dat de prediking met gezag tot de gemeente komt. Een bijbelse prediking wordt gekenmerkt door eerbied een waardigheid. De hoogheid en grootheid van God mag niet uit het oog verloren worden (verg. Jes. 6:5). Hiermee in verband staat ook het taalgebruik waarvan verlangd mag worden dat het hedendaags is, opdat het Woord in de leefwereld van de gemeente, met name ook van de jongeren, geplaatst wordt. Dit is geen veroordeling van de "tale Kanaans" omdat bijbelse kernwoorden niet gemist kunnen worden. Deze kernwoorden kunnen heel goed in hedendaagse taal besproken worden. Onnodig ouderwets taalgebruik stoot vooral de jongeren af.

Hoe lang moet een preek duren? Een a.s. predikant vroeg aan zijn professor eens om een handleiding. De professor antwoordde: je moet leren de kansel op te gaan, er een poosje op te blijven staan en ten derde ook leren er weer af te gaan. Benadrukt moet worden dat de prediking het belangrijkste onderdeel van de eredienst is. Door de reformatoren Luther en Calvijn heeft de prediking weer haar oorspronkelijke betekenis teruggekregen. Zou de teruggang van het kerkbezoek in vele kerken niet toegeschreven kunnen worden aan o.a. een verwaarlozing van de prediking? De uitbreiding van de liturgie tijdens de eredienst gaat vaak ten koste van de prediking. Natuurlijk mogen wij voor de preek niet zoveel tijd vragen, dat er voor offer, gebed, sacrament en gezang nauwelijks meer plaats is. Over de inhoud en de functie van de liturgie zou je echter een apart onderwerp kunnen houden. Behandel het daarom hier slechts zijdelings.

G Het: antwoord van de hoorder

Om te zien welke antwoorden op een preek gegeven kunnen worden, luisteren we naar een gelijkenis van de Heere Jezus.

In Matth. 13, Mare. 14 en Luc. 8 wordt ons de gelijkenis van de zaaier gegeven. Door middel van deze gelijkenis onderwijst Jezus ons over de verborgenheden van het koninkrijk der hemelen. Waarom spreekt Jezus eigenlijk door gelijkenissen (Matth. 13:10-17)? Het antwoord is: opdat er mensen zullen zijn die horen maar niet begrijpen, zoals eens Jesaja geprofeteerd heeft. Wel verstaan is een genadegave van God. Dat Gods besluit daarachter ligt,verandert niets aan onze verantwoordelijkheid (zie ook D.L. IV, V, VI). Het bevel van geloof en bekering komt tot een ieder van ons.

Waar gaat het in de gelijkenis van de zaaier om? Om de prediking van het Koninkrijk (het zaad) en de Heere Jezus, Die Zijn Woord strooit in de harten van de mensen (de zaaier).' Wat kwam er van terecht (ten tijde van Jezus leven op aarde) en wat komt er nu van terecht (als we de preek gehoord hebben wat is dan ons antwoord)? Dat is helemaal afhankelijk van de bodem (je hart); luister maar.

Hoe is je hart? Zo hard als de Weg? Dan ontmoet het zaad geen grond en de boze rukt het weg, j e hebt er geen enkel profijt van.

Hoe is je hart? Oppervlakkig en schijnbaar open voor het Woord zo als die dunne laag grond over de rotsbodem? Het zaad ontkiemt snel; het woord maakt je blij; zodra je het hoort ontvang je het met vreugde, maar pas op, dat snelle is zo verraderlijk; het blijft oppervlakkig, je mist diepgang; bij een kleine tegenslag struikel je en even snel als de vreugde kwam ben je haar weer kwijt. Treffend is hier het tijdgeloof getekend.

Hoe is je hart? Bezet met vele dingen? Je werk, je hobbies, je studie, je sport, geld, plezier, kortom met een "leven van de wereld"? Toch ben je wel bereid naar het Woord te luisteren; het zaad ontkiemt, maar dan moet het opgroeien tussen de doornen. Er strijden zoveel andere dingen om de hoogste plaats in je leven, je streven naar geluk (en rijkdom misschien) verstikt het reeds ontkiemde zaad van Gods Woord en je hart blijkt ongeschikt te zijn.

Hoe is je hart? Als die goede aarde, wel bereid en vruchtbaar? Dan mag je ook vruchten dragen van geloof en bekering. Allen die het Woord echt ter harte hebben genomen zullen vrucht dragen: honderd-zestig-en dertigvoud. Wie neemt het Woord ter harte? Diegene van wie het hart geopend wordt door de wonderlijke werking van de Heilige Geest.

Deze antwoorden houdt de Heere Jezus Zijn dienstknechten voor, die naar Zijn opdracht het zaad van Gods Woord strooien op de akker van ons hart. Hoe is je hart? Wat is je antwoord? Dat is van levensbelang!

Werk deze gelijkenis zo uit dat hij voor de hoorders gaat leven. Gebruik eenvoudige voorbeelden die je in je eigen leven bent tegengekomen. Op die manier vertaal je de boodschap naar het dagelijkse leven en geef je inhoud aan de gelijkenis en breng je die bij de hoorders.

H Het werk van de Heilige Geest

Tot slot zal het duidelijk zijn, dat de bediening van de Heilige "eest niet gemist kan worden. Dit betekent natuurlijk niet, dat predikant en gemeente maar moeten afwachten. Nee, de opdracht is: "....werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven: want het is God Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen" (Fil. 2:12 en 13). Rijke beloften zijn weggelegd voor een biddende gemeente en predikant.

Denk b.v. aan Elia op de berg Karmel; hij bouwde een altaar,hak- te hout en legde dat op het altaar, deelde een var in stukken en legde hem op het hout. Na dat alles gedaan te hebben bad hij om vuur en het vuur kwam. Zo werkt de Heere (verg. 1 Kon.18:36 en 37). Wat zouden we zonder de werking van de Heilige Geest, Die de prediking kracht geeft, bovenmenselijke kracht.' We lezen van Paulus in 1 Cor. 2:3-5 dat hij zwak was, in vreze en in vele beving: "en mijn rede en mijn prediking was niet in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid maar in betoning des Geestes en der kracht opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid der mensen maar in de kracht Gods." Het is de Heilige Geest, Die ons levend maakt. Het is de Heilige Geest, Die het Woord toepast, gesloten harten opent en Christus verheerlijkt. Door de werking van de Heilige Geest (Hij ijs gekomen met het pinksterfeest) krijgt het gesproken woord kracht en horen wij dat woord ook werkelijk als Gods Woord.De predikant is dan alleen maar instrument.

Als het evangelie zo tot ons is gekomen en steeds opnieuw weer tot ons komt, dan hebben wij behoefte aan de preek, dan kijken we daar naar uit. Dan gaan we met een biddend hart naar de kerk en dan tonen we ons geloof in het leven van alle dag. Dan gaat er wat uit van ons leven. Dan ook betekent de preek van zondag iets voor ons leven van maandag tot en met zaterdag. Gods Woord is dan altijd weer nieuw voor ons.

I Gespreksvragen

1. Aan welke eisen moet een goede preek voldoen?

Zijn er verschillen tussen vroeger en nu?

2. Wat vind je van een verandering van de liturgie?

3. Actuele prediking, wat versta je daaronder en hoe sta je daar tegenover?

4. Welke boodschap ligt er in de gelijkenis van de zaaier? Moet je maar afwachten of jouw hart vergeleken mag worden met de goede aarde?

5. Waaraan kun je weten, of de Heilige Geest tijdens een kerkdienst je hart opende?

6. Zijn de "oude schrijvers" nog bruikbaar voor een kerkdienst?

7. Toets je antwoord op vraag 1 aan de preek van Petrus (Hand. 2).

B. Wat is allegorische prediking?

J Literatuur

- J. v.d. Haar, De Gereformeerde eredienst, Utrecht 1961

- W. van Gorsel, Pilaar en kandelaar, Amsterdam, 1977 (hoofdstuk Kerk en prediking)

- G.H. Kersten, De Gereformeerde dogmatiek, deel II,Utrecht,1968

- H. Rijksen, Verbond en Prediking, Daniël 32e jaargang, nr. 2

- I. Kievit, Verbond en prediking, Huizen, z.j.

- W. Kremer, Priesterlijke prediking, Amsterdam, 1978

- K. Dijk, De dienst der prediking, Kampen, 1955

- C. den Boer, Om 't eeuwig welbehagen, Utrecht, 1975

- H. Jonker, Actuele prediking, Nijkerk, z.j.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1978

Salvo | 68 Pagina's

De Prediking NÚ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1978

Salvo | 68 Pagina's