Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

”Een school heeft een vader of moederfiguur nodig”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

”Een school heeft een vader of moederfiguur nodig”

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de veertig jaar waarin André Frietema in het onderwijs werkte, zag hij de traditionele bovenmeester, een basisschooldirecteur die ook een eigen klas heeft, na verloop van tijd plaatsmaken voor de directeur-bestuurder. Die heeft geen eigen klas meer, maar is vooral belast met leidinggevende taken. De voormalige directeur van de reformatorische basisschool De Wartburg in Woudenberg hekelt de groeiende regelgeving in het onderwijs: die is volgens hem funest voor de relatie tussen schooldirecteuren en personeel, ouders en leerlingen.

Maar wat er in veertig jaar onderwijs ook veranderde, voor Frietema bleef de kern van zijn vak hetzelfde: „Echt houden van kinderen is een voorwaarde om een goede basisschooldirecteur te kunnen zijn . Je moet zorgen dat de kinderen zich veilig en gewaardeerd bij je voelen. Het fijne is dat kinderen dan ook van jou gaan houden en voor je willen werken.”

Zelf was Frietema geen directeur op afstand van ouders en leerlingen: „Daarvoor wilde ik te graag gewoon tussen de kinderen, ouders en collega’s in staan. Dat is volgens mij ook de taak van een goede directeur: je moet niet boven, maar naast je collega’s staan.”

Stellig: „Een basisschooldirecteur moet een dienende houding hebben. Als je aan ouders laat merken dat je altijd tijd voor hen hebt en dat ze altijd mogen komen, al is het vijf keer op een dag, dan kweek je vertrouwen, omdat ze zich serieus genomen voelen.”

Frietema voelde zich vooral een vaderfiguur: „Ik geloof echt dat elke school zo’n centrale figuur moet hebben, bij wie iedereen terechtkan en die ook de verantwoordelijkheid neemt. Dat kan ook heel goed een vrouw zijn.”

VERFRISSENDE KIJK

Op de vraag of mannen onmisbaar zijn in het basisschoolproces van kinderen reageert de afgezwaaide directeur aarzelend. „Wat is onmisbaar? In mijn tijd nam het aantal mannen af en het aantal vrouwen toe. Zonder hen hadden we het niet gered. Het is goed om een managementteam te hebben waarin ook vrouwen zijn vertegenwoordigd; zij hebben dikwijls een verfrissende kijk op zaken waaraan je als man voorbij zou gaan. Er zijn ook genoeg scholen waar alleen vrouwen werken en waar een goed pedagogisch klimaat heerst. Het is wel goed voor jongens dat ze een man hebben als leerkracht. Als identificatiefiguur is die best belangrijk.”

Uiteindelijk maakte een burn-out een einde aan Frietema’s directeurschap. Hij wijt die aan de veranderende rol van wat voorheen de bovenmeester was. „Scholen worden steeds meer als bedrijven gezien. Had ik eerst nog een eigen klas, later werd ik uitsluitend directeur en op het laatst directeur-bestuurder: ik moest managementrapportages schrijven, risicoanalyses maken en financiële doelstellingen halen. Natuurlijk moet een school goed bestuurd worden, maar een school is geen bedrijf. Een school moet een vader- of moederfiguur hebben die er dagelijks is voor kinderen, ouders en collega’s. Niet een bestuurder die het grootste deel van zijn tijd in z’n kantoor zit of naar een vergadering is. De competenties van een bestuurder en de aloude bovenmeester zijn haast niet in één persoon te verenigen.”

Wat volgens Frietema belangrijk is voor een basisschooldirecteur, is dienend leiderschap. „Maak nooit je eigen regels en standpunten leidinggevend in gesprekken met ouders en kinderen. Als je naast de kinderen staat, van hen houdt en hun ruimte, vrijheid en verantwoordelijkheid geeft, gaan ze van je houden. Dan hebben ze respect voor je en heb je uiteindelijk gezag. Zodra je jouw regeltjes centraal gaat stellen, krijg je een situatie waarbij kinderen en uiteindelijk ook de ouders tegenover je komen te staan. Dat lijkt op gezag, maar is het niet. Als je je samen met de kinderen en ouders inzet voor het welbevinden van het kind, gaat het vanzelf leren.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 september 2019

Terdege | 108 Pagina's

”Een school heeft een vader of moederfiguur nodig”

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 september 2019

Terdege | 108 Pagina's