Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vol denkemmertje

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vol denkemmertje

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vaak te laat komen, werk niet afmaken, snel afgeleid zijn, moeite hebben met plannen. Het zijn kenmerken van de aandachtstoornis ADD. Sommige mensen ontdekken pas op volwassen leeftijd dat ze dit hebben. Jammer, vindt AD(H)D-coach Cathelijne Wildervanck.

Bij volwassenen wordt ADD (attention deicit disorder) nogal eens aangezien voor een burnout, weet Wildervanck, behalve coach ook schrijver van het boek ”ADHD, hoe haal je het uit je hoofd”. Kenmerken als concentratieproblemen, vergeetachtigheid en moeite met luisteren komen namelijk bij beide voor. Er is nog een reden waarom ADD niet altijd op jonge leeftijd ontdekt wordt. „Als een kind op de basisschool vaak wat dromerig is, maar zijn schoolresultaten zijn prima, dan kan het goed zijn dat niemand iets in de gaten heeft.

Waarom extra aandacht besteden aan een leerling die lekker in z’n eigen bubbel zit en z’n testjes prima doet?” ADD valt ook minder op dan ADHD. Waar bij ADHD hyperactiviteit (de H in ADHD) en impulsiviteit kenmerkend zijn, staat bij ADD onoplettend gedrag op de voorgrond.

Helaas groeien de meeste mensen niet over ADD heen. En volwassen worden gaat niet altijd zonder slag of stoot, blijkt uit ervaringsverhalen: opleidingen mislukken, vriendschappen en relaties gaan soms moeizaam en veel ADD’ers kampen met een gebrek aan zelfvertrouwen. Dan is er nog het energieprobleem: door het voortdurend ”aan staan” blijft er weinig puf over, zelfs niet voor leuke dingen. Ook kenmerkend: het gevoel altijd onder te presteren, maar niet weten hoe dat op te lossen.

Naar schatting 4 tot 8 procent van de kinderen en volwassenen heeft ADHD, ADD of een combinatie van beide. ADD lijkt wat meer voor te komen bij vrouwen dan bij mannen. „Als het in de kindertijd niet ontdekt is, lopen vrouwen vaak vast als ze tussen de 30 en 40 jaar zijn”, zegt Wildervanck. „In die periode gebeurt heel veel: je hebt inmiddels een partner, kinderen en meestal ook nog een baan. Dat zijn veel ballen die je in de lucht moet houden, waardoor de chaos in je hoofd –een kenmerk van ADD– nog groter wordt. Wat dan gebeurt is dat vrouwen allerlei manieren bedenken om toch maar te blijven presteren. Om bijvoorbeeld hun werk af te krijgen, staan ze een uur eerder op. Uiteindelijk beseffen ze: het gaat het niet meer. Deze conclusie leidt vaak tot de diagnose burn-out. Maar soms is er veel meer aan de hand.”

Een vol hoofd is hét probleem dat ADD’ers vaak als eerste noemen. Dit ontstaat volgens Wildervanck door drie oorzaken. „Veel ADD’ers zijn zintuigelijk heel gevoelig: ze hebben moeite met bepaalde geuren, geluiden of een onverwachte aanraking. Ook een bepaalde stof op de huid verdragen ze soms niet. Je kunt ook heel gevoelig zijn voor de stemmingen van anderen. Is iemand verdrietig of boos, dan merk je het direct, vaak eerder dan andere mensen. Verder denken ADD’ers heel veel na. Er zijn eigenlijk altijd gedachten in hun hoofd.” Geen wonder dat je denkemmertje dan snel vol zit, concludeert Wildervanck. „Veel vrouwen met ADD hebben last van alle drie de kenmerken. Het betekent dat ze eigenlijk hooggevoelig zijn. Mijn overtuiging is dat ADD en hooggevoeligheid heel vaak tegelijkertijd voorkomen.”

BIJZONDERE TALENTEN

Gelukkig is er tegenwoordig meer aandacht voor AD(H)D bij kinderen dan een jaar of twintig geleden, zegt Wildervanck. „Deels is dat positief. Maar het maakt wel uit hoe er vervolgens mee omgegaan wordt: als een leerkracht denkt: hee, wat mooi, deze persoon heeft bijzondere talenten, dan heeft dat een positief effect op het kind. Anders is het als iemand denkt: ik kan er niets mee, moet hij of zij niet eens aan de pillen?”

Ook ouders spelen een niet te onderschatten rol als bij hun kind ADD is vastgesteld, zegt de coach. „Het belangrijkste is: probeer hem of haar niet te veranderen. Dus zeg niet tegen een introvert kind dat graag thuis is: Ga vrienden zoeken. Want eigenlijk zeg je dan: Je bent niet oké zoals je bent. Kijk naar wat leuk is aan je kind en geef dáár aandacht aan. Versterk de kanten die goed bij hem of haar passen.” Maar is het soms niet verstandiger om een kind juist wel naar buiten te sturen? Sociale contacten zijn toch belangrijk? „Dan zeg ik: kijk als ouders eens naar jullie eigen levens. Herkent een van jullie wat je kind heeft? ADD en ook ADHD zijn in hoge mate erfelijk. Dus herken je het, bedenk dan eens wat jij in jouw jeugd waardevol hebt gevonden. Wat heeft jou in het leven geholpen, wat had je méér willen hebben? En gun je dit ook je kind?”

ONTSPANNING

De standaardadviezen die bij ADD vaak worden gegeven, zijn „structuur, rust, regelmaat en medicijnen”, aldus Wildervanck. Zijzelf zet iets anders op de eerste plaats: „Vergroot je zelfvertrouwen. Hoe lekkerder je in je vel zit, hoe meer ontspanning je voelt. En hoe minder stress, hoe meer ruimte er ontstaat in je hoofd. Daarmee is je gevoeligheid niet weg, maar wel het hele riedeltje dat erop volgt: ”ik moet beter dit” of ”ik moet beter dat”. Uit onderzoek blijkt dat volwassenen met ADD zelf geen moeite hebben met te laat komen of werk dat niet af is. Wat wel een last voor hen is: het gevoel te falen, onzekerheid, het idee een outsider te zijn. Maar hoe erg is het als jij iemand bent die altijd wat afwas op het aanrecht heeft staan? Schaad je daar iemand mee? Zoek eerst ontspanning, dan komt de rest vanzelf. Zeker als je een gezin hebt, is dat echt belangrijk: voel jij je oké, dan beweegt de rest mee.”

Zelfacceptatie is het sleutelwoord, is de overtuiging van Wildervanck. „Als die er is, kun je ook open zijn over je ADD op bijvoorbeeld het werk. Heb je vrede met je ADD, dan raad ik dit zeker aan. Wie zich krachtig voelt, kan een positieve reactie verwachten. Maar schaam je je, dan zal men dáárop reageren. Dan is het misschien beter eerst aan je zelfvertrouwen te werken. Als die basis er is, kun je weer verder gaan bouwen.”


"Altijd verjaardag in mijn hoofd"

Wietske (28) dacht tot haar 18e dat ze lui was. alleen de gedachte aan huiswerk deed het zweet al bij haar uitbreken. De havo lukte nog, maar op de pabo liep ze vast. Ze klopte aan bij de christelijke ggz-instelling Eleos en ontdekte dat er een naam was voor haar probleem: ADD.

„Op de middelbare school merkte ik voor het eerst dat ik anders was dan anderen. Huiswerk maken lukte nauwelijks. Ik was ervan overtuigd dat het aan mezelf lag, ik moest gewoon harder werken. De school waarop ik zat was heel groot en ik kon niet goed tegen de massaliteit, de vele prikkels. Gelukkig had ik wel wat vriendinnen, maar op de havo had ik niet mijn leukste schooltijd.

Ik wilde graag juf worden, dus ik ging naar de pabo. Dat lukte totaal niet. Ik had geen enkel overzicht en liep al snel ver achter met mijn opdrachten. Mijn ouders dachten dat het misschien kwam doordat ik relatief jong was; ik ben een vroege leerling. Maar ik werd ook wat depressievig en kreeg lichamelijke klachten, zoals spierpijn. Ik ben van school gegaan en kreeg een baan in een supermarkt. Dat zat me op den duur toch niet lekker. Ik kon best aardig leren, dan is het toch jammer om er niets mee te doen? Ik ben toen een mbo-opleiding sociaal-agogisch werk gaan volgen, een niveautje lager dan de pabo. Daar liep ik tegen dezelfde dingen aan. Vooral stage lopen was een dingetje. Je moet paraat zijn, maar er zat zo veel in mijn hoofd en ik kon gewoon geen rust vinden. Als ik móést presteren, lukte het vaak niet, dan klapte ik ineens dicht. Terwijl ik thuis alles wist.

Binnen een jaar ben ik ook met het mbo gestopt. Ik was gestrest, kreeg hyperventilatie. Ik wist niet meer wat ik moest beginnen. Een gesprek met mijn ouders leidde ertoe dat ik naar de huisarts ging. Die verwees me door naar Eleos, waar ik mijn verhaal vertelde en testen deed. Ik scoorde heel hoog op ADD. De bevestiging dat er iets aan de hand was, dat er een naam was voor mijn problemen, deed me goed. Ik was dus niet lui. Maar het was ook lastig: ik wist niet meer wie ik nou eigenlijk was. Ik heb adviezen en tips gekregen en ook wel wat therapie, geloof ik. Dat is dus ook ADD, dat je sommige dingen niet meer goed kunt terughalen. In mijn hoofd is het altijd een drukke verjaardag. De gedachten beginnen direct na het wakker worden en gaan de hele dag aan één stuk door.

Toen ik trouwde, hebben we daar twee dagen voor uitgetrokken. Na een jaar werd ons eerste kindje geboren. Het moederschap doet me enorm goed. Voor het eerst merkte ik dat iets lukte. Als je moeder bent, kun je niet weglopen, je moet door. Ik kón dat. Dat was heel bemoedigend.

Sinds twee jaar gebruik ik een plantaardig middel, LTO3, dat helpt bij ADD. Vooral in het begin werkte het heel goed, nu iets minder. Dat komt misschien ook doordat ik in een drukke periode zit: ik ben toch weer met een opleiding begonnen, voor onderwijsassistent. Het is een thuisstudie en ik word begeleid door een huiswerkcoach. Tot nu toe gaat het goed. Misschien sta ik uiteindelijk toch nog voor de klas!”


"ADD heeft invloed op alles"

Er was altijd een onderbuikgevoel, zegt Martine (23), werkzaam in de zorg. ”Ben ik echt zo of heeft mijn gedrag een oorzaak?” Ze is dromerig en soms impulsief. niet handig als je wilt leren autorijden. Haar rij-instructeur zette haar op het spoor van ADD.

„Toen ik nog verkering had, waren we een keer bij mijn schoonouders. Een paar neefjes raceten wat rond op hun fietsjes en ik vind het leuk om met hen op te trekken. Hup, daar stond ik ineens op een driewielertje, klaar om met de jongens mee te racen. De wielen blokkeerden meteen, ik was natuurlijk veel te groot voor dat ding. Een impulsieve actie, typisch iets voor mij. „Ik weet niet wat er met jou aan de hand is”, zei mijn vriend. Ik wist ook: dit klopt niet. Ik had gewoon niet over mijn handelen nagedacht.

Leren autorijden lukte niet: ik bleef maar zakken, terwijl ik echt een goede rijschool had. Het was puur concentratie, ik lette niet goed op. Dan zat ik te kletsen en zag ik een kruispunt te laat. Nou, ik zag het wel, maar informatie komt bij mij heel langzaam binnen. Dromerig, zo kun je me ook omschrijven. Alsof ik continu in een waas leef. Ik ben niet alert.

Toen de rij-instructeur een keer heel voorzichtig vroeg of ik weleens van ADD gehoord had, ben ik thuis meteen gaan googelen. Ik riep mijn moeder, mijn zussen. „Precies Martine”, zeiden ze toen ze de beschrijving lazen. Zo is het balletje gaan rollen. Ik heb eigenlijk een hekel aan stempeltjes, maar ik ben blij dat ik mezelf heb laten onderzoeken. Dat ik ADD bleek te hebben, is zo’n eyeopener voor me geweest. Terugkijkend denk ik dat ik op de lagere school al last heb gehad. Ik liep niet mee met de rest van de klas. Ik had moeite met concentreren en ook rekenen lukte niet. Er zijn wel onderzoeken gedaan, maar men dacht dat een jaar overdoen de oplossing was. Achteraf denk ik: ADD speelde toen al een rol. En het is niet opgepikt.

Ik ben er open over dat ik het heb. Niet dat ik ermee te koop loop, maar op mijn werk weten ze dat ik ADD heb. Zo kan er rekening mee gehouden worden. Planning, structuur en duidelijkheid zijn voor veel mensen belangrijk, maar als je ADD hebt is het héél belangrijk. Anders wordt het een chaos. Ik ben ook snel emotioneel. Feedback bijvoorbeeld, of het nu positief of negatief is, kan bij mij enorm binnenkomen.

De impact van ADD wordt onderschat, vind ik. Iedereen weet wat autisme is. ADHD kennen de mensen ook. Maar ADD is een ondergeschoven kindje. Dan zegt men wel dat ze weten wat het is, maar ze handelen er totaal niet naar. Als het bekender wordt, komt er meer begrip, hoop ik. En daar zou ik echt blij mee zijn, want ADD heeft invloed op álles. Je ”staat áltijd aan”. Ik ben niet een uurtje sociaal, ik ben de hele dag sociaal. Ook op mijn huishouden heeft het invloed. Ik schrijf precies op wat ik op een dag moet doen. Zo gauw het op papier staat, is het uit mijn hoofd. En dat is fijn, want daar is het al vol genoeg.”


"Ik heb 's nachts direct een online test gedaan"

Corine (35) flapt er makkelijk iets uit. “Dan word ik soms aangekeken van: oké? Voor mij is het een seintje: even rustig aan doen.” Maar haar ADD is verder geen issue”, ook niet op haar werk in een zorginstelling. ik ben er open over tegen iedereen.”

„Tijdens een nachtdienst vertelde een collega-helpende over haar dochter met ADD. Dit gaat heel erg over mij, besefte ik. Diezelfde nacht heb ik een onlinetest gedaan. Mijn score was heel hoog. Toen de diagnose bevestigd werd door een ggz-instelling, ik was 24 jaar, was ik opgelucht. Zie je wel, dacht ik, ik ben niet lui, ik ben niet raar. Het heeft een naam wat ik heb, het komt ergens vandaan.

In groep 8 kreeg ik advies voor het voorbereidend beroepsonderwijs, het vbo. De reden die de leraar gaf: mijn concentratie was heel slecht. Nu zouden bij zo’n constatering alle alarmbellen gaan rinkelen.

Het vbo heb ik op m’n sloffen gedaan. Ik heb altijd onder mijn niveau gefunctioneerd. Inmiddels ben ik bezig met een opleiding voor verpleegkundige. Om me te kunnen concentreren slik ik het medicijn Concerta. Ik zie bij mijn dochter, bij wie vorig jaar ADD is vastgesteld, dat het echt goed helpt als je je aandacht ergens bij moet houden. Vlak na mijn eigen diagnose heb ik het ook even geslikt, maar toen was de dosis veel te hoog en kreeg ik hartkloppingen. Nu neem ik wat minder en werkt het precies goed.

In het dagelijks leven maak ik veel todolijstjes, probeer voor structuur te zorgen en veel vooruit te denken. Boodschappen doe ik in één keer voor de hele week, van tevoren bedenk ik wat we elke dag gaan eten. Dan is dat niet meer iets waar ik op de dag zelf over hoef na te denken.

ADD heeft ook positieve kanten. Je bent heel creatief, je kunt je goed inleven in mensen. Mijn impulsieve kant vond ik altijd vervelend, maar nu ik weet waar het vandaan komt vind ik het leuk. In mijn werk helpt het ook: ik denk snel. Anderen denken nog over iets na en ik ben al begonnen. Ik ben graag de kartrekker in een team.

Iedereen weet dat ik ADD heb, ik schaam me er helemaal niet voor. Soms krijg je dan wel grappig bedoelde reacties die ik niet per se leuk vind. Bijvoorbeeld een opmerking als: „Maar jij bent toch altijd een beetje warrig?”

Collega’s merken dat ik iets anders ben. Soms kunnen ze mijn manier van werken niet helemaal volgen. De meesten zijn heel gestructureerd. Ik doe van alles tegelijk én snel. Het kan dan lijken dat ik geen overzicht heb, maar ik heb het wel.

Of ik anderen zou aanraden open te zijn over hun ADD?

Ik ben zelf nogal extravert, dus voor mij werkt het. Niet iedereen is zo. Wat ik heb ontdekt: als je er zelf duidelijk over bent, kweek je begrip. Hoe opener je bent, hoe beter mensen met je gedrag kunnen omgaan. En die acceptatie geeft ook wel rust.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 januari 2020

Terdege | 97 Pagina's

Een vol denkemmertje

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 januari 2020

Terdege | 97 Pagina's